Het is dag en morgen, en kijk de aarde leeft al. De nacht is vergaan, de duisternis is opgetrokken. De natuur beleeft weer haar schoonheid. Bomen zetten deze schoonheid kracht en luister bij.
Bomen zijn een balsem voor deze aarde, een zachte vacht, een warme mantel. Waaraan zouden we de winter zien waaraan de lente, de zomer en de herfst ?
Is er iets vriendelijker dan bomen... Bomen zijn als de mensen waar ze staan drukken ze hun stempel op het landschap.
Iedere boom heeft zijn eigen aard, zijn eigen schors en blad zijn eigen bloemen en vruchten.
Bomen zijn als een open huis voor alles wat leeft. Voor de vogels een hoge schuilplaats. Voor al het kleine gedierte dat wemelt onder in de bast.
Bomen zijn zo gastvrij dat ze nietsweerhouden uit hun kruin.