In mijn geboortestreek wordt soms gezegd van smoorverliefden : ze zouden elkaar opeten. Soms werd er schamper aan toegevoegd : later hadden ze spijt dat ze het niet gedaan hadden;
Veel later herinnerde ik me die vraag die ik eens stelde aan mijn professor en dacht dat ze in verband kon staan met de Eucharistie. Inderdaad Jezus heeft gezegd : Neemt en eet hiervan allen, want dit is mijn lichaam en Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt zal eeuwig leven hebben. Toch voldeed me die invulling van dat verlangen niet tenvolle.
Op de zijgevel van ons klooster staan nu de woorden uit de brief van Sint Jan : God is liefde. Ik had dat al tientallen keren gezegd aan de leerlingen die in op bezinning kwamen. Maar veeleer vanuit mijn verstandelijk redeneren. Ik vond hierbij een term die ze goed moesten verstaan in de Moderne Wiskunde commutatief . Wij zegden in onze tijd : Als A gelijk is aan B, dan is B gelijk aan A. Zo kan je zeggen Als God liefde is dan is Liefde God. Heel zeker was ik daarbij toch ook niet. Tot ik las in de Nieuwe Catechismus :
De liefde is zo goddelijk dat men niet alleen zeggen moet : God is liefde maar ook: Liefde is God. Overal waar iets van zuivere liefde leeft ook al kent zon mens God niet - daar leeft God: goddelijk leven. NK.bl. 355.
|