Prostaatkanker.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Bij nader toezicht bemerk ik dat er nog maar weinig over dat onderwerp op mijn blog staat.
Misschien toch het moment om daar iets aan te doen.
We zullen hier wel een belangrijk onderscheid moeten maken en spreken voorlopig niet van de prostaat problemen in het algemeen, dat is misschien iets voor nadien, nu hebben we het alleen over prostaatkanker.
Over de klassieke behandeling zal ik ook niet veel schrijven, evenmin over al de diagnostische middelen waarover men thans beschikt om een juiste diagnose te stellen.
We gaan ervan uit dat de diagnose gesteld is.
De klassieke behandeling is soms discuteerbaar maar meestal wordt rekening gehouden met de al dan niet uitbreiding van de tumor en is de behandeling erop aangepast.
Wat kunnen wij als alternatieve arts meer doen?
Is een bijkomende alternatieve behandeling gewenst? Daar gaat het over.
Wanneer er zich zo een patiënt aandient op de raadpleging is de eerste vraag die ik stel.
Is de diagnose bevestigd en in welk stadium bevindt U zich.
Dit is vooral belangrijk om te weten in welke richting ik moet gaan zoeken voor een eventuele behandeling.
Dan volgt de vraag, hoelang woont ge al in die woning.
Ook dat is belangrijk, want de duur van de invloed van mogelijke exogene pathogene stralen is belangrijk.
Uiteindelijk begint de opmeting.
Het scannen van het lichaam op zoek naar de mogelijke aanwezigheid van stoorsporen.
Indien er stoorsporen gevonden worden moet men rekening houden met twee parameters.
1. Waar bevinden zich de meeste kruisingen, vooral op de 7,4?
Indien dat is in de steek van de prostaat is er waarschijnlijk een verband met het activeren van de tumor. Om dat met meer zekerheid te weten moet men iets meer doen.
2. De waarde van de dragers meten, vooral van de 7,6 west en de 8,2 zuid-west.
Wanneer deze sterk verzwakt zijn vb 120 /+ 120, kan men al vermoeden dat het immuun stelsel of de weerstand van de patiënt er erg aan toe zal zijn.
Men slaapt niet jaren lang op zon drager zonder gevaar.
Met moet ook nagaan of deze dragers negatieve waarden dragen op vb. de frequentie van prostaat (3,3) en degeneratie gevaar (4,3-).
Men doet hetzelfde onderzoek voor o.m de watervoerende breuklijnen en andere mogelijke pathogene vectoren.
Pas dan kan men met bijna absolute zekerheid concluderen of de woning en meer bepaald de slaapplaats (mee) verantwoordelijk is voor de kanker.
De behandeling: dat is voor de volgende keer.
|