HET LEVEN IN GEVANGENSCHAP
De eerste dolfijnen in gevangenschap werden in 1913 in het Aquarium van New York ondergebracht. In 1938 bouwde een Amerikaanse filmmaatschappij in Florida een Aquarium met de opzet er onderwateropnamen te maken.
Om het publiek te plezieren werd een dresseur in dienst genomen om de dieren op te leiden. In navolging daarvan toonden de Aquaria van Seattle, Washington en Vancouver gevangen orka's. Sinds 1913 werden over de gehele wereld meer dan 2700 tuimelaars, 250 grienden, 150 gevlekte dolfijnen, 120 orka's en talrijke gewone dolfijnen in gevangenschap gehouden.
In 1985 hebben ongeveer 100 miljoen mensen de dolfinaria bezocht om de dieren te bewonderen. Door de resultaten van de voortplanting in gevangenschap hoopt men dat het onttrekken aan de natuur van dolfijnen binnenkort niet meer nodig zal zijn. Tuimelaars planten zich in talrijke dierenparken probleemloos voort.
Bij de orka's ligt dit veel moeilijker : dikwijls sterven de jongen binnen een jaar na de geboorte. Corky en Orky echter, bewoners van Sea World in San Diego (Californië), hebben regelmatig jongen.
Sommige dolfinaria ontwikkelden methoden om gestrande dieren te redden. Ze worden door biologen en dierenartsen verzorgd en vervolgens weer in zee teruggezet.
Het opmerkelijke leervermogen van de dolfijn heeft de mens ertoe gebracht gebruik te maken van zijn capaciteiten. Goed opgeleid, helpen ze hem bijvoorbeeld bij de arbeid aan onderwaterwerken.
Omdat ze veel sneller zijn dan kikvorsmannen, doen ze dienst als boodschappers tussen het wateroppervlak en de oceaanbodem. Ook vervoeren ze op hun rug mensen die in moeilijkheden zijn geraakt.
Het Amerikaanse leger traint eveneens dolfijnen, die in gedeeltelijke gevangenschap worden gehouden. Dresseurs leren hen mijnen te plaatsen, onderzeese bouwwerken op te sporen en de taken te verrichten van een militaire kikvorsman.
|