xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
China 3.
Het zomerpaleis en de Boeddha tempel.
In de tempel waar wij waren, mocht het gewone volk niet hoger gaan dan tot aan de voet van het beeld van Boeddha, waar offers werden gebracht en kaarsen werden aangestoken.
Dank zij onze persoonlijke gids mochten wij een kijkje nemen in het hoger gelegen vertrek.
Daar stonden drie mooie tronen, gericht naar het zuiden.
Daar zat vroeger de keizer met zijn twee echtgenotes altijd rond de middag, in het midden van de zomer.
Wij waren er toen ook juist in Juni rond die periode en ook rond de middag.
We keken dus vanaf die plaats door grote openstaande ramen uit op het grote meer dat voor ons lag en waarin de zon pal rechtover ons in het zuiden weerkaatste op het wateroppervlak. Een koel briesje kwam ons tegen en terwijl onder ons de gebeden verder gingen, konden wij één worden met de natuur zoals de keizer dat elke zomer deed.
Het is nog niet alles.
De keizer zat dus precies boven het hoofd van Boeddha, hij was dus belangrijker.
Boven de keizer was er nog een kleinere kamer.
Uitzonderlijk mochten we een kijkje gaan nemen.
In het midden van deze kamer was er een vierkant muurtje gebouwd, zonder deur.
Aan de buitenzijde waren die muurtjes beschilderd. Niemand mocht daar binnen, want niemand zou op het hoofd van de keizer mogen plaats nemen.
Op het achthoekig dak van de tempel stond boven op de spits een grote gouden bol, zo zou de keizer communiceren met de hogere wereld.
Niemand stond tussen hem en het heelal, de harmonie regeerde.
Als dat geen mooie symboliek was. De chinezen wisten het zelf niet meer, wij westerlingen die Chinese acupunctuur hadden gestudeerd moesten het hen uitleggen.
|