Acht beroepsvissers willen dat de Raad van State de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur terugfluit. De minister heeft besloten om het aantal visdagen op brasem op het IJsselmeer en Markermeer verder te beperken tot twee per jaar.
In 2014 mocht er nog 135 dagen op brasem worden gevist. Daarna mocht het een tijd lang nog maar zeven dagen. Inmiddels is dat verlaagd tot twee. Dit was nog een besluit van voormalig minister Carola Schouten. De stand van de brasem is kritiek, zo had Wageningen Marine Research (WMR) destijds aan de minister gerapporteerd.
'Druppel op gloeiende plaat'
"Hebben jullie enig idee hoe groot dat IJsselmeer is", vroeg visserman Louwe Kaptein uit Urk woensdag aan de rechters in Den Haag. In zijn wollen kapiteinspak met pet leek het alsof hij zo van de boot kwam.
"Er wordt maar door een paar vissers op brasem gevist. Een druppel op een gloeiende plaat dus", zei de Urker. De in het IJsselmeer en Markermeer gevangen brasem wordt veelal uitgezet in andere wateren voor de hengelsport.
Volgens Wageningen Marine Research moet er echt veel minder gevist worden, omdat anders de visstand zich niet kan herstellen. Daarom is het aantal dagen dat Urkers en anderen met rechtopstaande netten (ook wel 'zegen' genoemd) mogen vissen beperkt tot twee.
De overheid ziet nog liever dat de brasemvangst helemaal stopt. Iedere visser kon een bedrag van ruim 49.000 euro krijgen als die vrijwillig zou ophouden met de brasemvisserij.
'Het zit in je DNA'
Niet één van de vissers uit Urk, Makkum, Ermelo of Harderwijk heeft van het aanbod gebruik gemaakt. Het bedrag wordt door de vissers afgedaan als een fooi.
Visserman Hans Poepjes uit Makkum vindt dat de minister nogal makkelijk denkt over het staken van visserij. "Dat doe je niet zomaar. Ik ben van de vijfde generatie. Wij vissen sinds 1932, bijna 100 jaar, op het IJsselmeer. Het zit in je DNA".
Poepjes noemt zich parttime brasemvisser. Hij heeft neveninkomsten, want alleen van de brasemvangst valt niet te leven. Ook Kaptein haalt inkomsten uit andere vissersboten waar zijn zoons op varen.
Vissers bestrijden slechte stand
De vissers bestrijden dat het slecht gesteld is met de brasemstand. Er zou een verkeerde methode zijn gebruikt om het aantal vissen te tellen. En als het al slecht gaat met de vissoort, dan is niet de visserij de oorzaak. Er zijn ook andere oorzaken zoals voedselgebrek.
Maar de vissers hebben zelf geen onderzoek laten doen dat ze tegenover het rapport van de WMR kunnen zetten. Alle onderzoeksbureaus die zoiets kunnen, werken volgens hen voor de overheid. "Of ze willen voor de overheid werken."
De vissers zien echter aan hun vangsten uit de jaren 2015 tot en met 2020 dat er weer meer brasem in de netten zit. Volgens het ministerie is de toename te danken aan het vakmanschap van de vissers die beter zijn gaan vissen op schaarsere vis.
Een mooi compliment, vinden de vissers. Maar er klopt niets van. Momenteel loopt er nieuw onderzoek naar de visstand. Een eindrapport is er nog niet.
De uitspraak van de Raad van State volgt over enkele weken.