LOPEND ONDERZOEK
Talrijk zijn de onderzoekingen op biologisch, fysiologisch en pathologisch gebied en de studies naar het gedrag van dolfijnen. De onderzoeksmogelijkheden in de Watuur zijn vrij schaars. Met behulp van verkenningen op zee, vanuit de lucht en vanaf de kust wordt de samenstelling van de scholen onderzocht.
Met satellieten worden de verschillende soorten opgespoord, met name in de wateren van de Grote Oceaan. Biologen in Brisbane en Sidney, in Australie, hebben in november 1989 bij het eiland Moretton een voedingscentrum gevestigd.
Een ploeg verzorgers verstrekt de dolfijnen verse vis om ze te laten wennen aan de menselijke aanwezigheid. Sinds januari 1990 laten 25 dolfijnen, waarvan het vertrouwen is gewonnen, zich benaderen. Momenteel zijn er in dit centrum studies aan de gang naar hun taal en gewoonten.
Ook worden er talrijke studies uitgevoerd aan dolfijnen in gevangenschap. In 1961 begon het Sea Life Park op Hawaii met onderzoek naar het gedrag van walvisachtigen. Op het ogenblik zijn de taal en het echopeilingssysteem onderwerpen van studie.
In verschillende dolfinaria bestudeert men de intelligentie van dolfijnen en genetici werken aan hun chromosomen om hun evolutie beter te kunnen doorgronden. Op internationale congressen komen regelmatig alle onderzoekers en biologen bijeen die zich bezighouden met de zeezoogdieren. Het congres in 1989 werd door meer dan 800 deskundigen bijgewoond.
Dolfijnen nemen deel aan menselijke activiteiten De vriendschap tussen kinderen en dolfijnen blijft niet beperkt tot het verleden. In 1956 nam het Nieuwzeelandse parlement een wet aan om een tuimelaar, 'Opo' genaamd, te beschermen. Zijn vriendinnetje aaide hem en klom op zijn rug, en ze speelden samen met een bal.
Verhalen van deze aard bereiken ons vanuit alle delen van de wereld. Maar het opmerkelijkste verhaal betreft ongetwijfeld de dolfijnen van Monkey Mia in Shark Day, Australië. Op een zomernacht in 1964 bewonderde een jonge, Australische vrouw, Ninny Watts, een dolfijn die rond de zeilboot zwom waarop ze zich bevond.
Ze nam een vis uit de koelkast van de boot en wierp deze naar het dier dat in de golven speelde. Al snel kwam deze de vissen direct uit haar hand aannemen. Ze noemde hem Charlie. Hij werd de mascotte van de baai en bracht nog meer dolfijnen mee. Sinds de jaren zeventig leeft er nu een twintigtal dolfijnen in Shark Day.
Jaarlijks komen meer dan 40.000 bezoekers om deze wilde dolfijnen te bewonderen en te aaien. Ze zijn vrij in hun doen en laten, maar als ze worden benaderd met een haring, hun meest geliefde hapje, komen ze direct aangezwommen.
Sommige gaan zelfs zo ver de mens een zelfgevangen vis aan te bieden. In 1986 trad er, in verband met het groeiende aantal bezoekers uit de gehele wereld, een beschermende wet in werking en werden er opzichters aangesteld om over hun veiligheid en welzijn te waken.
Zo kunnen wetenschapsmensen een school wilde dolfijnen bestuderen, die gemakkelijk is waar te nemen. Sommige dolfijnen hebben een andersoortige relatie met de mens. Bij de bank van Arguin, in Mauritanië, werken de plaatselijke vissers samen met wilde dolfijnen (tuimelaars, gevlekte dolfijnen en gewone dolfijnen). Als ze hun netten voor het strand hebben uitgezet, slaan ze met stokken op het water om de dolfijnen te lokken. Deze komen snel naderbij en vervullen de rol van drijvers door de vissen in de netten te jagen. Dolfijnen en mensen behoeven slechts toe te slaan. Het is onmogelijk vast te stellen wie van de twee bij deze samenwerking de meeste baat heeft. Een soortgelijke werkwijze is te zien in Santa Catarina, in Brazilië. Dagelijks helpen 25 tuimelaars de plaatselijke vissers bij de vangst van harders en andere vissen. Het gaat hier zonder twijfel om een zeer oude traditie.
|