MEESTE DOLFIJNEN ZIJN NIET ZO HONKVAST
De dolfijnachtigen hebben alle zeeën en oceanen veroverd. Sommige hebben een heel klein verspreidingsgebied, zoals de kortsnuitdolfijnen. De vier verschillende soorten van deze geslachtsgroep komen in de kustwateren van het zuidelijk halfrond voor : de Hedordolfijn leeft in de omgeving van de kusten van Nieuw-Zeeland, terwijl de Heavisidedolfijn verblijft in de wateren die de kusten van Zuid-Afrika omspoelen. De twee overige soorten bewonen de kustwateren van Zuid-Amerika : het woongebied van de zwarte dolfijn beperkt zich tot de westkust van Chili tot Kaap Hoorn, de Commersondolfijn leeft in de Chileense en Argentijnse kustwateren en rond de Falklandeilanden en de Kerguelen.
Andere dolfijnachtigen hebben veel grotere verspreidingsgebieden. Zo treft men de orka zowel in de buurt van het pakijs aan als in tropische wateren Verschillende factoren kunnen de verspreiding van de soorten beïnvloeden: de temperatuur van het water, de diepte, het zoutgehalte, het reliëf van de zeebodem en,de aanwezigheid van voedsel.
De verschillende soorten dolfijnachtigen hebben zich aangepast aan uiteenlopende biotopen. Sommige leven alleen in inhammen en rivieren, zoals de Irrawaddidolfijn en de Amazonedolfijn. Andere, zoals de kortsnuitdolfijnen, leven vlak onder de kust, maar de gevlekte dolfijnen, de gladde dolfijnen en de gewone dolfijn leven in volle zee. Weer andere, zoals de orka en de tuimelaar bewonen zowel kustwateren als open zee.
Walvisachtigen verplaatsen zich zeer regelmatig : ze behoren tot de minst honkvaste dieren ter wereld. Zonder dat er sprake is van een echte trek, verplaatsen sommige soorten zich onder invloed van het jaargetijde. De temperatuur van de lucht beïnvloedt die van het water, waardoor ook de voedselrijkdom verandert. Sommige soorten volgen de trek van hun prooidieren. De grienden naderen 's zomers de kust van Newfoundland bij het volgen van bepaalde inktvissen en keren 's winters naar volle zee terug in de wateren die verwarmd worden door de Golfstroom. De Amazonedolfijn profiteert van de regentijd om het oerwoud en de ondergelopen vlakten binnen te dringen ; in de droge tijd blijft hij in de zeearmen om te voorkomen dat hij op het land aanspoelt. Ook de orka's volgen hun prooidieren. Zo verschijnen ze vanaf juni in Johnston Strait in British Columbia. Aan het begin van het seizoen zijn ze maar enkele uren per dag aanwezig, maar in juli en augustus verblijven sommige groepen er meer dan 30 dagen : jaarlijks passeren hier tussen de 2 en 20 miljoen zalmen.
Sommige dieren zijn in staat om op zoek naar voedsel grote afstanden af te leggen. Een dolfijn heeft een gemiddelde snelheid van 20 km per uur, maar de orka's en grienden kunnen snelheden bereiken van 44 km per uur.
|