De regen rammelde sonates op de toetsen van treurige dagen, en de pijpen van de afvoerstapels van orgeltonen zijn niet armer. Ik ben er al vele jaren. Vanaf elke maand wacht ik op dit regenachtige weer. Nou, eindelijk regenachtige september. Nou, eindelijk, koele herfst, en de wolken hingen met schuine netten, en de maand eindigde op nummer acht. Hoewel ik niet zo naïef ben als voorheen,bevestig ik: wacht op de regens. Ik leef in een onverklaarbare hoop, en de jaren gaan voorbij als regens. Het laatste zal werk zijn. Mijn beul met blauwe ogen. Mijn duizendste regen voor iemand of niemand.
|