xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Schimmels en bacteriën. 3.
Enderlein onderscheidde eerst twee verschillende ziekte kiemen.
De basis protiden zouden door de moeder aan de foetus doorgegeven worden.
Is dat dan misschien de erfzonde?
Dat betekent dat men de mogelijke immunitaire schade van de voorouders erft.
1. Mucor cyclus. De mucor racemosus of mucokehl zou de eerste ziektekiem zijn.
Vooral aandoeningen die te maken hebben met de bloedvaten horen daarbij.
Hartproblemen, hersentrombose of bloeding, hypertensie.
Aambeien, trombose problemen, bloedingen.
2. Aspergillus kringloop. Aspergillus niger of nigersan is de tweede.
Ademhalingsproblemen: bronchitis, tbc, aspergillose, allergie.
Destructie gewrichten.
Carcinomen.
Later volgden nog andere cycli zoals: de Penicilline cyclus.
Abcessen, stafylokokken, streptokokken, osteomyelitis.
Uit de ene cyclus ontstaat vaak de volgende.
Notakehl. Penicillinium chrysogenum of notatum.
Fortakehl. Penicillinium roqueforti.
Quentakehl of Penicillinium glabrum of frequentans.
En nog een paar andere.
3. De candida. Candida albicans of Albicansan.
De schimmels.
Er bestaan ook gemengde reeksen.
Van al deze souches en ook nog van tussen stadia heeft de firma Sanum-Kehlbeck een hele schare homeopathische-isopathische producten gemaakt in verschillende vormen en diluties.
Andere belangrijke immunologische preparaten of endobionten.
- Recarcin. Bacillus firmus SA.C.501.
Dit is een niet pathogene sporenbacil, die de afweer van de bacteriën flora verhoogt.
Een bijzonder goed verteerbaar immunogeen, dat vaak geïndiceerd is en vooral bij slijmvliesontstekingen, artritis, gynaecologische problemen, en veel meer.
- Latensin of bacillus cereus M.U.345a*
Bij allerlei indicaties gaande van slijmvliezen van lucht en darm tot lever en gal problemen en reuma en dermatologie.
- Utilin. Bacillus subtilis M.U. 345.
Zelfde groot gamma van indicaties.
- Utilin S. Mycobacterium Phlei F.U.36*.
Alle paratuberculose aandoeningen.
Dit is het sterkste maar moet wel goed geïndiceerd zijn en dat is vaak het probleem.
5. Bovisan. Mycobacterium bovis (BCG).
Goed maar moet ook wel juist geindiceerd zijn.
Bij het toedienen van deze medicatie moet men heel voorzichtig zijn.
Er bestaat wel een behandeling schema dat voorgesteld wordt door de firma, maar dat is zeer langdradig en tijdrovend en volgens mij niet de ideale oplossing.
Men moet over een methode beschikken die toelaat de toestand van de patiënt energetisch te beoordelen. Daarvoor moet men over een instrument beschikken waarmee men kan aantonen welke van die verschillende producten men moet toedienen.
Daarvoor hebben wij onze Lecherantenne.
Dat toont dus andermaal aan, dat een klassiek geschoold dokter met deze producten weinig kan aanvangen. Hij beschikt niet over de nodige opleiding, laat staan instrumenten om de juiste remedie te kiezen. Vandaar de weigering om deze medicatie zo maar te verspreiden in ons land.
Spijtig want dat is een van de beste methoden om iemand immunitair opnieuw in orde te krijgen.
Maar ja, hebt U al ooit een Professor daarover horen spreken?
Daar waar men voor homeopathie door een reeks vragen te stellen de juiste remedie kan proberen te vinden, gaat dat hier helemaal niet. Het is trouwens isopathie en geen echte homeopathie. Isopathie gebruikt nosoden of soortgelijke stammen in homeopathische verdunning.
Tijdens mijn 20 jaar ervaring heb ik getracht enig inzicht te krijgen in de voorkeur van bepaalde van deze producten voor bepaalde ziekte beelden.
Met de theoretische benadering kwam ik er nooit uit.
Er bestaat geen lijst van vragen die U moet toelaten te kiezen.
In de praktijk geeft men in de Duitse literatuur dus wel een bepaalde volgorde van toediening, maar ik vind die niet ideaal. Men moet te lang en te veel toedienen en waarschijnlijk zijn er daar veel overbodige producten bij. Alleen een energetische, naar ons model een magnetische meting, laat toe de juiste remedie snel te vinden.
Wie heeft er nu gelijk, de mono- of de pleomorfisten?
In feite hebben ze allebei een beetje gelijk.
Het is evident dat met onze huidige kennis het onverantwoord zou zijn bij een ernstige infectie geen afdoend antibioticum toe te dienen. Hier heeft de monomorfist gelijk.
Maar er is ook werk voor de pleomorfist.
Iemand die ernstig en ziek wordt heeft veelal reeds voor die ziekte een slechte immuniteit en zeker tijdens en na zijn ziekte. Ook bij een ernstige chronische ziekte is dat het geval. Zo heb ik patiënten gehad, die vb na een mononucleose of na een chlamydia besmetting, jaren later nog altijd verzwakt waren.
Meestal is de woning daar ook mee schuldig aan en dan moet ook de woning gebiosaneerd worden.
Met een bijkomende behandeling zoals hiervoor vermeld herstelt dan de immuniteit eindelijk toch. De patiënten voelen zich dan opnieuw goed.
Bij chronische zieken komt het pleomorfisme steeds duidelijker op de voorgrond, want deze patiënten zijn niet alleen al lange tijd ziek, ze nemen ook reeds lang zware medicatie wat hun immuniteit volledig onderdrukt.
Nota.
Naast de Sanum producten, bestaan er nog wel andere immuun stimulerende middelen, maar die werden hier niet besproken.
Belangrijk om weten is dat het bijna nooit gebeurt dat men gedurende lange tijd hetzelfde product moet toedienen aan één persoon.
Meestal is dat product uitgewerkt na een paar maanden en moet men opnieuw testen naar een meer geschikte remedie, dat is zeer belangrijk.
De Sanum-Kehlbeck en andere immuun stimulerende middelen zijn voor mij van het allergrootste belang om aan goede geneeskunde te doen, spijtig worden ze, tot heden, niet gebruikt in de klassieke geneeskunde.
|