Uit een akte van
"scheedijnghe
ende deelijnghe" opgemaakt op 18 februari 1677 en meeondertekend door Heijndrick
de Wijnter blijkt dat:
- Pieter de Winter gehuwd was met Philippijne
de Vreese dochter van Joos de Vreese fi Pieter en
van Geerardijne de Muytere fa Jans. Philippijne had
drie broers nl. Pieter, Balthazar en Jan.
- Dat in de verdeling
hem kavel D toekwam "in cause sijne huijsvrouwe Philippijne de
Vreese".
Kavel D omvatte:
- Een stuk land in
Vinkt van een halve bunder.
- In Drongen
vierhonderd roeden weide.
- Onverdeeld met Pieter
de Vreese en Balthazar de Vreese een "half bunder Erfve
aen Vijnctplaetse met 't derde in de schuere ende boomen daerop
staende".
Dat kavel
A toekomt aan Jan de Vreese.
- Het betreft de helft
van een woonhuis en smidse en de helft in de gebouwen en de bomen die erop
staan, gelegen ten Oosten van "Vynctplaetse"
- De andere
helft behoorde toe aan Heijndrick de Wintere die gehuwd was
met ene De Muiter.
Hieruit
concluderen we dat Hendrik
de Winter woonde in Vinkt en daar wel afstammelingen zal
gehad hebben. Ik heb wel de bedoeling gehad daar te zoeken maar ander
zaken gingen voor.
Gegroet Raf De Cooman - Moniek De
Winter
|