Ik ben Thea van Honk, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Oudenbosch (Nederland) en mijn beroep is Huisvrouw.
Ik ben geboren op 02/11/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven van gedichten en verhalen, voor volwassenen en kinderen. Fotografie. Lezen. Dagtripjes maken. Computeren..
02-12-2010
Het paleis van Sinterklaas
Ergens, heel ver weg, waar je nooit kunt komen, staat een groot paleis.
Het is van witte stenen en de poorten zijn van goud.
Zo kun je zien dat hier een heel rijk en deftig iemand woont. Sinterklaas.
In het land van deze oude bisschop, Spanje, is het altijd zomer.
Het paleis heeft een heleboel zalen, waar heel hard wordt gewerkt.
Kom eens mee, kijken, in elke zaal.
Doe de deuren maar open.
Hier is de snoepzaal. Kijk eens aan....het ligt hier vol met chocoladeletters, suikerbeesten, marsepeinen varkentjes, pepernoten, taaitaai en speculaas.
Wat ruikt het hier lekker hé?
Zou jij graag een stukje willen proeven? Dat mag niet, hoor. Anders blijft er niets meer over voor de kindjes, en krijgen ze niks in hun schoen, en dan denken ze dat ze stout geweest zijn.
Jij wilt toch ook graag wat in je schoen vinden, als je de andere dag uit je bedje komt?
Nou dan.....
Wat zeg je? Ja, natuurlijk zijn er wel chocoladeletters met een stukje er af, of gebroken speculaasjes, maar daar maken ze in het paleis van de Sint chocomel van, lekker heet, met slagroom...
En van de kapotte speculaasjes maken ze koekjespap, of de Sint eet ze op zijn boterham. Dát is even smullen, zeg...
Ik wou dat ik ook wel even Sinterklaas kon zijn.
Wat hoor ik daar nou voor geklop en gepiep? Het komt van achter die deur vandaan. Even zien...
Oh, ik zie het al. Hier wordt heel hard gewerkt, door de knutselpieten. Die maken de cadeautjes die de kinderen op hun verlanglijstje hebben staan.
Hier doen ze nog alles met de hand....Er zijn hier geen elektrische dingen of computers. Dat vind Sint niet goed....
Ben je mál...Al die nieuwerwetse fratsen...Nee, degelijk handwerk, dat gaat veel langer mee.En je hoeft er ook niet steeds andere batterijen in te stoppen., dus ook nog beter voor de natuur...
Naast de knutselzaal ligt de zangschool.
Ja, je denkt natuurlijk dat jij alleen Sinterklaasliedjes moet leren op school, maar ook de Pietjes die hier net zijn komen werke en die heel muzikaal zijn, die moeten ook leren zingen.
Over de Stoomboot en over Sinterklaas Kapoentje en over Zwarte Piet met een veertje op zijn hoed.
Er is een muziekpiet, die geeft de maat aan met een kaneelstokje in zijn hand.
Er staat hier een piano en een keyboard en een drumstel. Leuk. Hier wil ik even blijven kijken.
Ik ben dól op muziek...Wat klinkt het al goed. Zelfs 4 stemmig. Kunnen jullie ook zo mooi zingen? Zullen we het even proberen? Wat voor liedjes kennen jullie?....Goed zeg. Je bent een kéi...
We laten de zangpietjes maar even verder zwoegen.
Hier woont de rijmpiet....Hij zit alleen achter een grote tafel, met een ganzenveer in zijn hand.
Wat? Je weet niet wat een ganzenveer is? Nou, dat is ook al heel ouderwets. Vroeger hadden ze nog geen pennen , geen balpennen, geen vulpennen, geen kroontjespennen, geen potloden, en al helemáál geen schrijfmachien.
Op een dag ontdekte een oud boertje, dat een van de ganzen, waar hij voor zorgde, een veer verloren had en aan het eind zag een hele scherpte punt. Het boerinnetje had net griesmeel met bessensap gekookt en het boertje stopte de punt van de ganzenveer in de bessensap. Toen kon hij schrijven...Ze is dat gebleven. Alleen gebruiken ze nu natuurlijk geen bessensap meer.
Maar, laten we even bij de rijmpiet blijven. Hij heeft een heleboel proppen papier om zich heen.
Het wil zeker niet erg lukken. Hij kijkt zo bezorgd. Even vragen....
"Piet, Piet, wil het niet?"
"Nee, het lukt niet, tot mijn verdriet"
"Wat is het probleem , dan? Voor wie moet je een rijmpje maken? "
"Voor Angela. Die houdt van nootjes kraken."
"Nou, dat is toch gemakkelijk? Ik heb wel even de tijd. We zullen dit wel even oplossen voor die
lieve meid."
"Hemel, U kunt óók goed dichten. Ik zeg het tegen Sint. Dan mag jij hier komen werken, lieve kind."
Nou ja, ik heb de rijmpiet even geholpen....Soms heb je even een duwtje nodig. Rijmen is niet zo heel makkelijk, hoor...
Vergis je daar niet in.
Laten we nu eens in de keuken gaan kijken. Zeker, Sint moet toch óók eten?
Hij kan toch niet met een rammelende maag het dak op?
Sint eet smorgens 5 boterhammen, met slagroomboter, speculaasjes, hagelslag, maar ook wel met kaas, want dat is heel gezond.
Hij drinkt dan chocolademelk en sinaasappelsap van de appeltjes van Oranje, en een grote pompelmoes, voor de vitamientjes.
Smiddags eet de Sint goulashsoep, heel heet. De tranen springen er van in je ogen als je maar een lepel in je mond steekt...
Hij eet marsepeinen aardappeltjes met appelmoes en suikerboontjes en voor toe chocoladepudding...
Sint weet wat smullen is....
Savonds een glaasje bisschopswijn, maar dat vinden jullie vast niet lekker. Dat is heel bitter.
Naast de keuken is de slaapkamer van de Sint, maar, daar kijken we nu niet, want hij slaapt....Hij moet goed uitgerust zijn als hij op de Stoomboot stapt naar Nederland...ook al zorgt de reispiet dat de koffers gepakt zijn en dat er hoestdrank is en pilletjes tegen de buikpijn of kiespijn.
Het is een heel gedoe...
Luister...Sint snurkt....Die is in elk geval in dromenland....Weet je wat, we verlaten nu op onze tenen het paleis en dan....dan komt Sinterklaas heel vlug hier naar toe en dan wordt het echt gróót féést...
De 4 grote mensen en de twee kinderen mogen nu in het huisje kijken waar ze 4 dagen lang gaan wonen.
Het zijn hele leuke huisjes, ze lijken een beetje op het huisje van Hans en Grietje. Hele leuke raampjes met groene luiken er voor.
Er is geen bovenverdieping. De kinderen hoeven dus geen trappen te klimmen maar iedereen kan beneden slapen.
Er zijn 2 grote slaapkamers en 1 kleine kamer, waar 2 bedden staan. Jammergenoeg zijn er gaan stapelbedden, maar dat is maar goed ook. Boven slapen is best wel eng. Nu slapen ze naast elkaar. Ze hebben de bedden naast elkaar geschoven en onder de bedden zijn de koffers neergelegd.
Ze hoefden van thuis niks mee te nemen, want ze hadden hier alles al, lakens en dekens. Maar de knuffeltjes van thuis zijn wel meegenomen, want er moet iets zijn dat vertrouwd is, anders krijgen ze misschien een beetje heimwee.
De knuffel van Pieter Jan is ook een hondje, want eerst wilde Pieter Jan al een hondje hebben, maar papa vond hem toen nog te klein om voor een echte hond te zorgen, en daarom had hij een speelgoedhondje gekregen, tot hij vorig jaar met zijn verjaardag Sneeuwvlokje gekregen had.
Knuffelhond Bastiaan mag op vakantie nog altijd mee. Winnie heeft een krokodil...Die beschermt haar tegen enge monsters. Dan jaagt hij ze weg met zijn grote bek.
Kroko, heet ie.
Kroko en Bastiaan liggen gezamelijk naast elkaar op de beddensprei. Vanavond zullen hun baasje en bazinnetje ook gaan slapen en dan mogen ze lekker warm onder de dekens.
Er is een televisie in de kamer, en een DVD speler. Je kan in het logeerpark filmpjes huren.
Sneeuwvlokje ligt rustig op de leren bank die in de kamer staat. Ja, een hondenmand hebben ze niet meegenomen.
De eerste middag verloopt rustig. Ze gaan in het restaurant eten en de hond krijgt een bakje met water dat hij direct opslobbert.
Hij gedraagt zich keurig en de meeste mensen kijken vol vertedering naar heet witte hondje met zijn bruine pootje...
De kinderen zijn toch wel moe geworden van de boslucht, en ze gaan er al vroeg in. Eerst in het bad. Dat is ook leuk, want thuis hebben ze alleen een douche.
Ze kunnen er makkelijk met zijn tweetjes in. Dat wordt een waterfestijn.
Maar aan alles komt een eind, dus, ze moeten gaan slapen. Gehoorzaam geven ze de grote mensen een zoen en kruipen dan onder de warme wollen deken.
Eerst liggen ze nog een poos te smoezen, en ze spreken af, dat ze om de andere dag van bed zullen ruilen.
Nu ligt Pieter Jan bij het raam en Winnie bij de kast, maar morgen gaan ze het andersom doen. Dat is eerlijk.
Het wordt stil in het huisje.Ook papa en mama zijn moe geworden.
Het is wel een stille laan waar het huisje staat. Er mogen geen auto's komen. Er rijden alleen fietsen, of de mensen wandelen.
Er is, achter de huisjes, een grote vijver, waar vissen rondzwemmen.
Zo zie je ze niet, maar als je brood in het water gooit schieten ze naar boven en dan is het een geplons van jewelste.
De tweede dag gaan ze met de auto een route rijden. Langs kastelen. Wat mooi. Hier hebben vroeger prinsen en prinsessen gewoond, en ridders en jonkvrouwen.
Die avond, voor ze naar bed gaan, spelen de kinderen riddertje en prinses. Prinses WInnie is ontvoerd door een draak, en ridder Pieter moet haar redden. Hij heeft een houten zwaard waar hij flink mee in het rond zwaait.
De derde dag, eigenlijk alweer de op een na laatste dag, morgen moeten ze weer naar huis, gaan ze door het bos wandelen. Fijn voor Sneeuwvlokje. Het is er helemaal niet zo druk in het bos.
De kinderen hebben plastic zakken meegenomen,want ze gaan eikels en kastanjes zoeken, en denneappels.
Die nemen ze mee naar huis, om daar iets moois van te maken. Tussen de bomen in het bos ziet Winnie ineens een mooi spinnenweb . Een grote dikke spin zit in het midden. Hij heeft harige poten en een kruis op zijn rug.
Wat een kokkerd....Pieter Jan wil met een tak het web kapot maken maar dat mag niet van mama. Ze zegt dat het veel te mooi is en dat de spin daar heel hard aan heeft gewerkt. Hij woont daar, het is zijn huis, en dat kun je niet zomaar kapot maken.
Pieter Jan krijgt er een kleur van en gooit de stok weg, maar ja, Sneeuwvlokje, die op dat moment niet aan de riem zit, gaat er achteraan en komt er triomfantelijk mee terug, de stok dwars in zijn bek.
Het lijkt wel of hij glimlacht.Zijn oortjes staan stijf rechtop...Iedereen moet lachen en papa maakt een foto van de kleine guit.
Het spelletje herhaalt zich. En nu gooit Winnie ook een stok. Van ondeugendheid springt Sneeuwvlokje in de visvijver. Nou, die kan straks in bad, als ze thuis komen. Het water in de vijver is niet echt helder.
Maar ze kunnen niet boos worden op het hondje. Dat was hun eigen schuld, want ze hadden hem niet aan de riem.
Ze gaan maar vlug naar huis, en de hond kan gewassen worden. Hij staat te bibberen maar, mam wrijft hem droog met een warme handdoek.
Hij krijgt nog een lekker hapje in zijn bak en kruipt voor de kachel. Het is een elektrische kachel met nepvuur, en dan is het net of het de open haard is met vlammetjes.
Wat is het nu gezellig. De kinderen smullen van chocolademelk en de grote mensen drinken koffie. Ze krijgen allemaal een hazelnootgebakje. Dat hoort een beetje bij de herfst.
Ze laten het zich smaken.
En dan is de allerlaatste dag weer aangebroken en moeten ze weer naar huis. Wat jammer dat de herfstvakantie er al weer op zit.
Maar thuis gaan ze van de kastanjes en eikels leuke dingen maken, en ze kijken naar de videofilm die de papa van Winnie gemaakt heeft. Wat leuk, dan zie je alles weer en is het net of je er nog een beetje bent.
Terug op school vertellen ze honderduit wat ze in hun vakantie hebben meegemaakt.
Pieter Jan de Vlieger en Winnie Verheul zijn allebei kinderen van 6 en 7 jaar. Winnie is 7, en Pieter Jan, die is binnenkort jarig.
Ze zitten samen in dezelfde klas, naast elkaar. Dat is al zo vanaf de kleuterschool. Ze wonen ook naast elkaar.
Het is bijna herfstvakantie. Dat is reuze fijn, want je kunt dan lekker in het bos gaan wandelen. Pieter Jan heeft een hondje. Een keeshondje, helemaal wit, maar een klein bruin vlekje aan zijn pootje. Hij houd altijd zijn oortjes recht overeind en zijn staart kwispelt als Pieter Jan hem roept.
Het hondje heet Sneeuwvlokje Ja, echt, ik kan het ook niet helpen .
Winnie heeft geen huisdier. Maar ze loopt altijd fijn mee als Pieter Jan met zijn hondje op pad gaat.
Mama en papa de Vlieger en mama en Papa Verheul hebben óók vakantie.
Ze hebben afgesproken dat ze een paar dagen met hun kinderen naar de Veluwe gaan. In een huisje. Er mogen ook hondjes komen.
Maar ze moeten dan wel aan de riem blijven. Dat is echter geen bezwaar voor Sneeuwvlokje.
Eerst gaan ze smorgens vroeg al met de auto naar Hoenderloo. Daar is een logeerpark. Het is een heel mooie dag. De zon schijnt en er waait een zacht windje. Het is niet koud.
Op de weg is het ook niet druk en na een uurtje rijden zijn ze al waar ze wezen moeten. Maar ze zijn eigenlijk nog te vroeg, want ze mochten pas om half 12 in het huisje....Het is nu half 11. Wat zullen ze nu gaan doen in die tussentijd?
Sneeuwvlokje moet even uitgelaten worden want hij heeft nog niet zijn plasje en drukje gedaan. Dus, kunnen ze gelijk de omgeving van het park wat verkennen. Dan zijn ze er maar vast en weten ze hoe ze moeten lopen als ze naar het vakantiewinkeltje moeten of naar de sauna.
Maar dat is eigenlijk niet zoveel voor kinderen. Die gaan liever zwemmen. Er is ook een overdekt zwembad op het terrein.
Gelukkig maar dat mama Verheul nog het zwempakje van Winnie in de koffer heeft gepakt.
Een beetje stijf van het zitten in de auto lopen de kinderen naast hun ouders door een stille laan met grote bomen aan de kant.
Sneeuwvlokje heeft het druk met snuffelen en kwispelen. Hij vergeet zo wat om te plassen.
Het is zo leuk hier...
Er zijn een heleboel dingen te zien. Paddenstoelen in de mooiste kleuren. Echte rode met witte stippen, zoals je die in de Efteling ziet...en een heksenkring, allemaal kleine paddenstoeltjes van dezelfde kleur die rond een boom staan, in een cirkel.
Wat mooi. En er zijn elfenbankjes, die zitten tegen een stam van een boom gekleefd.
Je kunt je er zo de elfjes bijdenken, die met hun dunne beentjes op het bankje zitten te kwebbelen met elkaar en eikeltjeskoffie drinken of thee van rozenblaadjes.
Opeens begint Sneeuwvlokje te blaffen en springt opgewonden op en neer... Wat zou er zijn?
Aha, er schiet een zwarte schim de boom in. Een eekhoorn. Wow, wat een grote staart heeft hij. Jammer dat hij zo snel weg is tussen de takken. Je kunt hem niet eens goed zien.
Met open maand staat Pieter Jan het beestje na te kijken, maar het is al in geen velden of wegen meer te zien.
Het is tijd om terug naar het logeerpark.
Onderweg komen ze nog voorbij het winkeltje en voorbij een paal waar wegwijzers op staan hoe je kunt wandelen.
Het is volop zomer. De zon schijnt elke dag en het is af en toe heel erg warm.
Zo warm dat je soms een beetje chagrijnig wordt en niet goed weet wat je nu eigenlijk moet doen. Als je naar de speeltuin gaat, dat is wel even leuk, maar van al dat geschommel en gewip krijg je het toch ook weer warm.
Flipje Watermans, een jochie van 5, heeft, net als alle andere kinderen uit de buurt, vakantie. Maar, hij is nog niet écht op vakantie, met de tent naar Oostenrijk, want Papa moet nog een week werken.
Al de vriendjes en vriendinnetjes van Flip zijn al wel met vakantie. Dus, hij voelt zich een beetje alleen, en hij verveelt zich.
Hij heeft dorst en wil eigenlijk heel graag een ijsje, maar ja, mam zegt dat ze geen ijsjesgeld heeft. Wat betekent dat nou? Flip wist niet eens dat er zulk soort geld bestaat. Zijn dat dan Euro;s waar ijsjes op staan?
Verongelijkt en met een boos gezichtje loopt Flip weg, terwijl hij zijn schouders op haalt en dreint dat ie ijs wil...
"Ik weet wel iets leuks. We gaan naar Opa en Oma Willmse"zegt Mam.
Opa en Oma hebben een kinderboerderij. Daar houden ze kippen, cavia's, konijntjes, geitjes, schapen, en ook vogels.
Ze wonen gelukkig niet ver bij Flip vandaan, met de auto een half uurtje rijden en dan zijn ze er al.
Nou ja, wie weet heeft Oma wel een ijsje voor haar kleinzoon. Of ze heeft ijsjesgeld...
Moet Flipje toch eens vragen hoe dat geld er nu eigenlijk uit ziet...
In de auto, met de airco aan en de raampjes open is het wel lekker. Maar zodra de auto stil staat en ze bij Opa en Oma zijn valt de kou weg en wordt het weer heel erg warm.
Mam zet haar zonnebril op haar haar en begroet Opa, die eigenlijk haar papa is.
Oma is binnen, die zorgt voor een verrassing.Wat dat is, dat mag Flip niet weten, want anders is het immers geen verrassing meer. Een verrassing is een soort geheimpje.
Binnen is het lekker koud, want Oma heeft de ventilator aan gezet en dan waait het heel erg hard en koude wind....Je krijgt er bijna de rillingen van over je rug, als je er vlak voor staat. Je haren waaien recht overeind ...
De poes van Opa en Oma, Snorremans, een zwarte kater met een witte neus en witte oortjes en een wit puntje op zijn staart, komt Flipje begroeten. Hij geeft kopjes en wil wat graag geaaid worden.
Als Flipje hem aait begint de poes heel hard te ronken, van tevredenheid....Daarom heet ie ook Snorremans, want als katten blij zijn, dan gaan ze snorren, zo heet dat ronken, net of er een motortje in het beestje zijn keeltje zit. Flip vind het wel grappig.
Oma is in de keuken bezig. Als Opa vraagt of hij binnen mag komen zegt Oma:: "Nog niet. De verrassing is nog niet klaar.Nog 5 minuten "
Opa zegt tegen zijn kleinzoon:" Kom, dan gaan we naar de beestjes kijken. Het is net voedertijd. Dan mag je ze eten geven.Dat kun je vast wel." Hij geeft Flip een rode plastic emmer met graantjes. Dat is voor de kippen en de ganzen en de eenden en de pauw...Flip moet overal wat rond strooien en dan komen de vogels er wel op af.
Weldra komen de vogels aangetrippeld, aangefladderd, aangewaggeld, en ze proberen elkaar het eten af te pikken, maar, dat vind Opa niet goed. Hij wil geen ruzie, onder de dieren.
Allemaal even veel. Eerlijk is eerlijk.
Flip heeft het er warm van gekregen en zijn keel is droog. Hij heeft al weer dorst. Maar bij Opa en Oma durft hij niet om een ijsje te vragen. Dan worden ze misschien boos op hem.
Opa zegt, als hij ziet hoe het ventje met zijn lipjes smakt:"Ik weet iets. We gaan lekker water drinken uit de pomp. Dat d eden ze vroeger ook. Er staat een kroes en daar kun je water in doen, zo uit de pomp, dat spettert lekker, en dan krijg je het vanzelf ook minder warm want dan wordt je lekker nat.Ik zal wel pompen, jij hebt nog een beetje te korte armpjes. "
Opgewerkt huppelt het joch achter Opa aan. Wat heeft ie toch een lieve Opa en Oma... Ze spelen altijd spelletjes met hem...en hij krijgt altijd wel iets lekkers te eten of te drinken. Hij hoopt dat het een hele middag duurt dat Mam hier blijft. Hier zal hij zich nooit vervelen.
Opa geeft hem een bekertje waar een touwtje aan zit. Hij zegt"Nu opletten. Straks komt er een heleboel water, en dan moet je zorgen dat je dat in je beker krijgt. Het is heel koud, want het komt uit de grond."
"is dat dan niet vies? Met modder en zo?"vraagt Flip met grote ogen. Maar, nee, dat is niet zo. Opa begint te pompen. De machine maakt eerst een heleboel lawaai, maar dan komt er ineens water uit.Het spat boven op Flipje zijn truitje en zijn haartjes en zijn korte broek. Hij gilt van pret...Joechei....En, hij vergeet ook niet zijn bekertje onder het water te houden.
Opa heeft nu ook een bekertje,en samen slurpen ze van het koele water....Dat smaakt nog beter dan limonade.
Als een grote vent laat Flip een forse boer uit zijn keeltje komen en hij lacht er zelf hartelijk om. Eigenlijk mag hij niet boeren, maar bij Opa mag dat wel...Dat ging vanzelf, want hij heeft zo vlug gedronken, en dan krijg je lucht in je maag, en dan moet je boeren. Denk maar eens als je priklimonade hebt gedronken, dan krijg je dat ook.
Opa kijkt op zijn horloge en zegt:" Nou, de 5 minuten zijn om. Nu is Oma klaar met de verrassing. Dan gaan we vlug naar binnen, naar de koude windmachine..."
Oma zit te praten met Mam. Flip denkt:"Waar is nou de verrassing?"Hij kijkt eens rond, maar in de kamer is niks te zien. Er staat een koffiepot op een ouderwets theelichtje ....En er staan 2 kopjes en een flesje koffiemelk en de suikerklontjes in een schaaltje...Er is geen taart, dus Oma heeft geen taart gebakken, maar ja, dat is misschien wel de verrassing, die is vast in de keuken, in de oven.
Flip snuift met zijn neusje in de lucht, maar hij ruikt niks...
Oma zegt:"Wat ben jij nieuwsgierig, Flipje. Kom maar eens mee, naar de keuken."
Dus, toch iets om te eten of te drinken...Vragend kijkt Flip zijn Oma aan en zegt:"Heb U een taart gebakken?""Dat is mis. Doe de diepvrieskist maar eens open ....De bovenste la, waar de tekeningen opstaan van een kip en een pan..."
Flip trekt de bovenste la open en ziet.....Ijsjes.....Wow....Die heeft Oma zelf gemaakt....
Limonadeijsjes heeft Oma gemaakt. Van Roosevicee, van frambozenlimonade, van cola en yogidrink...De ijsjes zitten in een plastic bekertje met een stokje waar een beertje op staat....
Wat leuk....Flip mag kiezen. Wat zou hij nu het eerste nemen. Zo een mooie rooie ijslollie? Of zo een lekkere oranje, die van Ranja gemaakt is....Hij neemt de frambozenlollie....
Hmmmm, dat is smullen. Het is wel heel erg koud in zijn mondje, en zijn tong gaat er pijn van doen, maar ook lekker zoet. Oma zegt:: "Jij mag straks zelf ook ijsjes maken.Ik heb een ijsjesfabriek."
Wow, wie heeft er een Oma met een ijsjesfabriek....Flip zucht er van....
De plastic bekertjes waar het ijsje in gezeten heeft, zijn nu weer leeg. De ijsjes liggen nu zo los in het vriesvak. Smelten doen ze niet...Oma zet de flessen limonade klaar. Ranja, Roosevicee, yochidrdink. De cola is op...Er is ook een kan met water.
"Kom, dan ga jij ook een ijsje maken voor vanavond. Wat voor ijsje wil je maken? "
Met zijn vinger in zijn mond staat Flip te kijken. Daar vraagt Oma wat...
De Ranja dan maar. Maar waarom moet hij nu wachten tot vanavond?
Oma lacht en zegt:"Dumbo, het ijs moet eerst hard worden. Doe maar een beetje limonade in dit glas hier, voorzichtig....Goed zo, en nu een beetje water er bij. Dan ga je even proeven of het zoet genoeg is....Roeren....Lekker zo? "
"Uhuh..."knikt Flip...Hij voelt zich heel erg belangrijk. Hij kan ijsjes maken....Daar heb je geen ijsjesgeld voor nodig. Alleen maar limonade...Mama heeft geen plastic bekertjes om ijsjes te maken...Maar ja, ze heeft ook geen ijsjesgeld...En daar koop je zeker ook die bekertjes van...
Heel voorzichtig, zijn tong tussen zijn lippen, schenkt Flipje het vocht in de plastic bekertjes. Hij kan nu 2 ijsjes maken. 2 oranje ijsjes...De stokjes van beertjes staan nu recht in het plastic bekertje.
Oh, was het maar vast avond. Was het ijs maar vast hard....Het duurt heel erg lang, zegt Oma.
Maar, gelukkig blijft Mam eten bij Opa en Oma. Ze eten pannenkoeken...
Flip mag ook nog zwemmen, want Opa en Oma hebben achter hun huis, naast de kinderboerderij, een opblaasbad waar ook zelfs grote mensen in kunnen zwemmen. En Flip heeft al zijn eerste zwemdiploma, dus hij is niet bang voor water.
Nu heeft hij het niet warm meer . Als ze weer naar huis moeten is Flip eerst een beetje teleurgesteld.:"Mijn ijsjes wil ik hebben....Zijn ze al hard?"
"Ze zijn al hard. Maar, je kan ze nu nog niet op eten. Je mag ze mee naar huis nemen." " Dan smelten ze weer en dan wordt het weer limonade."merkt Flip heel slim op.
Maar, Oma heeft een klein koelboxje, die geeft ze mee aan Mam. En ze doet er de ijsjes in en ook nog een Marsijsje en chocola. Dat blijft nu lekker koud en het smelt niet.
Thuis verteld Flip tegen Pap dat hij meegeholpen heeft in Oma's ijsjesfabriek en Pap krijgt heel lief ook een oranje ijsje.die Flip zelf gemaakt heeft.
De andere dag komt Mam thuis van boodschappen doen met een paar flessen limonadesiroop en ook van die plastic bekertjes in de vorm van een raceauto...Wow, nu maakt Flip morgen autoijsjes... Dat is nog eens cool....Hij zeurt nu nooit meer om een ijsje van de ijswagen. Zelfgemaakt is veel lekkerder. O zo....
Als ik jarig ben, dan is het feest Heel Nederland hangt dan vlaggetjes buiten en er hangen slingers voor de ruiten. In Rood, Wit, Blauw het meest
Ik hoef nooit naat school op deze dag maar dan hoef ik ook niet te leren en kan de andere dag trakteren Iets wat van de juffrouw dan wel mag.
Als ik jarig ben worden er spelletjes gedaan soms binnen, maar ook wel buiten spelen We hoeven ons de hele dag niet te vervelen En kunnen koekhappen of zaklopen gaan.
Ik drink altijd ranja, omdat ik daar van hou en krijgt altijd oranje taartjes. In mijn haar heb ik twee vrolijke staartjes met een zijden strik in rood-wit-blauw
Soms is er vuurwerk als het avond wordt Dan zijn er in de lucht prachtige bloemen en kleuren, te veel om op te noemen Het duurt altijd veel te kort
Als ik jarig ben.....zingt iedereen Oranje Boven, leve de Koningin, hiep hiep Hoera Ik ben geen prinses en heet ook geen Maxima maar ik heet gewoon Marleen
En ik ben jarig op Koninginnedag. Dus altijd hangen er vlaggen buiten En rood wit blauw, voor alle ruiten. Als ik mijn verjaardag vieren mag.....
Er zit een vriendje in mijn klas. ZIjn naam is Valentijn. En ik kan reuze in mijn sas met deze jongen zijn. Zijn ogen zijn als de hemel zo blauw. Zijn haar is blond en vol met krul. Oh, wat hou ik toch van jou, jij, lieve knappe knul.
Vandaag is het het liefdesfeest. Dan geef ik jou een zoen. Want als je houd van iemand wel het meest mag je dat zomaar doen. Ik koop voor jou een leuke kaart en een cadeautje klein. Niet omdat je vandaag verjaart maar vanwege Valentijn.
Morgen is het carnavalsoptocht. Mira mag met haar schoolklas meelopen in de stoet.
Het thema van carnaval is "Als een sprookje"
Ze gaan allemaal verkleed als sprookjesfigueren. Roodkapje, een heks, een toverfee.
Mira gaat als heks. Je hoeft niet bang voor haar te zijn , hoor, want ze is een líéve heks.
Mama heeft voor haar heksenkleren gemaakt. Een grote zwarte hoed hebben ze in de winkel gekocht, maar de doek over haar schouders is eigenlijk een fluwelen gordijn dat op zolder in de rommelkist lag.
En ze heeft over haar eigen kleren een jurk aan van mama. Dat is lekker warm. Meestal is het erg koud in Feburari.
Ewald, haar schoolvriendje, gaat als spook. Hij heeft een groot wit dekbed over zijn hoofd en zijn mama heeft er twee grote gaten in geknipt waar zijn ogen zitten.
Zo kan hij toch wat zien.
Het is een leuk stel en ze hebben die middag hun kleren al aan naar school. Daar komt de prins, in een mooi fluwelen pak en een heleboel lange veren op zijn muts. Er is ook nog een nar en een politie, die alles in goede banen moet leiden.
En natuurlijk ook een heleboel muziek.
Die middag lopen ze in polonaise over het plein en de muziek klinkt vrolijk. De dreun van de grote trom voel je tot diep van binnen in je buik.
Na de pololanise mogen ze naar binnen en daar is er poppenkast, pannenkoek en limonade.
Om 3 uur gaat deze keer de school uit.
Ewald en Mira maken mensen bang door heel hard Boe te roepen als ze voorbij lopen en als de mensen dan opspringen van schrik lachen ze heel hard en roepen:"T was maar een grapje. Wij zijn hele gevaarlijke monsters."
Gelukkig worden de mensen niet boos.
De andere dag is het dan eindelijk zo ver. Om 1 uur moeten ze al in de Molenstraat zijn. Daar vandaag gaan ze op pad.
Zenuwachtig zijn ze toch wel een beetje. Als ze een prijs winnen mogen ze de andere dag in de grotemensenoptocht meelopen.
Ewald belt bij Mira aan en ze gaan samen, met de papa's en mama's naar de opstelplaats.
Er is al muziek, en ook de prinsenwagen staat klaar. Een grote wagen met een soort ton bovenop, waarin de prins en de nar gaan staan.
Ze kijken dan boven de mensen uit en zwaaien en gooien met confetti en serpentines.
De kinderen praten en lachen met elkaar. Daar is juf. Ze heeft een kaartje om haar nek waar een nummer op staat. Nummer vier.
Op de straat staat ook een grote vier geschilderd. Daar moeten de kinderen gaan staan.
Om half twee klinkt er een fluit. De politiewagen komt er aan, met zijn blauwe zwaailichten en sirenes.
Je zou er haast bang van worden. Saskia, één van de kinderen uit de klas, wordt er gewoon nerveus van. Maar dat komt, omdat ze vorige week een ongeluk heeft zien gebeuren. Dat was eng.
Ewald kijkt vol bewondering naar de grote witte wagen met de blauwe en rode strepen. Wat zou hij graag al volwassen zijn. Dan wordt hij ook agent...
Na de politie komt eerst de muziek. Ze hebben zich "DE VROLIJKE NOOT "genoemd, en vrolijk wordt het zeker.
De juf gaat naast de kinderen staan en zegt:" Nu opletten. Straks gaat nummer drie weg en dan lopen wij er achteraan. Volg mij maar en doe maar een beetje lollig." Eindelijk kunnen ze dan weg.
Juf loopt voorop en de kinderen sjokken er achteraan. Je mag niet hard lopen, want ze moeten goed kunnen zien wat je uitbeeld.
Sneeuwwitje ligt in een glazen kistje en slaapt. Dat is nog eens een makkelijke rol. Mira zou zelf ook wel Sneeuwwitje willen zijn. Die heeft het lekker warm en ze wordt niet eens moe.
Maar, dan komt de prins uit het sprookje die haar een kus geeft en dan gaat ze rechtop zitten en wrijft haar ogen uit.
Dit toneelstukje moeten ze steeds opnieuw spelen, net zolang tot de optocht klaar is.
Mira en Ewald hoeven alleen maar achteraan te lopen. Roodkapje wordt achterna gezeten door de wolf, dat is een verkleed jongetje. En de jager loopt er ook nog achteraan, met een houten geweertje.
Oma is er ook, in een blauwe nachtjapon en een slaapmuts. Trots kijken de kinderen naar de mensen aan de kant. Wat is het druk....
Daar heb je de Oma van Patrick. Ze is wát trots op haar kleinzoon.
Oh, daar staan Pap en Mam. En de buurman, en tante Lies... Veel te vlug zijn ze bij het eind gekomen .
Hier moeten ze op elkaar wachten en ze krijgen snoep en limonade. Als alle kinderen weer terug zijn gaat het feest verder in het wijkgebouw en hier worden dan de prijzen uitgereikt, en, zowaar, geloof het of niet, de groep van Openbare School de REGENBOOG heeft gewonnen....Nu mogen ze morgen nog een keertje in de grote optocht meelopen.
Was het maar vast morgen....Dan winnen ze niks meer, maar meedoen is zeker zo leuk....
De wind is vandaag stout en wild. Hij rukt en buldert, loeit en gilt. Hij schopt tegen struiken en knalt met de deur Wat heeft die wind een pésthumeur.
De wind speelt met een man zijn hoed, maar, die meneer vind dat niet goed. Dan neemt de wind maar, met veel gegier een vuile zakdoek van papier.
Hij rinkelkinkt een ruit kapot. Het klinkt welhaast zoals een schot. Daar valt een dakpan op de grond. En niemand die zich nu op straat bevond...
Maar, op het duin, daar staat een kind. Hij gilt en krijst, net als de wind. Hij brult van het lachen en rent door het gras en wilde dat het elke dag storm was......Hoei.....
Op een heerlijk Woensdagmiddag in Februari besluit de moeder van Maja, dat ze met haar dochter gaat wandelen, naar het park.
Ze wonen er niet ver vandaan. Vrolijk huppelt Maja naast haar moeder. Ze heeft een zak met oud brood, waar mam allemaal kleine brokjes van gemaakt heeft, om de eenden en ganzen te voeren.
In het park is ook Jeroen, het schoolvriendje van Maja.
De moeders gaan samen op een bank zitten.Ook de mama van Jeroen heeft brood bij zich, maar dat is nog niet in stukjes.
Er is ook een meneer met een hondje. Het dier snuffelt nieuwsgierig aan de zak die het meisje in haar hand houdt, en blaft uitgelaten.
Eigenlijk is zo een wilde hond best een beetje eng. Maja deinst achteruit en trekt een lipje, maar de meneer zegt, dat ze niet bang hoeft te zijn. Loebas is alleen maar nieuwsgierig.
Dan zegt hij, tegen het hondje:"Kom op, beest. Genoeg los gelopen. "
Gelukkig, Die is weg.
Jeroen en Maja stappen doelbewust op het water af. Mevrouw Wilhaver roept uit:"Kijk uit, Joen. Je kunt nog niet zwemmen en het water is nog koud als je er in kukelt.Ga maar op het gras staan. Dan komen de vogels ook wel.Die hebben honger."
Jeroen haalt ongeduldig zijn schouders op . Hij weet het allemaal wel.Die grote mensen ook altijd. Wat kunnen ze toch zeuren...
Mevrouw Groothoek, de mama van Maja, lacht. "Ze luisteren toch niet . Waarschijnlijk hebben ze een engelbewaarder op hun schouders zitten."
De kinderen strooien het brood en gillen opgwonden als de vogels naar hen toe komen waggelen.
Vol aandacht kijken ze toe en gaan na afloop weer teleurgesteld weg, als het brood op is, en de vogels het water in duiken.
Jammer. Het was net zo leuk....Wat zullen ze nu eens gaan doen?
Naast de bank met hun moeders is een jonge mevrouw gekomen. Met een kinderwagen.
Maja slentert er heen en kijkt. Er ligt een babytje in,
Het meisje vraagt aan de vrouw:"Is dat jou kindje?" "Ja. Het is nog maar 7 dagen oud. Vandaag mag ze voor de eerste keer naar buiten. Ze heet Maria."
"Oh, Ik heet Maja. Dat is haast hetzelfde. " "Zeker. Is dat jongetje je broertje?"
"Nee. Mijn vriendje van school. Hij heet Jeroen. We hebben geen broertjes of zusjes, Jeroen en ikke."
Maja zucht eens diep en hoort haar moeder roepen:"Vooruit, niet zo nieuwsgierig. Ga met Joen spelen en laat die mevrouw met rust. Schiet op."
De mevrouw lacht en zegt:"Het geeft niet, hoor. Zoiets is leuk voor kinderen van die leeftijg. Die willen alles weten over de baby."
Maja en Jeroen denken er niet eens meer aan en spelen tikkertje achter de dikke bomen.
Even later zitten ze weer rustig naar elkaar op de bank en sabbelen aan een lolly. Om half vier gaan ze weer naar huis. Er komt iest leuks op de tv. En de zon gaat ook een beetje weg.
Die avond vertelt het meisje aan papa:"We waren in het park en daar was een mevrouw met een kindje. Ik zou ook best een baby willen. Leuk om mee te spelen.Een echte pop."
Dromerig, haar duim in haar mond, staart Maja voor zich uit. Als ze lekker ligt te slapen zegt mama Groothof:"Arthur, ik geloof dat Maja teveel alleen is. Ze is tenslotte al vijf en het enige gezelschap dat ze heeft is Jeroen.Volgens mij verlangd ze naar een broertje of zusje. Ze is de laatste tijd niet bij kinderwagens uit de buurt te krijgen."
Papa Groothoek kijkt naar zijn vrouwtje en aait haar over haar hoofd. Dat doen grote mensen ans ze elkaar lief vinden.
Samen kijken ze nog even naar hun meisje, dat heerlijk ligt te dromen...Ze weet al een klein beetje hoe babytjes geboren worden.
Eerst krijgt de mama een hele dikke buik . Die doet dan pijn en dan kan mama geen kleren meer aan en dan moet ze naar de wc, en naar bed. Uit de bips van de mama, waar je door plast, komt dan het kindje. Eng hoo Geen wonder dat het pijn doet...
Voorlopig wil Maja dus nog maar geen mama worden, maar een broertje of zusje zou wel leuk zijn.
Glimlachend slaapt ze verder en weet niet dat papa en mama naar haar staan te kijken en haar aaien. Pap geeft haar zachtjes een kusje op haar wipneus. Ze weet het niet en droomt over de ganzen en nu is Maja mama en dan zit ze met de kinderwagen en dan komt er een klein meisje en nu is het Maja zélf weer.
En die hond wordt opgegeten door die eenden en......Het is ochtend...