Met een paar voorbeelden zal ik U dit trachten aan te tonen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De kanker patiënt, deel 2.
1. Een Dame geboren in 1944 komt op de raadpleging ten einde raad en veel te laat. U zult straks begrijpen waarom ik zeg , te laat.
Haar medische geschiedenis ziet er uit als volgt.
1987: linker borstamputatie, geen oksel evidement, (er worden geen klieren verwijderd), de kanker is nog klein en werd perfect weggenomen. Er is zelfs geen verdere therapie nodig.
Normaal moet patiënte dus genezen zijn, maar wat zien we?
1990: recidiverende kanker op de operatienaad.
Opnieuw operatie en bestraling. Geen nood aan chemotherapie alles blijft lokaal.
Nolvadex forte elke dag, dat zou moeten volstaan. Tweede misrekening..
1992: terug recidief op dezelfde plaats, opnieuw operatie bestralen en nu nog chemotherapie tot augustus 1993.
Nu worden er ook "plekken" dus metastasen gezien in de rechter bekkenstreek en de rechter voorarm. Ze wordt zo moe, is kortademig, kan niets meer doen.
Dus: medrol en nu ook sterecyt.
Dank zij deze medicatie is ze tijdelijk iets beter, werken kan ze niet maar ze kan zich toch opnieuw verplaatsen en komt nu op aanraden van kennissen op consult. Waarom toch zo lang wachten?
Zie op de tekening waar de stralen kruisen .
De opgemeten cijfers tonen aan dat de immuniteit zeer laag is, maar dat gebeurt ook wanneer men chemotherapie toedient, de kanker aanwezigheid is zeer duidelijk meetbaar ondanks de therapie. Zolang deze dame op die stralen slaapt heeft ze geen enkele kans.
Drie weken later komt ze reeds terug, alleen de slaapkamer is gebiosaneerd; omdat ze gaan bouwen werd er op de kostprijs van de ontstoring gespaard. De stoorsporen zijn verdwenen, alleen de 7,6 west is nog voelbaar zij het minder intens en lager op het rechter been. Is het daardoor dat ze wat last heeft in het rechter been?
Dit is in feite niet de perfecte behandelingsmethode; ook waar we de ganse dag rusten en verblijven moet het gezond zijn, maar 't is toch beter dan niets te doen.
De felle kanker aanval die we zagen op de cijfers tijdens de eerste opmeting is iets minder agressief. Er blijft nog een lange weg af te leggen.
8 3 94: patiënte hoest opnieuw meer, men heeft door middel van punctie nu vocht uit de long gehaald. De agressie was te ver gevorderd, we zijn hier te laat geraadpleegd, onze hulp zal slechts tijdelijk zijn. U ziet het trouwens aan de cijfers.
Indien deze patiënte in 1987 door ons was onderzocht en mede behandeld zou haar leven er heel waarschijnlijk anders hebben uitgezien.
.
Met het volgend voorbeeld wil ik aantonen hoe belangrijk de inpakt van de exogene factoren kan zijn op het ontstaan van een kanker.
|