dat slikken onbegroeide slijkplaten zijn die enkel bij laagwater vrijkomen. dat schorren rietvelden en wilgenbroekbossen zijn.Soms zijn het ook laag gelegen weiden. dat springtij extra hoge waterstand is bij bij volle en nieuwe maan. dat doodtij een lagere hoogwaterstand is tijdens eerste en laatste kwartier van de maanstand. dat uiterwaarden het geheel is van slikken en schorren langsheen de Schelde. dat het SIGMA-plan bepaalde dat alle dijken van het Scheldebekken verzwaard en verhoogd moesten worden. dat wielen grote waterplassen zijn die ontstaan zijn achter een bres in de dijk. dat kragen afdammingen zijn rond wielen. dat de Schelde en de onmiddellijke omgeving nog veel meer merkwaardigheden heeft.