n
De zomer vliegt weg.
Vliegt weg, smelt onherroepelijk, Blijft in de geur van gras.
Vergeeld en licht verpletterd.
Onder de voeten van dartelende kinderen.
Tekenen zijn al in de herfst. En zo onvermijdelijk en dichtbij.
Sombere dageraad was laat, warme dagen waren opgelost.
Wees niet verdrietig dat vogels vliegen weg,
berispen de voorspelling van regen en sneeuwstorm niet.
Vóór de deadline keert de zomer terug,
als u de zomer verbergt in de tederheid van de handen .
|