*
*
Een geheel: onze Taal Unie
Samen met de 2 Lage Landen NL & VL, met Vlaanderen-in-Frankrijk. Staatkundig een Drie Eenheid maar één geheel: het onvervreemdbaar Erfgoed der Vaderen.
*
INLEIDING / GROTE SPRONG VOORWAARTS
*
Raar, hé! Een gunstig windje van over ’t water bracht mij een prachtig lied helemaal uit het bijna vergeten Land der Boêrs. Helemaal uit Zuid Afrika, aan Kaap de Goede Hoop, waar de Swartmensch op z’n Swartmensche wijze, de boel heeft overgenomen en kapot gemaakt.
Dus weent de ziel van zij die zijn overgebleef, en spreek tot ons. Of is het de golfslag in de kinkhoorn op het Noordzeestrand in Duinkerke, waar Muzels als beesten leven in de modder en hun eigen vuil voor ze de overkant kunnen inpalmen, om die in hun home-land overgebleven ‘Rooinekken’ op hun beurt te verlinken?
De tranerige stem in de Leugenpers smeekt om hulp voor die ‘blijvelingen’, want ze redden het net nie…. En ’t lijkt net alsof hun eigen wrede God hen nog wreder maakt, nu ze in de Vlaamse klei vastgelopen zijn….
*
*
MIDDENSTUK / VENSTER OP DE WERELD
*
Dis wat van my Vlaamsche Land is overgebleef
Boven is dat deel Oranje in de schoot gevallen
Alleen de taal is gebleef
Onderaan hebben ratten geknaagd
En net als Muzelbeesten ons Land ingepikt.
Alleen de Noordzee heeft ons niet bestolen.
Vluchten kunnen we niet meer.
Dus ’t wordt vechten weer.
*
Over Riana Scheepers, SMS
Mij verlangste is groot’,
skryf my skugter ouma
ingehoue (deur moraal en tyd)
verklaar sy haar liefde
die bros papier reis
teen ossewaspoed
weke later
lees my vurige oupa
die stil woorde
in verbleikte ink
en verstaan
haar verlange
‘FOKKIT, JY'S VER!’
tik ek die boodskap
ingeperk (slegs 160 karakters)
verklaar ek my liefde
die digitale flits skiet
teen telefoonspoed
sekondes later
lees my vurige minnaar
die flitsende woorde
in verligte fluoor
en verstaan
my verlangste
*
UIT LIJDING – MORAAL v/h VERHAAL
*
Ja Ja, die kat kom weer. Ze kon niet langer wâ. Die kat kom altie weer, want waar katten zijn, zijn er geen ratten meer.
Dat wisten zelfs de Tempeliers begin van de jaren 1300. Omdat ze katten hadden in hun burchten, kregen ze geen pest. Dat stelden ze vast, maar kenden nie de juiste toedracht nie. Dat ratten de verspreiders waren van de pestbacil, bleek slechts vele honderden jaren later.
Dat staat Geschiedkundig vast als een paal boven water. Net als het feit dat de toenmalige Franse Koning, Philips de Schone, weeral eens op droog zaad zat. Een slechte gewoonte bij de Zuiderburen, zoals U weet. Was toen ook al een slechte gewoonte, om ‘het geld te halen waar het zat’. Bij de schandalig rijk geworden Paters Tempeliers, de Beschermers van Het Heilig Graf. Vooral na zijn nederlaag (1302) tegen de Vlamingen, ook weer om hun geld af te pakken, dacht hij zijn gram bij de Paters te halen. Die hadden inderdaad bijna 300 jaar lang de erfenissen opgestreken van al die smoorrijke pelgrims die onderweg naar het H. Land waren bezweken. Nadat ze bij de Paters tegen een prijske bed, bad en brood hadden kunnen kopen… Waarmee weer eens bewezen is, welke stommeriken onze huidige Meesters zijn. Kunnen ze daar een fortuin verdienen aan al die petrol-vluchtelingen, door niet hun goed hart, maar hun lege portemonnee te laten spreken.
Ja, ik weet het. Het wordt een eentonig verhaal, al dat geld halen waar het zit. En het blijft maar duren. Nog altijd. Denk aan de Franse Revolutie van 1789, die ook en vooral bedoeld was om de Kerk te beroven. Weliswaar sedertdien onder het motto dat alle eigendom diefstal is.
Samen met de Paus van Rome onder één hoedje, speelde de Franse Koning dan een subtiel spel. We schrijven 1307. Onder voorwendsel van nog eens te willen klappen, nodigde hij de Oversten der schatrijke Tempeliers op een etentje aan het Hof in Parijs. Waarbij hij hen, en de hele bataclan van pij-dragers, ’s morgens vroeg, op Vrijdag 13de met wapengeweld over het hele grondgebied, in de kerker liet gooien. Maar de Paters, die het spel van de Koning al rap hadden doorzien, hadden hun wereldberoemde schat aan goud, juwelen en edelstenen op 10 of 12 platte wagens geladen, met zeildoek afgedekt, naar het buitenland gevlucht. In de streek van Doornik, wordt gezegd, waar die tot op de huidige dag nog altijd niet terug gevonden werd. Dus liet de Schone na jaren van marteling om hen te doen bekennen, het zootje dan maar (1314) opstoken, omdat ze hem te slim af waren geweest.
Hij kon dat met een gerust hart doen, daar de Paus van Rome de Tempeliers ondertussen, naar de gewoonte van de tijd, in de Ban van onze Moeder de Heilige Kerk had geslagen. Wegens… afgoderij. Omdat, zo luidde de beschuldiging, in al hun gebouwen katten hadden gekweekt die ze als Egyptische afgoden hadden verzorgd, vereerd, aanbeden en geliefkoosd. Onder de tortuur hadden de simpelste onder de Paters dat zelfs onder ede bevestigd…. De Paus krabbelde later terug, maar de Koning bleef volharden in de boosheid.
Op de brandstapel op een eiland in de Seine, net voor hij in de vlammen stierf, had Jacques de Molay, de 23ste en Laatste Grootmeester der Tempeliers zijn kwelgeesten vervloekt, door te tieren, dat hij, die seffens voor zijn Schepper zou staan, zowel de Paus als de Koning vervloekte, zodat hij hen binnen het jaar daar zou ontmoeten. Om hen rekenschap te vragen.
En inderdaad, binnen het jaar waren beiden dood. Beiden door vergif om het leven gekomen. Toch toevallig, niet? Alhoewel de politie nog altijd een spoor volgt, zijn de daders tot op de huidige dag niet gevonden….
Toen braken er voor de Kat in het algemeen maar droeve tijden aan. Ze werden in de ganse christenheid overal gewoon uitgeroeid. Met als noodlottig gevolg, dat schepen uit de ganse toen bekende wereld, meestal uit de Moslim-landen massaal ratten die ze (als verstekelingen?) aan boord hadden, in onzen havens konden afzetten. Al dan niet met opzet. Feit is wel, dat toen vele tientallen jaren de Zwarte Dood (de Pest) miljoenen doden heeft geëist.
Een klassiek voorbeeld van verwarring tussen oorzaak (het uitroeien van de kat) en gevolg (de rattenplaag) en dus de Zwarte Builenpest.
*
*
Oorzaak en gevolg door elkaar halen, een typisch Socialistische eigenschap, even erg als de pest, vindt hier misschien zijn oorsprong. Maar dat is voer voor academisch gevormde historici in hun vrije tijd.
Dit zijn allemaal feiten die onze Grote Verlichte Verstanden toch zouden moeten doen nadenken. Moesten ze inderdaad hersenen daartoe in hun domme koppen hebben.
*
Ziezo. Als geboren en getogen Ieperling kan ik daar nog aan toevoegen, dat sedert de dagen van Philips de Schone katten tot op de huidige dag als attractie van uit de Halletoren in de menigte worden geworpen. Al zijn dat sedert kort pluchen diertjes. Buiten de vestigmuren van de Middeleeuwse stad, een stuk voorbij het Dorp der Melaatsen (St Jan-Hoge-Zieken) langs de steenweg naar Brugge, bestaat er nog altijd een gehucht, dat ‘Kattenkerkhof’ wordt genoemd. Net zoals er in ‘t Stad zelf nog altijd een Tempelstraat bestaat….
En als er ooit iemand van op Les Monts de Flandre, de heuvelrug die beide helften van Vlaanderen in twee werelden verdeelt, de vele Vlaamse velden tussen de torens van Rijsel en Gent of Kortrijk wil zien liggen aan zijn of haar voeten, die zoeke men op de GPS eens naar de Kattenberg. Le Mont des Cats ofte de Catsberg, lijk men daar in die streek ‘cats’ zegt, in plaats van ‘katten’.
Die Monts de Flandre liggen daar, moet U weten, pal op ‘de Schreve’, sedert Le Roi Soleil, de grenslijn met Frankrijk.
Frankrijk, dat jammer voor hen, eigenlijk altijd beter FrankARM ipv FrankRIJK had geheten. Wij, Vlamingen, weten inderdaad dat arm zijn geen schande is, als men daarbij door werken wel beter wordt.
Zeer tussen haakjes. De Paters op de Catsberg verkopen heerlijke zelf gemaakte paterskaas in hun winkeltje, dat U voorbij moet in de kloostergang naar hun kapel, waar er de zondagnamiddag heerlijke Gregoriaanse Vespers te beleven zijn. Probeer dat maar eens, op de terugweg van Kassel, die kleine Vlaams gebleven stad gebleven op die hoogte van waar er naar de vier windstreken, nog altijd de rechte lijnen lopen van de Romeinse Heirwegen… Over de middag kunt u in Hondschote, op de Kerkeplatse (Place de l’Eglise) zelfs een heerlijke schotel ‘potjesvlees’ genieten…
Ik meende nog van de gelegenheid gebruik te maken om over mijn favoriete Tempelier, de 10de Grootmeester (Gerard van Ruddervoorde) te spreken, maar mijn en Uw tijd is
OP
*
|