De Tao waarover men spreekt is niet de eeuwige of ware Tao.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De oorsprong van deze zin zou terug gaan naar de periode van +- 1200 vc.
Confusius rond 500vc zou de betekenis van die zin herdefinieert hebben en die aangepast hebben aan de mens van zijn tijd, later zouden de neo-confusionisten dat opnieuw doen.
Wat betekent die zin nu in zijn originele versie?
Daar wordt nog steeds over gediscuteerd, maar zoals ik dat begrepen heb is het ongeveer zo, ik beweer niet dat ik het allemaal beter weet, mijn instructies komen ook uit lectuur van andere auteurs, zelfstudie en vooral na het lezen van het boek van de Martelare.
Het prilste begin gaat als volgt.
Uit het niets is het iets ontstaan.
Het primaire niets is dus iets dat niet echt bestaat naar onze normen, men noemt het ook het Grote Oog of de Opperste Hemel, in feite heeft het geen naam want alles dat een naam heeft bestaat in het hiermaals. Maar alles wat bestaat heeft ook een begin en een einde en is dus vergankelijk.
Het Eeuwige is onvergankelijk, is er altijd geweest en heeft geen oorsprong.
Zo ziet men de eeuwige TAO en dus kan men er niet over spreken.
Men noemt het ook nog: de Hemelse Poort of het Niet-Bestaan.
|