Wie zou er durven beweren dat er aan onze Universiteiten geen intelligente Professoren zijn?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zeker ik niet, en toch bestaat er zoiets als super intelligentie.
Het is waarschijnlijk een aangeboren, genetisch bepaalde eigenschap.
Buiten de Universiteit heb ik het voorecht gehad zo enkele leraars te mogen kennen.
Ze hadden wel aan de Universiteit gestudeerd en hadden dus wel een of meerdere diplomas, maar de geneeskunde die zij beoefenden en aan hun leerlingen mee deelden werden niet aanvaard, laat staan begrepen, door de gevestigde orde.
Meer dan 30 jaar geleden gebeurde dat voor mij een eerste maal.
Acupunctuur was toen helemaal ongekend en men moest er nog naar Frankrijk om het te leren.
Dokter Borsarello in Parijs opende toen mijn ogen op een andere wereld.
De wereld van de energiebanen en de niet materialistische mens.
Een ware openbaring.
Nadien volgde Dokter Voll uit Duitsland.
Hij bracht de elektro acupunctuur en deed me begrijpen dat de mens ook een elektrisch wezen is, wat de huidige wetenschap, 20 jaar later nog altijd niet begrijpt.
Daarna was het de beurt aan dokter Paul Nogier uit Lyon, met zijn ooracupuctuur.
Gans de medische wereld heeft er van gehoord, maar slechts enkele Belgen kenden zijn methode. Wat die man kon grenst aan het onwaarschijnlijke.
Met enkel de pols van de patiënt te voelen en met enkele kleine bijhorende instrumenten kon hij op het oor van de mens, zijn ziekte toestand ontleden en zijn ziekte vaak met succes bestrijden met behulp van een paar naaldjes in het oor.
De energetische mens was geboren.
Telkens wanneer je hem, na enige tijd, opnieuw kon benaderen, was hij er weer met iets nieuws.
Telkens weer was hij dieper in het menselijk wezen doorgedrongen.
Hij ontdekte steeds nieuwe dingen.
Ik ben hem niet meer blijven volgen tot het einde om twee redenen.
De eerste was dat het steeds ingewikkelder werd en niet synthetisch genoeg.
Ik weet niet of hij er uiteindelijk in geslaagd is zijn wetenschap tot en eenvoudig te gebruiken systeem om te vormen.
Het was toch een merkwaardige dokter en zijn manier van werken was uitzonderlijk.
Dat ik uiteindelijk heb gekozen voor een volgens mijn nog betere en eenvoudiger methode is te wijten aan één man: Walter Kunnen.
Met hem werd de mens geïntegreerd in zijn milieu: de elektrische en magnetische mens.
Verleden jaar kwam hij nog eens bij ons op bezoek, nu in Oostende, een hele eer.
Als ik hem bezig zag moest ik aan Nogier denken.
Ook bij W. Kunnen valt er altijd wat te beleven.
Telkens weer heeft die man iets nieuw bedacht.
Maar hier gebeurt iets merkwaardigs.
Daar waar ik bij Nogier de indruk had dat het steeds ingewikkelder werd, ben ik er van overtuigd dat bij W. Kunnen er eerder vereenvoudiging op treedt.
Het wordt als het ware een synthese van zijn kennis.
Zoals de grote meesters in China een patiënt behandelden met één enkele naald te prikken of toch met slechts een paar, zo ook gebruikt W. Kunnen nu meestal slechts één of uitzonderlijk een drietal magneten om een patiënt te behandelen.
Dat heb ik nu ook van hem geleed.
Het is soms beangstigend vast te stellen, dat men met een paar magneten pijn kan doen verdwijnen die al maanden de patiënt hindert.
Toen ik hem de opmerking maakte dat wij dat wel begrepen en op onze manier konden uitleggen, maar de wetenschap er nog steeds niet bij kon zei hij mij dat we, op dat gebied, de wetenschap mijlen vooruit waren.
Hij zei ook het volgende:
Ik kreeg eens een Japanner op bezoek die geïnteresseerd was in wat ik deed en bijzonder geïnteresseerd was in de energie en hoe het leven afhangt van de zonne energie.
Deze man is wereldwijd beroemd en heeft een belangrijke functie bij de NASA, in Amerika, omdat hij gevonden heeft waarom de aapjes in de Spoetnik al snel dood waren.
Hij had gevonden dat de capsule waarin de aapjes zaten zodanig geïsoleerd was dat de zon energie er niet door kon, en zonder zon energie kunnen wij geen minuut in leven blijven.
Hebt U daar al ooit iets over gehoord aan de Universiteit en in de geneeskunde?
Toen Walter Kunnen aan die man vroeg, Wat komt gij hier bij mij zoeken, zo een geleerd mens? Toen antwoordde de japanner het volgende:
De geleerdste mens kan nog altijd iets leren van de lompste boer, en daarmee bedoel ik niet dat U een lompe boer ben, maar ik moet er nog iets aan toe voegen zei hij, maar dan moet die geleerde ook nog een zeer intelligent mens zijn.
Zijn er dan geen zeer intelligente mensen aan onze Universiteiten? Dat ze niet eens willen luisteren naar hetgeen W. Kunnen te zeggen heeft?
U gelooft mij niet?
W. Kunnen schreef een vriendelijke brief naar een Professor van de VUB, om hem te ontmoeten zonder al te veel publiciteit, om niemand te schaden, en dan was dat vooral bedoeld om de Professor te sparen.
Na meerdere maanden heeft die Prof. het nog niet nodig gevonden om hem te antwoorden.
Een zeer intelligente mens?
|