Speel mijn gitaar, zing een liefdeslied voor me. Ik streel de tedere snaren, omhels voorzichtig je middel. Ze ziet eruit als haar favoriete foto, intieme prachtige heup. En een gebeeldhouwde figuur, voorzichtig omhels ik mijn hand. Ik druk zachtjes tegen het lichaam, mijn zevensnarige kleintje. Terwijl ik aan het spelen ben, snaar ik een onberispelijk lied. Je bent één lijden en vreugde. Passie van de ziel en hartpijn. Je laat de ziel een angst vervullen. Scheid bitterheid in je verzen. De snaren zijn als gespannen zenuwen, ik zal mijn mooie selectie beginnen.
|