Iets meer over Petrus De Winter, zoon van Adriaan De Jonghe
Petrus De Winter
(zoon van Adriaan) wordt vermeld in de kerkregisters van Burst op 15
december 1633 wanneer hij samen met zijn broer Henricus (als tweeling)
gedoopt wordt. Zijn dooppeter en doopmeter waren respectievelijk Petrus
De Vuyst en Catharina Tuybens.
Hij treedt in het huwelijk rond 1669
met Philippina De Vreese en uit dit huwelijk zouden in totaal 14
kinderen geboren worden waarvan 9 nog in leven waren (4 dochters en 5
zonen) bij zijn overlijden op 2 november 1694 (informatie bevestigd
door een SVG opgemaakt bij zijn overlijden).
Petrus (Pieter) moet een niet
onbelangrijke rol gespeeld hebben in het lokale leven want hij wordt
als griffier vermeld in een akte eedaflegging voor de schepenbank van
Burst. Hieruit mogen we wellicht afleiden dat hij enig onderwijs
genoten had.
Het is pas tijdens de eerste synode
van Mechelen en het provinciaal concilie van 1607 dat er werd
aangedrongen op de oprichting van parochiescholen. Deze scholen
moesten niet alleen de gebeden en de geloofswaardigheden aanleren, maar
ook de kinderen leren lezen, schrijven en de Mis dienen. De instelling
werd gesuperviseerd door de pastoor en gewoonlijk werd door hem op
zaterdag catechismusles gegeven.
Bij het einde van de 16e en het begin
van de 17e eeuw ontstonden alzo vele scholen die doorgaans geleid
werden door een koster-onderwijzer en die ook meestal in zijn eigen
woonst werden gehouden.
In de Heerlijkheid Burst - Bambrugge
- Zonnegem - Cottem moest de jeugd zich naar Burst begeven om enig
onderwijs te genieten. Het eerste spoor van een koster-onderwijzer te
Burst werd gevonden in het dekanaal verslag van 1656. De deken maakt
echter geen melding van een naam. Toch moet er eerder een lesgever in
Burst hebben gewoond, want de Vlekkemse kinderen volgden reeds in 1599
lessen in de hoofdparochie.
Blijkbaar was de dubbele taak van
koster-onderwijzer toch te zwaar, want reeds in 1672 waren beide
beroepen ontkoppeld. Het dekanaal verslag van het jaar 1672 maakt gewag
van een zekere Henricus Michiels die enkel onderwijzer was.
De taak van koster-onderwijzer werd echter in 1682 weer waargenomen door een zekere Livinus Moreels.
Al de gekende opvolgers waren vanaf
dan geen koster meer. Dit was o.a. het geval met Franciscus Rasschaert
(dekanale verslagen van 1694, 1714, 1722 en 1730) en Petrus Rasschaert,
in Burst benoemd in 1746 en welke ook nog in 1774 les
gaf.
Tenslotte wordt Petrus De Winter
eveneens postuum vernoemd in de registers van de stad Geraardsbergen in
1716 wanneer zijn zoon Livinus (Lieven) als buitenpoorter wordt
ingeschreven.
Alain De Winter - Luxemburg
Reacties op bericht (0)
Ook U kan meewerken aan dit blog. Heb je informatie, dokumenten, foto's m.b.t. de afstammelingen van Adriaan De Winter of hun verwanten, stuur deze gerust aan Leon De Winter- Zulte