
Ah, februari!
Bijna een beetje, tot de lente, naar stromen,
naar gezwollen nieren en levendige gevoelens ...
Alles zal gebeuren. En terwijl, een beetje beven
aan de vooravond van het wonder, het menselijk hart.
Tot de lente, een klein beetje.

Ruik je de lente?
En elke dag zijn ze duidelijker en dichterbij.
Het ruikt naar teer in een uitgestrekte pijnboom.
Mussen tweeten op het dak.
Nog een winter. Op straat in februari.
En 's avonds wordt het ijzig. En op de hoek
staat een met sneeuw bedekte lantaarn.
Hij droomt van de lente op een sterrennacht.
Maar op de drempel van maart staat al
met een sneeuwstorm, slachting en natte sporen.
Een klein beetje, en het pad zal open zijn.
En de lente zal onder de hemel zweven.
Ga , prachtige lente.
Laat de aarde je adem wekken.
Moge er geluk zijn. De afstand is duidelijk.
En moge drievoudige gezondheid voor iedereen komen.


Februari, februari, ik hou van je.
Voor deze nieuwe dageraad. En voor een plotselinge sneeuwstorm, voor je eerste druppels.
Voor de fragiele vorst op de bomen, voor het uitspansel, steeds blauwer. Wat loopt er langer dan de zon, want deze plotselinge, plotselinge sneeuw.
Dat plotseling alles in een sprookje verandert, En een stap, kraakt ijzig. Voor de wind die plotseling warmer wordt, zal hij warm worden met zijn adem.
Voor de eerste plassen, rinkelende crunch, voor de kant waarin de struik. Ik HOUD van FEBRUARI dat je anders bent. Winter, met een lenteziel.

|