In een artikel van het Nieuwsblad werd het volgende geschreven : Koning Boudewijn en koningin Fabiola zijn er geweest, maar ook andere ,,groten der aarde'', zoals Michael Gorbatsjov, Margaret Thatcher en George Bush sr. Ook de kleine man -- zeker al wie zijn brood verdiende in de vlasindustrie -- kwam onder de indruk van wat het Vlas-, Kant- en Linnenmuseum, in de Etienne Sabbelaan 4 in Kortrijk, te bieden heeft. Het Vlasmuseum, dat is het levenswerk van Bert Dewilde. De conservator vond een uitstekende opvolger in zijn dochter Annick, die op 15 december in zijn sporen trad. Nu bestaat het museum een goeie twintig jaar. Het kreeg jaarlijks gemiddeld 43.000 bezoekers over de vloer. Jaar na jaar namen die cijfers toe. Voor de eerste helft van 2002 stegen de bezoekcijfers nog eens met 6.000 in vergelijking met vorig jaar.
Redden wat nog kon Het idee en het voorstel tot oprichting van een vlasmuseum in Kortrijk werden op 20 december 1963 aan het stadsbestuur overgemaakt en in januari 1964 goedgekeurd. De aanvankelijk nederige bedoeling was een ultieme poging te doen om nog enkele typische werktuigen, oude foto's en documenten bijeen te brengen op de eerste verdieping van de linker Broeltoren. Bert Dewilde wou er vooral klassengroepen de gelegenheid bieden om toch nog iets op te steken van die eeuwenoude Vlaamse en vooral streekgebonden nijverheid. Vanaf de vijftiende eeuw had die Vlaanderen en vooral de Leiestreek welvaart geschonken. Op 30 mei 1964 werd een vzw opgericht met Dries Dequae als voorzitter en initiatiefnemer Bert Dewilde als secretaris. Als doel werd toen geformuleerd: het redden en in een museum bijeenbrengen van alles wat betrekking heeft met de historische evolutie van de vlasnijverheid.
Hoeve Beeuwsaert Door de intense speurtocht van promotor Dewilde bleek de Broeltoren vlug te klein en werd in 1966 geopteerd om het museum in te richten in enkele leegstaande huisjes van het Begijnhof. De grotere stukken konden er evenwel niet worden opgesteld en in juli 1971 vroeg Bert Dewilde om het Vlasmuseum te mogen inrichten in de door de stad onteigende en voor sloop bestemde hoeve Beeuwsaert, in de toenmalige Corneliusweg. Het voorstel werd goedgekeurd, maar de start voor de restauratie werd pas op 20 november 1978 gegeven. Op 15 augustus 1981 was de ruwbouw klaar en startte Bert Dewilde, intussen als conservator aangesteld, met de inrichtingswerken. Hij concipieerde een formule die direct aansprak: hij reconstrueerde het hele gebeuren -- teelt, bewerking en verwerking van het vlas -- in 25 taferelen, geanimeerd door 59 levensechte personages van bekende vlassers en vlasboeren uit de streek. Op 1 januari 2000 werd het museum, in uitvoering van een 18 jaar oud contract, door het Kortrijkse stadsbestuur overgenomen. De personeelsploeg bestaat op dit moment uit de voltijdse conservator en 11 halftijdse medewerkers.
|