Wat ruik je zoet, lente. Wat een subtiele geesten. Je wordt dronken van liefdesgedichten. En laat ons zonder slaap achter.
Waar heb je je nectar verzameld. Dat je met je wijn omgaat. Trekt je je aan voor gekke dingen. Wie heeft dit geschenk uitgevonden?
In een enkele, wellustige ijver. Alles in zich vermengd, alles samengevoegd. En ontdooid sneeuw en warme regen. En de eerste stappen van bloei.
Hoe dit alles in de ziel te stoppen? Al met al, tot de laatste druppel. Regel een lentevakantie voor haar. En drink zoet geluk.
|