xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het was nog voor de eeuwwisseling, toen ik voor een dramatisch ongeval werd geraadpleegd.
De man was net de 60 voorbij en had een lelijke val gedaan tijdens zijn verblijf in het noorden van Afrika. De dokters die hem daar onderzochten raadden hem aan onmiddellijk naar België terug te keren want de diagnose was zo ernstig dat alleen een operatie hulp kon bieden.
Toen hij in België in een academisch ziekenhuis onderzocht werd luidde de diagnose inderdaad, ik schrijf het in het Frans, zoals het op de bijgevoegde commentaar van de onderzoeken te lezen stond; Rupture transfixiante du tendon conjoint sus et sous épineux, épanchement articulaire gléno-huméral et dans la bourse sous acromio-deltoïdienne.
Alleen een operatie kon hier hulp bieden en zo werd afgesproken dat de patiënt
s anderendaags zou opgenomen worden voor een operatie.
Toen de patiënt thuis kwam met zon verdict raakte hij enigszins in paniek en omdat ik hem vroeger had geholpen wou hij mijn advies nog diezelfde avond, want s anderendaags werd hij opgenomen.
Toen hij binnen kwam, droeg hij zijn arm zoals iemand dat doet wanneer de arm gebroken is.
Alleen zijn vingers kon hij bewegen, zijn pols of arm helemaal niet.
Zo erg had ik het ook nog niet meegemaakt en dus verwittigde ik hem, met de woorden:
Ik weet niet of ik daar iets kan aan doen, maar we gaan proberen, indien er morgen geen verandering is moet ge U laten opereren, indien het beter is, kunt ge nog een paar dagen wachten en daarna kunt ge nog zien, helpt het onvoldoende dan rest alleen nog de operatie.
Ik plaatste een paar magneten ter hoogte van de ruptuur en een op de pols en wachtte af.
Een paar minuten na het plaatsen van de magneten, vraag ik aan de patiënt of hij nog zoveel pijn voelt? Neen zegt hij, de pijn verminderd. Dat was toch al een klein succes, maar kon hij ook bewegen?
Langzaam probeerde hij, en met succes, zijn hand te bewegen en daarna heel langzaam zijn pols en uiteindelijk ook zijn onderarm.
Dat leek mij nog altijd aanneembaar, want hij had zijn bovenarm nog niet bewogen.
De magneten hadden zijn pijn verminderd en dus kon hij wat meer bewegen.
Wanneer ik hem vroeg eens langzaam en behoedzaam te proberen om ook zijn boven arm te bewegen en dus zijn schouder gewricht, maakte hij een grimas en bewoog hij een klein beetje, maar onvoldoende om een operatie uit te stellen.
We spraken af, dat hij zou wachten tot s anderendaags en dan beslissen, opereren of niet.
Indien er geen belangrijke winst meer in zat zou het een operatie worden.
Bij mezelf dacht ik, dat er toch niet anders opzat, hoe zouden een paar magneten een dubbele ruptuur herstellen en dan nog op enkele uren tijd.
s Anderendaags morgens telefoon van onze patiënt.
Wat ik dacht dat hij moest doen? Ik vroeg hem wat er gebeurd was?
Wel zij hij, toen ik bij U aankwam werd de auto gestuurd door iemand anders, toen ik terug naar huis reed heb ik gestuurd.
Ja zei ik, dat kan nog wel, maar uw schouder dan?
Diezelfde avond zei hij, zat ik met mijn vrouw aan tafel en zonder het zelf te beseffen, al discussiërend met haar zei mijn echtgenote plots: kijk eens hoe ge daar zit? Toen pas besefte ik, dat ik achterover leunend op mijn stoel zat, met mijn twee handen boven op mijn hoofd en ik voelde geen pijn. Met schrik deed ik mijn rechterarm terug naar beneden, zonder pijn. Ik kon alle bewegingen maken.
Ongelooflijk maar waar, wat moet ik nu doen, vroeg hij me?
Heel eenvoudig, zei ik: U laten zien aan de professor en U zeker niet laten opereren.
Hij dus naar de professor die hem met zij assistent ontving en zei: we gaan nog eens kijken en dan regelen we alles voor de operatie.
Ja maar professor zei de patiënt, is dat wel nog nodig, kijk, ik kan met mijn arm alle bewegingen maken en zonder pijn.
Verbouwereerd stonden ze te kijken en zeiden, dat kan niet, laat ons uw schouder eens zien.
Ik kleedde me uit en toen zagen ze twee kleine pleisters op mijn schouder.
Ha, nu begrijpen we het, ge hebt daar twee injecties in uw gewricht gekregen en daardoor is het beter .
Neen zei ik, dat zijn twee magneetjes die daar opgekleefd zijn.
Ze keken me onbegrijpend aan, dat kenden ze niet en ze konden niet geloven dat alles daarmee zou genezen, een operatie zou toch beter zijn.
Toen vroeg ik hen: bent U zeker dat ik mijn arm na de operatie even goed en even hoog en zonder pijn zal kunnen bewegen als nu?
De Prof sprak: eerst zult ge een hele tijd niet mogen bewegen, daarna komt een lange revalidatie en tot op 90 graden zult ge uw arm zeker in abductie kunnen brengen, hoger kan ik niet garanderen.
En nu heb ik geen pijn meer, zei ik, en kan ik veel hoger, nee bedankt professor ik ga toch nog even wachten en indien er problemen zijn kom ik zeker terug.
Hij ging niet terug, ik zag hem nog een paar keer op de raadpleging, telkens kon hij langer zonder de magneten blijven en uiteindelijk helemaal zonder.
Vijf jaar later zag ik hem nog eens terug, hij kon elke beweging maken en had nergens pijn.
Toen hij later naar Afrika terug ging, ontmoette hij opnieuw de dokter die hem eerst had onderzocht. Toen hij vertelde wat er gebeurd was zei de dokter: Had U mij gezegd dat U naar Lourdes waart geweest, zou ik U geloven, maar dat van die magneten kan ik niet geloven.
Trek het U niet aan collega, U bent niet de enige, de professors hier in België en al die geleerde mensen met hun commentaar in Skepp, die reageren ook negatief op mijn stelling dat magneten soms wonderen doen.
|