We lopen nog even terug om een blik te werpen op de binnentuin van het prachtige palazzo : het Hof van Busleyden.
Hof van Busleyden
Vroeg-16de-eeuwse woning van Hiëronymus van Busleyden, leraar van Keizer Karel en rechter in de Grote Raad van Mechelen. De prachtige zuidvleugel heeft een opengewerkte galerij met renaissance zuilen en een gotische balustrade. Vandaag museum Hof van Busleyden.
En wat een goed idee om hier eens binnen te piepen, want daar was een receptie aan de gang ter gelegenheid van de opening van de heraangelegde binnentuin. En we "moesten" zelfs als doodgewone toeristen meedrinken en kaasjes snoepen. We maakten zelfs kennis met de eindverantwoordelijke van de toeristische wandelingen in het kader van Mechelen, Stad in vrouwenhanden.
Op het einde van de straat op de linkerhoek met de Frederik de Merodestraat, valt een fraai wit hoekhuis in rococostijl op. Hier bevindt zich de koninklijke Beiaardschool.
De Koninklijke beiaardschool (internationaal hoger instituut voor Beiaardkunst) te Mechelen werd in 1922 opgericht door Jef Denyn.
De beiaardschool te Mechelen gevestigd in t Schipke aan de Fr. de Merodestraat is sindsdien een middelpunt van de beiaardkunst.
Elk jaar vinden studenten uit verschillende landen hun weg naar deze beiaardschool.
O.l.v. Jo Haazen wordt de beiaardkunst onderwezen.
Het bespelen en beluisteren van de zeer zware beiaard in de St. Romboutstoren is hierbij steeds een bijzondere ervaring voor zowel student als toehoorder.
We lopen verder en slaan rechts de Kannunik De Deckerstraat in. Vervolgens slaan we rechts af de Goswin de Stassaertstraat in. Aan onze linkerzijde, op de hoek met de Van Hoeystraat, zien we een groot gebouw. Dit was de Sint-Elisabethkliniek.
Het Sint-Elisabethziekenhuis was het resultaat van het engagement van een vrouw met visie en een missie : Jeanne Hellemans.
Het gele gebouw rechts is de voormalige de Manufactuur Braquenié
We vervolgen onze weg en slaan de eerste straat links in, de Sint-Jansstraat. We lopen aan onze rechterkant de Sint Janskerk voorbij.
Sint-Janskerk
Het sobere gotische uitzicht contrasteert met de kerkschatten binnenin. Boven het altaar bevindt zich het ingebouwde Drieluik van Mechelen, de fameuze barokke triptiek van P.P. Rubens. Vooral middenpaneel De aanbidding van de drie wijze koningen beschouwde Rubens zelf als bijzonder geslaagd. Uniek zijn ook de kerkmeesterbanken in verfijnd houtsnijwerk.
We slaan nu de eerste straat links in, de Schoutestraat. Aan het einde van de straat links bevindt zich de voormalige Refugie van Tongerlo.
Nu hetrbergt het de wereldberoemde Manufactuur De Wit.
Refugie van de abdij van Tongerlo
15de-eeuwse voorpost van de Norbertijnen uit Tongerlo met pittoreske torens en mooie tuin binnen de hofmuur. Het gebouw vestigt de Koninklijke Manufactuur van Wandtapijten De Wit, wereldberoemd weef- en restauratieatelier van wandtapijten.
The collection of tapestries, the workshop and the location (the Refuge of the Tongerlo Abbey, founded in 1480) can be visited with a guide (in English, French, Spanish, German or Dutch) and rounded off with a weaving demonstration.
Group visits by special appointment Tel: +32 (0)15 202905 Fax: +32 (0)15 204888 Mobile: +32 (0)475 522905 E-mail: info@dewit.be
Individual visits every Saturday at 10.30 a.m. (not in July or between Christmas and New Year)
We lopen verder en bereiken via de Wollemarkt de Goswin de Stassaertstraat. We lopen voorbij het aartsbischoppelijk paleis en het "Groen waterke"n (een deel van de vliet Melaan)
Aartsbisschoppelijk paleis
Classisistisch gebouwencomplex, bewoond door de aartsbisschop van Mechelen-Brussel.
Groen Waterke
Enige niet-overwelfde of gedempte restant van de Melaan, een oud vlietje. Het groen komt door een waterplant: eendenkroos. Mooi zicht op de refugie van Sint-Truiden
We vervolgen onze weg, lopen langs Figurentheater DE MAAN en steken het kruispunt over.
Heilige-Geestkapel
In deze middeleeuwse kapel (13de eeuw) verleenden de Armenmeesters sociale hulp aan de allerarmsten. Maakt vandaag deel uit van het figurentheater De Maan
Zo komen we uit op het Sint-Romboutskerkhof. Tussen de huizenrij, rechtover de kerk staat een kapel. We staan voor de Congregatiekapel van de Dienaressen van de Maagd Maria.
In de ogen van de ouders van Mariette Teugels paste een opleiding Kunstacademie niet in de opvoeding van hun dochter en dus borg ze haar ambitie om beeldhouwster te worden op. Ze hielp haar man in zijn fotografiezaak en voedde haar 2 kinderen op. Ze was uiteindelijk de 35 voorbij toen ze zich inschreef aan de academie.
Haar figuratieve kunst dient niet om te schokken. Beweging en blijdschap, daarover gaat het. De bekendste van haar beeldengroepen zijn "De lopers" en "Hommage aan Isidora Duncan"
Enkele van haar beeldengroepen vonden een sfeervol onderkomen in de Cellekens, het voormalig tehuis voor alleenstaande vrouwen. Woonhuis, atelier, binnentuin, tentoonstellings- en receptieruimtes, alles werd door haar en haar man met evenveel zin voor detail afgewerkt en ingericht.
Tegenover de gaanderij van de Minderbroederskerk zien we de ingangspoort van de Cellekens : onze volgende halte :
De Cellekens
Gebouw uit de 19de eeuw van een liefdadigheidsinstelling die werd opgericht ten behoeve van arme en alleenstaande vrouwen. Hier konden behoeftige en alleenstaande vrouwen terecht. In 1973 verliet de laatste bewoonster de Cellekens en werd het complex door leegstand bedreigd. De redding kwam na 20 jaar toen beeldhouwster Mariette Teugels en haar man het aankochten. Acht jaar restaureerden ze de gebouwen met vallen en opstaan. Het resultaat is ronduit prachtig en de kroon op het werk is dat ze de Europa Nostraprijs voor Erfgoed kregen.
Het gesticht 'Cellekens' is opgericht in 1620 door dame Anna de Blehen, met het doel kosteloos onderdak te verlenen aan behoeftige meisjes en kinderloze weduwen. Oorspronkelijk verspreid over de stad, worden ze in 1854 op de gronden van het zogeheten Spaans Gasthuis samengebracht. De gebouwen krijgen een 18de-eeuws uitzicht door de verwerking van herbruikt materiaal. De foto toont de oostvleugel gezien vanaf de binnentuin, links van het hoofdgebouw. Hij is opgesplitst in woonhuisjes van twee of drie traveeën onder een doorlopend zadeldak.
Voorbij het Conservatorium en het Cultuurcentrum nemen we de eerste straat rechts : de Minderbroedersgang en komen zo bij de gaanderij van de oude Minderbroederskerk
Een sober gebouw in laat-gotische stijl, dat dateert van het begin van de zeventiende eeuw. Het maakte deel uit van een omvangrijk kloostercomplex dat onder meer nog een binnenhof, gastenverblijven en een infirmerie omvatte. In 1796 werd de orde door de Fransen verjaagd. Klooster en kerk werden omgevormd tot kazerne en hooimagazijn en geraakten steeds meer in verval. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werden enkele panden gesloopt om plaats te maken voor het Cultuurcentrum, de academie voor beeldende kunsten en het conservatorium. Wat de kerk betreft werd in de jaren tachtig gered wat nog te redden viel. Het oorspronkelijke dakgebinte werd fraai hersteld. Maar het koorgedeelte en het kerkschip werden van elkaar gescheiden om de constructie stabiel te houden en om een verbinding te maken met de overige culturele ruimtes.
We volgen de Dijle stroomafwaarts richting jachthaven en slaan links de Keerbergstraat in. Ooit bloeide het volksleven in de zijstraatjes van de Dijle met zijn ontelbare wijkkermissen en kaffedrinken. We belanden in een oud volksstraatje en houden halt in het midden.
De Keerbergstraat komt uit op de Adegemstraat. We draaien ze links in en lopen tot het huisnummer 79-81. In dit gebouw is een kinderdagverblijf ondergebracht. Het gebouw heeft weinig historische waarde maar is de aanleiding om even bij de kinderopvang stil te staan. In tegenstelling tot vandaag voorzagen de eerste kindercrèches enkel opvang voor de armste bevolkingsgroep, waarvan ook de vrouwen verplicht waren te gaan werken om te kunnen overleven.We lopen een eindje verder door en slaan links de Kraanstraat in om de tekst te lezen.
We vervolgen onze weg en via de Kraanbrug steken we opnieuw de Dijle over. Door de Persoonshoek lopen we links de Melaan op. Dit is een gedempte zijtak van de Dijle die terug opengelegd wordt. Ter hoogte van de straat 'De Melaan' en het Jef Denynplein, wordt de vliet over een breedte van ca 4-5 meter terug opengemaakt. Er komt een 'boulevard' langs de vliet om te wandelen en een reuzebank over de ganse lengte van de vliet om van het water en de stad te genieten. Sommige historische bruggen worden terug geplaatst, er komt een nieuwe bomenrij, en een heel verkeersplan was al voorgesteld. Het archeologisch onderzoek is gepland voor juli en augustus, in oktober van dit jaar wordt er gestart, als alles naar plan verloopt.
Stadswandeling met als titel : Van arbeidersvrouw tot koningin
Deze wandeling vertrekt aan de Kraanbrug, op de Haverwerf. Van op de oever, bij de drie prachtige historische gevels met de rijke sculptuur, hebben we een mooi uitzicht. Het is de plaats waar in de 19de eeuw de vrouwen water putten uit de Dijle om er het stro in te weken, dat ze als stoelenvlechsters gebruikten om stoelzittingen te vlechten.
Sinds de dertiende eeuw stond aan de Dijle (linkeroever), naast de Kraanbrug een grote houten stadskraan om schepen te lossen. De stadsrekeningen vermelden vanaf 1311 talrijke herstellingswerken aan deze ingenieuze houten machine. Dit was typisch voor een middeleeuwse stad die haar zelfstandigheid en welvaart wilde benadrukken; militaire bouwwerken (zoals stadpoorten), maar ook economische infrastructuur zoals de stadskraan, kregen een prestigieus tintje.
De kraan werd bediend en beheerd door een groep werklieden die men de Kraankinderen noemde. Zij liepen in de tredmolens en bestuurden de kraan. Dit gezelschap, bestaande uit 5 personen o.l.v. een kraanmeester, kreeg vanwege het stadsbestuur het monopolie op het laden en lossen van schepen. In ruil kregen zij een vast percentage van de opbrengsten.
De Mechelse kraan, met zijn twee grote tredraderen aan de buitenzijde, bleef nog meerdere eeuwen in functie. Tot het midden van de 19de eeuw werd de stadskraan regelmatig gebruikt. In 1873 verrichtte men nog de nodige herstellingen. Maar toen dit in 1886 weer nodig bleek, zag men op tegen de grote onkosten. De kraan was niet meer in gebruik en bracht dus ook niets meer op. Bovendien vond het stadsbestuur dat de veiligheid van voorbijgangers in het gedrang kwam omwille van de bouwvallige toestand ervan. Ondanks luid protest van de Cercle archéologique werd de stadskraan in 1887 openbaar verkocht en afgebroken. Zo verdween zo een uniek stukje pré-industriële technologie. Vandaag herinneren enkel de vertrouwde Kraanbrug en de Kraanstraat nog aan het bestaan van de houten kraan.
Haverwerf
Plaats waar haver verscheept en verhandeld mocht worden vanaf de 14de eeuw. Drie prachtige burgerhuizen uit de tijd toen Mechelen belastingen hief op schepen die zout, haver of vis aanvoerden langs de Dijle. Het centrale gebouw De Duiveltjes is een zeldzaam houten huis uit de 16de eeuw. Links daarvan Sint-Jozef (17de eeuw) en rechts Het Paradijske (16de eeuw) met in het fronton de uitgebeelde uitdrijving van Adam en Eva.
Om in Mechelen te geraken nemen de trein van 9 uur 12 in Wetteren en staan om 9 uur 50 ter plaatse (wanneer alles normaal verloopt). De terugreis uit Mechelen - centraal geschiedt om 10 min na het uur (richting kortrijk nemen) : aankomst wetteren 48 min na uur. We gokken op 18 uur 10 om af te sluiten in Mechelen. Wanneer we uit Mechelen - nekkerspoel vertrekken (speelgoedmuseum) gebeurt dit best op 53 min na uur (richting brussel zuid) om 2 min later in mechelen centraal te staan. Daar overstappen op de trein van hierboven.
Weekendbiljet
De voordelige formule voor een ontspannen weekend.
Het Weekendbiljet is een heen-en-terugbiljet voor 1ste of 2de klas, dat je een korting biedt van 50%. Voor Wetteren - Mechelen komt dit op 6,20 euro Je bepaalt zelf de dag van de heenreis (op vrijdag vanaf 19u01, op zaterdag of op zondag) en je kiest de terugreis op zaterdag of zondag, hetzelfde weekend.
Bovendien kan je de terugreis aanvangen vanuit een ander station dan het station waar je de heenreis beëindigd hebt, voor zover je dit vraagt op het moment dat je je biljet aankoopt (enkel mogelijk bij aankoop aan het loket). Je hoeft dit echter niet aan te vragen indien het station in kwestie een kuststation is.
Margaretha van York (1446-1503)De Engelse Margaretha van York werd in mei 1446 geboren op kasteel Fotheringhay in Northamptonshire. Zij was een telg uit de oudste tak van het Engelse koningshuis, want haar vader was Richard van York (1411-1460) en haar moeder Cecilia Neville. Margaretha was de zuster van de Engelse koningen Edward IV en Richard III.
Margaretha kwam in 1468 op 22-jarige leeftijd naar Vlaanderen. Zij werd de derde vrouw van de hertog van Bourgondië, Karel de Stoute. Zij trad in juli 1468 in Brugge in het huwelijk met de dertien jaar oudere Karel. Margaretha was betrokken bij de opvoeding van Maria van Bourgondië, een dochter van Karel uit zijn verbintenis met Isabella van Bourbon. Later zal Maria in het huwelijk treden met Maximiliaan I van Oostenrijk.
Na de dood van Karel de Stoute in de slag bij Nancy in januari 1477, vestigde Margaretha zich in een paleis in Mechelen. Vanuit dit gebouw behartigde ze de belangen van haar schoonfamilie in de Nederlanden. In 1486 schonk ze het paleis aan de stad Mechelen, die het later ter beschikking stelde aan Maximiliaan en zijn zoon Filips de Schone.
Margaretha is niet alleen belangrijk geweest op politiek, maar ook op cultureel gebied. Door haar kunst kwamen Engelse gebruiken in Europa in zwang. Ook werden kunstenaars uit de Lage Landen uitgenodigd door de Britse adel. Margaretha overleed in 1503 en werd begraven in de Minderbroederskerk in Mechelen.
Nadat haar man Filibert was overleden, begon margareta van Oostenrijk in maart 1505 met de uitvoering van haar plan: in Brou (net buiten Bourg-en-Bresse) een klooster en een kerk te bouwen ter nagedachtenis aan Filibert. De eerste steen van het complex legde zij op 28 augustus van het volgende jaar. Voor haar bouwplannen haalde Margaretha de beste bouwmeester, steenhouwers en beeldhouwers uit de Nederlanden naar Brou, waar ze wedijverden met het puik van de houtsnijders uit Bourgondië en de streek van Bresse. Het resultaat is een parel, een uniek monument, gevolg van een unieke concentratie van talent.
Margaretha, hertogin van Savoye, brandglas in de kerk van Brou
Haar bouwmeester baseerde zich voor de kerk op de mooiste voorbeelden van de late Brabantse gotiek: de kathedraal van Antwerpen en die van Mechelen, de Sint-Pieters van Leuven. De hoge koorafsluiting vormt een kantwerk van steen. In het koor vind je de drie praalgraven, in wit marmer van Carrara (Italië): in een muurnis dat van haar schoonmoeder Margaretha van Bourbon, centraal dat van Filibert en aan de zijkant dat van Margaretha zelf. Overal is haar devies uitgehakt of aangebracht in de glasramen: FORTUNE INFORTUNE FORT UNE, wat kan vertaald worden als: het Lot maakt één persoon zeer ongelukkig, een verwijzing naar de wisselvalligheden van haar leven en het kortstondige van alle aardse geluk, door de wentelingen van het rad van fortuin. Margaretha zou de voltooiing niet beleven: pas midden mei 1532, bijna twee jaar na haar dood was het complex klaar om haar lijkkist onder het grafmonument in het koor bij te zetten.
Margaretha van Oostenrijk of van Savoye (Brussel 1480 - 1530)
Margaretha was hertogin van Savoye, landvoogdes van de Nederlanden, en de enige dochter van keizer Maximiliaan I en Maria van Bourgondië. Na de dood van haar moeder op 27 maart 1482 werd de tweejarige Margaretha van Oostenrijk verloofd met de toen dertienjarige Karel VIII, de Franse dauphin. In 1491 echter trad Karel in het huwelijk met Anna van Bretagne en Margaretha werd in 1493 bij de vrede van Senlis aan haar vader, Maximiliaan, teruggegeven. Twee jaar later huwde Margaretha met de tengere Johan van Castilië, de troonopvolger van Spanje. Deze bezweek echter vijf maanden later, totaal uitgeput door feestelijkheden, blijde intredes en echtelijke plichten.
Op 5 maart 1500 arriveerde Margaretha te Gent, waar de geboorte werd gevierd van Karel, de zoon en erfopvolger van haar broer Filips. Op 28 nov. 1501 huwde zij met Philibert, hertog van Savoye, maar zij verloor haar tweede gemaal amper drie jaar later: Philibert stierf na een jachtparij op een hete dag, toen hij overvloedig ijskoud bronwater had gedronken. Margaretha nam zich toen voor de weduwenkap tot het eind van haar dagen te dragen en verwoordde haar rouwgevoelens in Franstalige gedichten.
De hertogin keerde naar de Nederlanden terug, waar keizer Maximiliaan (Regent na de dood van Filips de Schone) haar op 18 maart 1507 belastte met de landvoogdij. Margaretha regeerde vanuit Mechelen, waardoor deze stad de hoofdplaats van de Nederlanden werd. Voor het bestuur van deze gewesten deed ze vooral een beroep op de Geheime Raad.
Toen zij toenadering zocht tot de koning van Engeland en deze samen met het leger van Maximiliaan de Franse troepen in Normandië versloeg, kwam door haar bemiddeling op 10 maart 1508 de Vrede van Kamerijk tot stand, waarbij o.a. de jonge aartshertog Karel voorbestemd werd te huwen met Maria Tudor, dochter van de Engelse koning.
Toen Karel V in 1515 meerderjarig werd verklaard, leefde zij enige tijd teruggetrokken. Nadat Karel naar Spanje was vertrokken om er na het overlijden van Ferdinand V van Aragon de troonopvolging waar te nemen werd Margaretha,'la bonne tante' voor een tweede maal belast met de regering over de Nederlanden.
Eén van haar successen was de verkiezing van Karel V tot keizer (1519), wat gepaard ging met een hervatting van de oorlog tegen Frankrijk, waarbij de Franse koning de souvereiniteit over Artesië verloor. Samen met de koningin van Frankrijk ijverde ze voor een vergelijk, wat op 3 aug. 1529 tot de 'Damesvrede' leidde, waarbij Frans I definitief afstand deed van alle aanspraken op Vlaanderen en Artesië. Tijdens de laatste tien jaar van haar bewind liet Karel V het gehele bestuur over de Nederlanden op haar schouders rusten.
In vele opzichten kan men Margaretha's regering beschouwen als een tijd van rust en welvaart.
Ten gevolge van een slepende beenkwaal stond ze in 1530 het bewind over de Nederlanden af aan Antoine Lalaing, graaf van Hoogstraten. Margaretha overleed te Mechelen in de nacht van 30 november op 1 december 1530.
De tentoonstelling Dames met Klasse laat ons de wereld van zien van die twee machtige dames die rond 1500 aan het roer van de Nederlanden stonden. Wat hield hen bezig, hoe stonden zij in het leven? Hoe hielden zij zich politiek en emotioneel staande in zo'n uitgesproken mannenwereld? Wat was hun band met God, macht, kunst en wetenschap? Een vrouwelijk dubbelportret uit een even boeiende tijd als de onze. Mechelen, vijfhonderd jaar geleden. Twee vrouwen spannen er de kroon: Margareta van York en Margareta van Oostenrijk. Beide dames worden al vroeg weduwe en spelen een actieve rol in het politieke en culturele leven van Europa. Ze bewegen zich op het snijvlak waar Middeleeuwen en Renaissance, de Oude en de Nieuwe Wereld(en) elkaar raken. Elk van hen vormt een brug in tijd en ruimte tussen allerlei, vaak tegenstrijdige mens- en wereldbeelden, mentaliteiten en werkelijkheden. Hun hoven dienen als kweekvijvers waarin ouderloze koningskinderen worden voorbereid op het echte leven. De jonge Karel bijvoorbeeld, die later keizer zal worden, groeit er op onder de hoede van zijn tante Margareta van Oostenrijk Tal van kunstenaars zoals Pierre de la Rue, Conrad Meit, Jan Gossaert Mabuse en Bernard van Orley werken aan en voor het hof in Mechelen. Erasmus en Albrecht Dürer komen er op bezoek. Muziek, beeldende kunst en geletterdheid, geloof en wetenschap komen er op een wonderlijke wijze samen. Getuigen hiervan zijn de rijke bibliotheek met handschriften en gedrukte boeken, een imposante portrettengalerij, prachtige wandtapijten, allerlei religieuze werken, een rariteitenkabinet met koralen en luxegerei uit de hele wereld, de allereerste verzameling exotica uit het pas veroverde Mexico Maar wie zijn deze twee Margaretas eigenlijk? Wat bezielt hen? Hoe blijven ze overeind in het ingewikkelde, internationale machtsspel waarin vooral mannen de dienst uitmaken? Kunnen ze hun vrouw-zijn handhaven en, als het erop aankomt, ook strategisch inzetten in het belang van de opvolging en de familie? Hoe gaan ze om met rolmodellen, vrouwbeelden en hun lot als weduwe? Hoe uiten zij gevoelens als liefde, geluk en verdriet? Welke rol spelen traditie, religie, kennis en kunst in hun leven? Rond deze en andere vragen is de groots opgezette tentoonstelling Dames met Klasse. Margareta van York en Margareta van Oostenrijk opgebouwd. Als een zoektocht en een ontmoeting, complex en verrassend, in de breedte en in de diepte, met beide Margaretas én de stad Mechelen als hoofdrolspelers. Dames met Klasse. Margareta van York en Margareta van Oostenrijk vormt dit najaar zonder twijfel hét hoogtepunt in de tentoonstellingskalender van Vlaanderen! Voor de gelegenheid zijn ruim 170 objecten uit de hele wereld samengebracht. Tal van musea in Madrid, Wenen, Parijs, Londen, Berlijn, Nürnberg , maar ook in Vlaanderen en Brussel geven ze hun mooiste stukken in bruikleen. Nooit eerder kwamen ze samen terug thuis in Mechelen. Het bezoek aan Dames met Klasse wordt helemaal een belevenis als je gebruik maakt van de audiogids. De wereldvermaarde Irakese architecte Zaha Hadid tekent voor de zeer eigenzinnige, eigentijdse vormgeving van de tentoonstelling.
Ik heb zo wat overal gesnuisterd, een pak documentatie bijeen gezocht en wat volgt is er het resultaat van.
Deze blog is opgesplitst volgens de activiteiten van de dag met voorafgaandelijk enkele
Wetenswaardigheden over de 2 Margareta's waar het voor het ogenblik om handelt in Mechelen : MARGARETA VAN OOSTENRIJK en MARGARETA VAN YORK.
* Historische wandelingVorstelijk Vrouwelijk We kozen voor wandeling nummer twee : Van arbeidersvrouw tot koningin, zoals beschreven in de prachtige wandelbrochure.
* De Carrillon 2 berichten
* HetSpeelgoedmuseum 3 berichten
Ten slotte volgt nog een uitvoerige beschrijving van de twee andere stadswandelingen, die ook opgenompen zijn in de brochure : Historische wandelingen in Mechelen : Vorstelijk vrouwelijk. van Margareta's tot straatmadeliefjes
Eénmaal per jaar "gaat vader op stap" met zijn dochters en schoondochter. (Wat trouwens ook gebeurt bij een andere gelegenheid met "de mannen")
Tijdens hun eerste voorbereidende bijeenkomst hebben ze me gevraagd een uitstap naar Mechelen voor te bereiden. Dit leek me een zeer goede keuze want nog tot 18 december is Mechelen, Stad in vrouwenhanden.
Op donderdag 27 october werden uiteindelijk de knopen doorgehakt.
Er werd gekozen om :
1/ de verplaatsing met de trein te maken 2/ wandeling nr 2 te doen : Van arbeidersvrouw tot koningin 3/ 's middags in De Carillion te gaan eten 4/ 's namiddags het speelgoedmuseum te bezoeken. Het museum ligt niet zo ver wandelen van het centrum (op 15 min). Als we vertrekken vanop de Grote Markt moeten we de Befferstraat ingaan (langsheen het Stadhuis), rechtdoor naar de Veemarkt, de Keizerstraat rechtdoor, de ring oversteken en altijd rechtdoor, de brug van station Nekkerspoel onder om zo aan te komen in de Nekkerspoelstraat. Het museum is gelegen op nr. 21.
Deze blog handelt over de jaarlijkse "vrouwenuitstap" - editie 2005
Op zondag 20 november 2005 was het eindelijk zo ver. Iedereen was klaar voor de langgeplande vrouwenuitstap van dit jaar. Met zijn vieren zouden we met de trein vanuit Wetteren naar Mechelen vertrekken voor een bezoek aan de stad, een etentje en als afsluiter een bezoek aan het Speelgoedmuseum.
De vele rubrieken hieronder beschrijven voor u de ganse voorbereiding van deze uitstap