Het ziet er niet zwart van het vrouwvolk, daar aan de top van het wetenschappelijk onderzoek. Maar om deze vrouw kun je echt niet heen. Professor Christine Van Broeckhoven is een internationale autoriteit in het onderzoek naar Alzheimer-dementie, manisch-depressieve psychose en andere zenuwziektes bij volwassenen. Buitenlandse universiteiten en bedrijven staan in de rij voor haar. Toch heeft ze het blijkbaar naar haar zin in Antwerpen, waar ze sinds 1983 aan de universiteit haar eigen laboratorium voor moleculaire genetica heeft. Ze heeft er opvallend veel vrouwelijk personeel in dienst. Expertise is het belangrijkste aanwervingscriterium, maar haar feminisme zal ze niet onder stoelen of banken steken. Ze wil dat vrouwen alle kansen krijgen om een carrière met een gezinsleven te combineren. "Het wordt hoog tijd dat werkgevers hun beleid op vrouwen afstemmen."
De hersenen zijn haar geliefkoosde onderzoeksdomein. Alzheimer-dementie is volgens haar het ergste wat een mens kan overkomen. Je verliest niet alleen je geheugen, maar ook je persoonlijkheid, je ziel. En er is werk aan de winkel. Tegen 2030 zal onze bevolking namelijk sterk vergrijsd zijn. Dit is geen leuk vooruitzicht als je weet dat een op de vier bejaarden met deze ziekte te maken krijgt. Van Broeckhoven wil de beleidsmakers dan ook wakker schudden. Deze moeten absoluut geld vrijmaken voor onderzoek naar de effecten van Alzheimer-dementie. Ook het gebrek aan structurele financiering voor de wetenschap is een bron van ergernis voor haar. Daardoor haken goede wetenschappers af of vertrekken ze naar landen waar ze meer kansen krijgen, zoals de VS. Zelf is ze een van de weinige vrouwelijke gewoon hoogleraars in de exacte wetenschappen. Niet op haar mond gevallen, maar bescheiden: "Mensen die zich met hun titel laten aanspreken, verdenk ik ervan een gebrek aan competentie te willen verbergen." |