Ze is mooi. Lange prachtige zwartglanzende haren bedekken haar sierlijke schouders. Het lange zwarte kleed onthult spaarzaam de perfekte vormen van haar lichaam. Haar fonkelende donkere ogen kijken me ondoorgrondelijk aan, maar laten me niet toe haar gedachten te doorgronden. Haar intelligentie tart alle menselijke begrippen. Ze is hard. Glashard. Maar toch overtreffen haar goedheid en haar gevoel voor rechtvaardigheid elke aardse norm en zijn een voorbeeld voor de in alle opzichten in gebreke gebleven mensheid. Van onrecht heeft ze een afschuw. Vandaar haar gerechtvaardigde gevoelens van walging voor de aardse mens. Ook de Duisternis eist rechtvaardigheid. In tegenstelling tot waar de mens van uitgaat zal de Duisternis nooit ofte nooit overgaan tot het doden van goede mensen. Die misdaden worden uitgevoerd door stervelingen, die niet over voldoende verstandelijk vermogen beschikken en niet beseffen dat zelfs Goedheid van hen walgt. Na rijp beraad kan de Godin der Duisternis bij bepaalde mensen hun voorziene tijdstip van overlijden naar het heden brengen om alzo hun overgang te vervroegen. Voorbeelden geven is uiteraard uit den boze. Maar als ik dan bepaalde overlijdens verneem vult mijn lichaam zich met een gloed van tevredenheid, en met fierheid, omdat ik de Godin der Duisternis mijn vriendin mag noemen.
|