Zoals ik reeds eerder aanhaalde, hadden wij een een kever in de beginjaren van ons huwelijk. Ik reed daar elke dag mee naar het werk. Op een zekere morgen had ik de toelating om van op mijn werk naar Genk te rijden omdat ik een onderzoek moest ondergaan bij een specialist. Ik zou dan aansluitend weer naar het bureel terugrijden en mijn werk hervatten. Op de heenweg had ik de oude vertrouwde route genomen. Het onderzoek was langer uitgelopen dan ik verwacht had. Toen ik dan in de auto stapte om de terugweg aan te vatten,dacht ik na over de mogelijkheid om een korte en snellere weg naar het bedrijf te nemen. Ergens via Waterschei moest een afkorting zijn, die voerde langs de zogeheten Texasbar. Die plaats kende ik wel, want daar was ik al geweest met mijn man, maar dan steeds bij avond. Ik was dus helemaal niet zeker van die route, maar dat zou wel loslopen, dacht ik en dan was ik tenminste wat sneller terug op het werk. Ik reed met mijn kever richting Texasbar en dat was geen probleem, maar dan.... Ik zag het niet meer zitten en wist niet of ik wel of niet op de juiste, snellere weg was!! Dan maar omkeren en alsnog via de normale weg naar het werk terug. Ik reed op een brede baan waarlangs een dorre strook met grint lag. Ik voelde mij schuldig en gejaagd, omdat ik al zoveel tijd verloren had. Plots voelde ik hoe de rechterwielen van de auto langs de borduurstenen schoven en op de grinten stook draaiden. Ik gaf een ruk aan het stuur om terug op de weg te komen en dat had ik beter niet gedaan. Als een koppige ezel gooide de kever zijn gat naar rechts. De motor van die wagentjes lag namelijk achterin en het koffer van de auto was voorin. Met een ruk schoot ik de weg op. Plots zag ik een groepje mensen aankomen. Moeders met kleine kleuters, die ze net uit school gehaald hadden. Met een rotvaart schoot ik op hen af en het enige waaraan ik nog kon denken was: die kinderen, die kinderen..... Ik heb als een gek aan het stuur gedraaid, om terug naar rechts te zwenken, maar dat was buiten die weerbarstige kever gerekend! Ik had hem te brutaal in een andere koers willen dwingen. Later bleek dat ik driemaal over kop gegaan was en de wagen stond terug op de wielen. Alles wat er ook maar enigzins los in gelegen had, lag verspreid over de grintstrook. En dat was heel wat van paraplu tot gereedschap tot papieren en mappen. Het dak van de auto was zover ingedrukt, dat ik mij gelukkig kon prijzen, dat er toen nog geen gordels gedragen werden. Het dak zou mijn schedel zonder meer ingedrukt hebben en vertelde ik dit nu niet na. Ik zat-lag op de bestuurdersstoel, opzij gevallen, en met mijn bovenlichaam achter de rugleuning van de bijrijderstoel. Ik denk niet dat ik bewusteloos ben geweest, maar toch wel heel erg verdwaasd en versuft. Dan voelde ik hoe iemand aan mijn kleren trok en een klein stemmetje op huilerige toon zei: madam, madam... De stem van dat kind bracht me bij mijn positieven. Ik richtte mij zo goed en zo kwaad als het ging op en bleef nog wat beduusd zitten vooraleer ik uitstapte. Ondertussen reden auto's voorbij en geen kat die stopte of hulp aanbood. Het groepje moeders en kinderen, die alles vol ontzetting hadden zien gebeuren, kwamen op mij toegerend en namen mij onder hun hoede. Enkele kleintjes weenden maar al de rest ging in een waas aan mij voorbij. Enkele vrouwen raapten de papieren e.d. die overal verspreid lagen, bij elkaar en duwden die in mijn handen. Eén mama nam mij bij de arm en nam mij mee naar haar huis, dat in de buurt lag. Ze heeft mij op een stoel geplant en daar zat ik, nog altijd alsof het niet tot mij doordrong. En eigenlijk was dat wel zo. Haar man goot mij een kop koffie in, want zelf was ze er ocharme niet toe in staat, zo trilde en beefde ze. Ik heb zelf nog naar de firma getelefoneerd, waar iemand van de directie direct is opgekomen om mij op te halen en de vernielde kever achter de auto te binden. Eerst moest het dak ophoog gestampt worden om in de wagen te kunnen. Onze kever had de ziel gegeven, maar eerst was hij dol geworden met bijna fatale gevolgen. Ik was nog altijd rustig, maar de klap kwam in de namiddag, toen ik thuis was en alles in zijn hele omvang tot mij doordrong. Ik beefde als een riet en kon niet stoppen met trillen en huilen. Het enige wat echter op dat ogenblik echt tot me doordrong, was: Godzijdank, ik heb die kinderen kunnen ontwijken!
18-04-2007 om 20:48 geschreven door Michelly
|