De sigaar xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een sigaar bestaat uit drie onderdelen, het dekblad, het omblad en het binnengoed.
Het binnengoed maakt het verschil tussen twee soorten sigaren. De 'short-filler' en de 'long-filler'. Het binnengoed van een 'short-filler' is van gesnipperd tabak (zoals in een sigaret), in tegenstelling tot de 'long-filler', waarvan het binnengoed bestaat uit lange dunne stroken tabak die in de lengterichting worden gelegd. Cubaanse sigaren zijn vaak 'long-fillers', de 'Hollandse' sigaar is een goed voorbeeld van een 'short-filler'.
De kwaliteit van tabak is, net als bij wijnen, sterk afhankelijk van de omgeving waarin de plant groeit. Elke landstreek heeft zijn eigen klimaat en bodemgesteldheid, waardoor de kwaliteit wordt beïnvloed. De beste tabakssoorten komen uit Cuba, Brazilië, Sumatra en Java. Vuelta Abajo in Cuba, wordt wel beschouwd als het Bordeaux van Cuba. Hier wordt de beste tabak ter wereld geteeld. Naast deze landen zijn ook de Dominicaanse Republiek, Honduras en Nicaragua goede tabak leveranciers. Een sigaar wordt meestal geproduceerd uit verschillende soorten tabak. De melange bepaalt de uiteindelijke smaak, geur, brandbaarheid en aroma's.
Een tweede overeenkomst met wijn is het rijpen van een sigaar. Hoewel een versgerolde sigaar zeer goed kan smaken, zit er nog veel vocht in en hebben de aromas van de verschillende soorten tabak nog niet de kans gehad om te mengen. Het rijpingsproces van een sigaar is verdeeld in een aantal fasen. Na een rustperiode van 3 tot 4 weken is de sigaar nog één maand vers. Een verse sigaar is wat zachter en soepeler dan een versgerolde sigaar. Een verse sigaar kan een waar genot zijn om te roken.
|