De weg terug.
Er komt een dag dat we terug moeten naar Shanghai.
Heel vroeg in de morgen vertrekken we opnieuw met de jeeps.
We kwamen goed op tijd aan en stonden voor een gesloten deur. De toegang tot het vliegveld was nog niet open, dan maar kamperen buiten en wachten.
Als afscheid kregen we een bol melk. Het was Jakkenmelk.
Ze zag er eerder bruin uit en rook niet zeer aangenaam, ik alleen dronk er van, ik wou dat proeven? Het leek wat zoet, maar niet slecht, echt aangenaam om drinken was het niet, ik drink nochtans graag melk, dit was anders.
De rest van het gezelschap deed alsof en dronk niet, de begeleiders wel.
Eindelijk konden we binnen en mochten vrij snel buiten in afwachting van plaats te nemen in het vliegtuig.
De Amerikanen kwamen er ook aan met een bus. Ze mochten niet mee er was geen plaats genoeg want er was een belangrijke delegatie die voor rang kreeg.
Het was reeds de derde ochtend dat ze er waren, telkens terug naar de stad
Terwijl we wachtten, kwam de delegatie aan, ze kregen een witte sjaal als eerbetoog. Dat deed me terug denken aan ons afscheidsmaal, we hadden er ook een gekregen. Dan mochten wij ook instappen.
Na een lange aanloop kon het vliegtuig nog juist op tijd opstijgen om scheerlings over de bergtoppen scheren op weg naar Shanghai.
Maar eerst opnieuw een lange tussen stop waar we geduldig moesten wachten.
|