Ik ben Thea van Honk, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Oudenbosch (Nederland) en mijn beroep is Huisvrouw.
Ik ben geboren op 02/11/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven van gedichten en verhalen, voor volwassenen en kinderen. Fotografie. Lezen. Dagtripjes maken. Computeren..
15-07-2010
De ijsfabriek van Oma
Het is volop zomer. De zon schijnt elke dag en het is af en toe heel erg warm.
Zo warm dat je soms een beetje chagrijnig wordt en niet goed weet wat je nu eigenlijk moet doen. Als je naar de speeltuin gaat, dat is wel even leuk, maar van al dat geschommel en gewip krijg je het toch ook weer warm.
Flipje Watermans, een jochie van 5, heeft, net als alle andere kinderen uit de buurt, vakantie. Maar, hij is nog niet écht op vakantie, met de tent naar Oostenrijk, want Papa moet nog een week werken.
Al de vriendjes en vriendinnetjes van Flip zijn al wel met vakantie. Dus, hij voelt zich een beetje alleen, en hij verveelt zich.
Hij heeft dorst en wil eigenlijk heel graag een ijsje, maar ja, mam zegt dat ze geen ijsjesgeld heeft. Wat betekent dat nou? Flip wist niet eens dat er zulk soort geld bestaat. Zijn dat dan Euro;s waar ijsjes op staan?
Verongelijkt en met een boos gezichtje loopt Flip weg, terwijl hij zijn schouders op haalt en dreint dat ie ijs wil...
"Ik weet wel iets leuks. We gaan naar Opa en Oma Willmse"zegt Mam.
Opa en Oma hebben een kinderboerderij. Daar houden ze kippen, cavia's, konijntjes, geitjes, schapen, en ook vogels.
Ze wonen gelukkig niet ver bij Flip vandaan, met de auto een half uurtje rijden en dan zijn ze er al.
Nou ja, wie weet heeft Oma wel een ijsje voor haar kleinzoon. Of ze heeft ijsjesgeld...
Moet Flipje toch eens vragen hoe dat geld er nu eigenlijk uit ziet...
In de auto, met de airco aan en de raampjes open is het wel lekker. Maar zodra de auto stil staat en ze bij Opa en Oma zijn valt de kou weg en wordt het weer heel erg warm.
Mam zet haar zonnebril op haar haar en begroet Opa, die eigenlijk haar papa is.
Oma is binnen, die zorgt voor een verrassing.Wat dat is, dat mag Flip niet weten, want anders is het immers geen verrassing meer. Een verrassing is een soort geheimpje.
Binnen is het lekker koud, want Oma heeft de ventilator aan gezet en dan waait het heel erg hard en koude wind....Je krijgt er bijna de rillingen van over je rug, als je er vlak voor staat. Je haren waaien recht overeind ...
De poes van Opa en Oma, Snorremans, een zwarte kater met een witte neus en witte oortjes en een wit puntje op zijn staart, komt Flipje begroeten. Hij geeft kopjes en wil wat graag geaaid worden.
Als Flipje hem aait begint de poes heel hard te ronken, van tevredenheid....Daarom heet ie ook Snorremans, want als katten blij zijn, dan gaan ze snorren, zo heet dat ronken, net of er een motortje in het beestje zijn keeltje zit. Flip vind het wel grappig.
Oma is in de keuken bezig. Als Opa vraagt of hij binnen mag komen zegt Oma:: "Nog niet. De verrassing is nog niet klaar.Nog 5 minuten "
Opa zegt tegen zijn kleinzoon:" Kom, dan gaan we naar de beestjes kijken. Het is net voedertijd. Dan mag je ze eten geven.Dat kun je vast wel." Hij geeft Flip een rode plastic emmer met graantjes. Dat is voor de kippen en de ganzen en de eenden en de pauw...Flip moet overal wat rond strooien en dan komen de vogels er wel op af.
Weldra komen de vogels aangetrippeld, aangefladderd, aangewaggeld, en ze proberen elkaar het eten af te pikken, maar, dat vind Opa niet goed. Hij wil geen ruzie, onder de dieren.
Allemaal even veel. Eerlijk is eerlijk.
Flip heeft het er warm van gekregen en zijn keel is droog. Hij heeft al weer dorst. Maar bij Opa en Oma durft hij niet om een ijsje te vragen. Dan worden ze misschien boos op hem.
Opa zegt, als hij ziet hoe het ventje met zijn lipjes smakt:"Ik weet iets. We gaan lekker water drinken uit de pomp. Dat d eden ze vroeger ook. Er staat een kroes en daar kun je water in doen, zo uit de pomp, dat spettert lekker, en dan krijg je het vanzelf ook minder warm want dan wordt je lekker nat.Ik zal wel pompen, jij hebt nog een beetje te korte armpjes. "
Opgewerkt huppelt het joch achter Opa aan. Wat heeft ie toch een lieve Opa en Oma... Ze spelen altijd spelletjes met hem...en hij krijgt altijd wel iets lekkers te eten of te drinken. Hij hoopt dat het een hele middag duurt dat Mam hier blijft. Hier zal hij zich nooit vervelen.
Opa geeft hem een bekertje waar een touwtje aan zit. Hij zegt"Nu opletten. Straks komt er een heleboel water, en dan moet je zorgen dat je dat in je beker krijgt. Het is heel koud, want het komt uit de grond."
"is dat dan niet vies? Met modder en zo?"vraagt Flip met grote ogen. Maar, nee, dat is niet zo. Opa begint te pompen. De machine maakt eerst een heleboel lawaai, maar dan komt er ineens water uit.Het spat boven op Flipje zijn truitje en zijn haartjes en zijn korte broek. Hij gilt van pret...Joechei....En, hij vergeet ook niet zijn bekertje onder het water te houden.
Opa heeft nu ook een bekertje,en samen slurpen ze van het koele water....Dat smaakt nog beter dan limonade.
Als een grote vent laat Flip een forse boer uit zijn keeltje komen en hij lacht er zelf hartelijk om. Eigenlijk mag hij niet boeren, maar bij Opa mag dat wel...Dat ging vanzelf, want hij heeft zo vlug gedronken, en dan krijg je lucht in je maag, en dan moet je boeren. Denk maar eens als je priklimonade hebt gedronken, dan krijg je dat ook.
Opa kijkt op zijn horloge en zegt:" Nou, de 5 minuten zijn om. Nu is Oma klaar met de verrassing. Dan gaan we vlug naar binnen, naar de koude windmachine..."
Oma zit te praten met Mam. Flip denkt:"Waar is nou de verrassing?"Hij kijkt eens rond, maar in de kamer is niks te zien. Er staat een koffiepot op een ouderwets theelichtje ....En er staan 2 kopjes en een flesje koffiemelk en de suikerklontjes in een schaaltje...Er is geen taart, dus Oma heeft geen taart gebakken, maar ja, dat is misschien wel de verrassing, die is vast in de keuken, in de oven.
Flip snuift met zijn neusje in de lucht, maar hij ruikt niks...
Oma zegt:"Wat ben jij nieuwsgierig, Flipje. Kom maar eens mee, naar de keuken."
Dus, toch iets om te eten of te drinken...Vragend kijkt Flip zijn Oma aan en zegt:"Heb U een taart gebakken?""Dat is mis. Doe de diepvrieskist maar eens open ....De bovenste la, waar de tekeningen opstaan van een kip en een pan..."
Flip trekt de bovenste la open en ziet.....Ijsjes.....Wow....Die heeft Oma zelf gemaakt....
Limonadeijsjes heeft Oma gemaakt. Van Roosevicee, van frambozenlimonade, van cola en yogidrink...De ijsjes zitten in een plastic bekertje met een stokje waar een beertje op staat....
Wat leuk....Flip mag kiezen. Wat zou hij nu het eerste nemen. Zo een mooie rooie ijslollie? Of zo een lekkere oranje, die van Ranja gemaakt is....Hij neemt de frambozenlollie....
Hmmmm, dat is smullen. Het is wel heel erg koud in zijn mondje, en zijn tong gaat er pijn van doen, maar ook lekker zoet. Oma zegt:: "Jij mag straks zelf ook ijsjes maken.Ik heb een ijsjesfabriek."
Wow, wie heeft er een Oma met een ijsjesfabriek....Flip zucht er van....
De plastic bekertjes waar het ijsje in gezeten heeft, zijn nu weer leeg. De ijsjes liggen nu zo los in het vriesvak. Smelten doen ze niet...Oma zet de flessen limonade klaar. Ranja, Roosevicee, yochidrdink. De cola is op...Er is ook een kan met water.
"Kom, dan ga jij ook een ijsje maken voor vanavond. Wat voor ijsje wil je maken? "
Met zijn vinger in zijn mond staat Flip te kijken. Daar vraagt Oma wat...
De Ranja dan maar. Maar waarom moet hij nu wachten tot vanavond?
Oma lacht en zegt:"Dumbo, het ijs moet eerst hard worden. Doe maar een beetje limonade in dit glas hier, voorzichtig....Goed zo, en nu een beetje water er bij. Dan ga je even proeven of het zoet genoeg is....Roeren....Lekker zo? "
"Uhuh..."knikt Flip...Hij voelt zich heel erg belangrijk. Hij kan ijsjes maken....Daar heb je geen ijsjesgeld voor nodig. Alleen maar limonade...Mama heeft geen plastic bekertjes om ijsjes te maken...Maar ja, ze heeft ook geen ijsjesgeld...En daar koop je zeker ook die bekertjes van...
Heel voorzichtig, zijn tong tussen zijn lippen, schenkt Flipje het vocht in de plastic bekertjes. Hij kan nu 2 ijsjes maken. 2 oranje ijsjes...De stokjes van beertjes staan nu recht in het plastic bekertje.
Oh, was het maar vast avond. Was het ijs maar vast hard....Het duurt heel erg lang, zegt Oma.
Maar, gelukkig blijft Mam eten bij Opa en Oma. Ze eten pannenkoeken...
Flip mag ook nog zwemmen, want Opa en Oma hebben achter hun huis, naast de kinderboerderij, een opblaasbad waar ook zelfs grote mensen in kunnen zwemmen. En Flip heeft al zijn eerste zwemdiploma, dus hij is niet bang voor water.
Nu heeft hij het niet warm meer . Als ze weer naar huis moeten is Flip eerst een beetje teleurgesteld.:"Mijn ijsjes wil ik hebben....Zijn ze al hard?"
"Ze zijn al hard. Maar, je kan ze nu nog niet op eten. Je mag ze mee naar huis nemen." " Dan smelten ze weer en dan wordt het weer limonade."merkt Flip heel slim op.
Maar, Oma heeft een klein koelboxje, die geeft ze mee aan Mam. En ze doet er de ijsjes in en ook nog een Marsijsje en chocola. Dat blijft nu lekker koud en het smelt niet.
Thuis verteld Flip tegen Pap dat hij meegeholpen heeft in Oma's ijsjesfabriek en Pap krijgt heel lief ook een oranje ijsje.die Flip zelf gemaakt heeft.
De andere dag komt Mam thuis van boodschappen doen met een paar flessen limonadesiroop en ook van die plastic bekertjes in de vorm van een raceauto...Wow, nu maakt Flip morgen autoijsjes... Dat is nog eens cool....Hij zeurt nu nooit meer om een ijsje van de ijswagen. Zelfgemaakt is veel lekkerder. O zo....
Als ik jarig ben, dan is het feest Heel Nederland hangt dan vlaggetjes buiten en er hangen slingers voor de ruiten. In Rood, Wit, Blauw het meest
Ik hoef nooit naat school op deze dag maar dan hoef ik ook niet te leren en kan de andere dag trakteren Iets wat van de juffrouw dan wel mag.
Als ik jarig ben worden er spelletjes gedaan soms binnen, maar ook wel buiten spelen We hoeven ons de hele dag niet te vervelen En kunnen koekhappen of zaklopen gaan.
Ik drink altijd ranja, omdat ik daar van hou en krijgt altijd oranje taartjes. In mijn haar heb ik twee vrolijke staartjes met een zijden strik in rood-wit-blauw
Soms is er vuurwerk als het avond wordt Dan zijn er in de lucht prachtige bloemen en kleuren, te veel om op te noemen Het duurt altijd veel te kort
Als ik jarig ben.....zingt iedereen Oranje Boven, leve de Koningin, hiep hiep Hoera Ik ben geen prinses en heet ook geen Maxima maar ik heet gewoon Marleen
En ik ben jarig op Koninginnedag. Dus altijd hangen er vlaggen buiten En rood wit blauw, voor alle ruiten. Als ik mijn verjaardag vieren mag.....
Er zit een vriendje in mijn klas. ZIjn naam is Valentijn. En ik kan reuze in mijn sas met deze jongen zijn. Zijn ogen zijn als de hemel zo blauw. Zijn haar is blond en vol met krul. Oh, wat hou ik toch van jou, jij, lieve knappe knul.
Vandaag is het het liefdesfeest. Dan geef ik jou een zoen. Want als je houd van iemand wel het meest mag je dat zomaar doen. Ik koop voor jou een leuke kaart en een cadeautje klein. Niet omdat je vandaag verjaart maar vanwege Valentijn.
Morgen is het carnavalsoptocht. Mira mag met haar schoolklas meelopen in de stoet.
Het thema van carnaval is "Als een sprookje"
Ze gaan allemaal verkleed als sprookjesfigueren. Roodkapje, een heks, een toverfee.
Mira gaat als heks. Je hoeft niet bang voor haar te zijn , hoor, want ze is een líéve heks.
Mama heeft voor haar heksenkleren gemaakt. Een grote zwarte hoed hebben ze in de winkel gekocht, maar de doek over haar schouders is eigenlijk een fluwelen gordijn dat op zolder in de rommelkist lag.
En ze heeft over haar eigen kleren een jurk aan van mama. Dat is lekker warm. Meestal is het erg koud in Feburari.
Ewald, haar schoolvriendje, gaat als spook. Hij heeft een groot wit dekbed over zijn hoofd en zijn mama heeft er twee grote gaten in geknipt waar zijn ogen zitten.
Zo kan hij toch wat zien.
Het is een leuk stel en ze hebben die middag hun kleren al aan naar school. Daar komt de prins, in een mooi fluwelen pak en een heleboel lange veren op zijn muts. Er is ook nog een nar en een politie, die alles in goede banen moet leiden.
En natuurlijk ook een heleboel muziek.
Die middag lopen ze in polonaise over het plein en de muziek klinkt vrolijk. De dreun van de grote trom voel je tot diep van binnen in je buik.
Na de pololanise mogen ze naar binnen en daar is er poppenkast, pannenkoek en limonade.
Om 3 uur gaat deze keer de school uit.
Ewald en Mira maken mensen bang door heel hard Boe te roepen als ze voorbij lopen en als de mensen dan opspringen van schrik lachen ze heel hard en roepen:"T was maar een grapje. Wij zijn hele gevaarlijke monsters."
Gelukkig worden de mensen niet boos.
De andere dag is het dan eindelijk zo ver. Om 1 uur moeten ze al in de Molenstraat zijn. Daar vandaag gaan ze op pad.
Zenuwachtig zijn ze toch wel een beetje. Als ze een prijs winnen mogen ze de andere dag in de grotemensenoptocht meelopen.
Ewald belt bij Mira aan en ze gaan samen, met de papa's en mama's naar de opstelplaats.
Er is al muziek, en ook de prinsenwagen staat klaar. Een grote wagen met een soort ton bovenop, waarin de prins en de nar gaan staan.
Ze kijken dan boven de mensen uit en zwaaien en gooien met confetti en serpentines.
De kinderen praten en lachen met elkaar. Daar is juf. Ze heeft een kaartje om haar nek waar een nummer op staat. Nummer vier.
Op de straat staat ook een grote vier geschilderd. Daar moeten de kinderen gaan staan.
Om half twee klinkt er een fluit. De politiewagen komt er aan, met zijn blauwe zwaailichten en sirenes.
Je zou er haast bang van worden. Saskia, één van de kinderen uit de klas, wordt er gewoon nerveus van. Maar dat komt, omdat ze vorige week een ongeluk heeft zien gebeuren. Dat was eng.
Ewald kijkt vol bewondering naar de grote witte wagen met de blauwe en rode strepen. Wat zou hij graag al volwassen zijn. Dan wordt hij ook agent...
Na de politie komt eerst de muziek. Ze hebben zich "DE VROLIJKE NOOT "genoemd, en vrolijk wordt het zeker.
De juf gaat naast de kinderen staan en zegt:" Nu opletten. Straks gaat nummer drie weg en dan lopen wij er achteraan. Volg mij maar en doe maar een beetje lollig." Eindelijk kunnen ze dan weg.
Juf loopt voorop en de kinderen sjokken er achteraan. Je mag niet hard lopen, want ze moeten goed kunnen zien wat je uitbeeld.
Sneeuwwitje ligt in een glazen kistje en slaapt. Dat is nog eens een makkelijke rol. Mira zou zelf ook wel Sneeuwwitje willen zijn. Die heeft het lekker warm en ze wordt niet eens moe.
Maar, dan komt de prins uit het sprookje die haar een kus geeft en dan gaat ze rechtop zitten en wrijft haar ogen uit.
Dit toneelstukje moeten ze steeds opnieuw spelen, net zolang tot de optocht klaar is.
Mira en Ewald hoeven alleen maar achteraan te lopen. Roodkapje wordt achterna gezeten door de wolf, dat is een verkleed jongetje. En de jager loopt er ook nog achteraan, met een houten geweertje.
Oma is er ook, in een blauwe nachtjapon en een slaapmuts. Trots kijken de kinderen naar de mensen aan de kant. Wat is het druk....
Daar heb je de Oma van Patrick. Ze is wát trots op haar kleinzoon.
Oh, daar staan Pap en Mam. En de buurman, en tante Lies... Veel te vlug zijn ze bij het eind gekomen .
Hier moeten ze op elkaar wachten en ze krijgen snoep en limonade. Als alle kinderen weer terug zijn gaat het feest verder in het wijkgebouw en hier worden dan de prijzen uitgereikt, en, zowaar, geloof het of niet, de groep van Openbare School de REGENBOOG heeft gewonnen....Nu mogen ze morgen nog een keertje in de grote optocht meelopen.
Was het maar vast morgen....Dan winnen ze niks meer, maar meedoen is zeker zo leuk....
De wind is vandaag stout en wild. Hij rukt en buldert, loeit en gilt. Hij schopt tegen struiken en knalt met de deur Wat heeft die wind een pésthumeur.
De wind speelt met een man zijn hoed, maar, die meneer vind dat niet goed. Dan neemt de wind maar, met veel gegier een vuile zakdoek van papier.
Hij rinkelkinkt een ruit kapot. Het klinkt welhaast zoals een schot. Daar valt een dakpan op de grond. En niemand die zich nu op straat bevond...
Maar, op het duin, daar staat een kind. Hij gilt en krijst, net als de wind. Hij brult van het lachen en rent door het gras en wilde dat het elke dag storm was......Hoei.....
Op een heerlijk Woensdagmiddag in Februari besluit de moeder van Maja, dat ze met haar dochter gaat wandelen, naar het park.
Ze wonen er niet ver vandaan. Vrolijk huppelt Maja naast haar moeder. Ze heeft een zak met oud brood, waar mam allemaal kleine brokjes van gemaakt heeft, om de eenden en ganzen te voeren.
In het park is ook Jeroen, het schoolvriendje van Maja.
De moeders gaan samen op een bank zitten.Ook de mama van Jeroen heeft brood bij zich, maar dat is nog niet in stukjes.
Er is ook een meneer met een hondje. Het dier snuffelt nieuwsgierig aan de zak die het meisje in haar hand houdt, en blaft uitgelaten.
Eigenlijk is zo een wilde hond best een beetje eng. Maja deinst achteruit en trekt een lipje, maar de meneer zegt, dat ze niet bang hoeft te zijn. Loebas is alleen maar nieuwsgierig.
Dan zegt hij, tegen het hondje:"Kom op, beest. Genoeg los gelopen. "
Gelukkig, Die is weg.
Jeroen en Maja stappen doelbewust op het water af. Mevrouw Wilhaver roept uit:"Kijk uit, Joen. Je kunt nog niet zwemmen en het water is nog koud als je er in kukelt.Ga maar op het gras staan. Dan komen de vogels ook wel.Die hebben honger."
Jeroen haalt ongeduldig zijn schouders op . Hij weet het allemaal wel.Die grote mensen ook altijd. Wat kunnen ze toch zeuren...
Mevrouw Groothoek, de mama van Maja, lacht. "Ze luisteren toch niet . Waarschijnlijk hebben ze een engelbewaarder op hun schouders zitten."
De kinderen strooien het brood en gillen opgwonden als de vogels naar hen toe komen waggelen.
Vol aandacht kijken ze toe en gaan na afloop weer teleurgesteld weg, als het brood op is, en de vogels het water in duiken.
Jammer. Het was net zo leuk....Wat zullen ze nu eens gaan doen?
Naast de bank met hun moeders is een jonge mevrouw gekomen. Met een kinderwagen.
Maja slentert er heen en kijkt. Er ligt een babytje in,
Het meisje vraagt aan de vrouw:"Is dat jou kindje?" "Ja. Het is nog maar 7 dagen oud. Vandaag mag ze voor de eerste keer naar buiten. Ze heet Maria."
"Oh, Ik heet Maja. Dat is haast hetzelfde. " "Zeker. Is dat jongetje je broertje?"
"Nee. Mijn vriendje van school. Hij heet Jeroen. We hebben geen broertjes of zusjes, Jeroen en ikke."
Maja zucht eens diep en hoort haar moeder roepen:"Vooruit, niet zo nieuwsgierig. Ga met Joen spelen en laat die mevrouw met rust. Schiet op."
De mevrouw lacht en zegt:"Het geeft niet, hoor. Zoiets is leuk voor kinderen van die leeftijg. Die willen alles weten over de baby."
Maja en Jeroen denken er niet eens meer aan en spelen tikkertje achter de dikke bomen.
Even later zitten ze weer rustig naar elkaar op de bank en sabbelen aan een lolly. Om half vier gaan ze weer naar huis. Er komt iest leuks op de tv. En de zon gaat ook een beetje weg.
Die avond vertelt het meisje aan papa:"We waren in het park en daar was een mevrouw met een kindje. Ik zou ook best een baby willen. Leuk om mee te spelen.Een echte pop."
Dromerig, haar duim in haar mond, staart Maja voor zich uit. Als ze lekker ligt te slapen zegt mama Groothof:"Arthur, ik geloof dat Maja teveel alleen is. Ze is tenslotte al vijf en het enige gezelschap dat ze heeft is Jeroen.Volgens mij verlangd ze naar een broertje of zusje. Ze is de laatste tijd niet bij kinderwagens uit de buurt te krijgen."
Papa Groothoek kijkt naar zijn vrouwtje en aait haar over haar hoofd. Dat doen grote mensen ans ze elkaar lief vinden.
Samen kijken ze nog even naar hun meisje, dat heerlijk ligt te dromen...Ze weet al een klein beetje hoe babytjes geboren worden.
Eerst krijgt de mama een hele dikke buik . Die doet dan pijn en dan kan mama geen kleren meer aan en dan moet ze naar de wc, en naar bed. Uit de bips van de mama, waar je door plast, komt dan het kindje. Eng hoo Geen wonder dat het pijn doet...
Voorlopig wil Maja dus nog maar geen mama worden, maar een broertje of zusje zou wel leuk zijn.
Glimlachend slaapt ze verder en weet niet dat papa en mama naar haar staan te kijken en haar aaien. Pap geeft haar zachtjes een kusje op haar wipneus. Ze weet het niet en droomt over de ganzen en nu is Maja mama en dan zit ze met de kinderwagen en dan komt er een klein meisje en nu is het Maja zélf weer.
En die hond wordt opgegeten door die eenden en......Het is ochtend...
Er waren eens drie wijzen 1 Zwarte en 2 blanken Ze kwamen van heel ver reizen Dat hadden ze aan een ster te danken.
Ze hadden een keer in dromen een boodschap meegekregen. Dat ze naar Bethlehem moesten komen langs voor hen onbekende wegen.
En toen ze weer wakker waren Was er iers raars aan de hemel. Iets wat ze niet konden verklaren. Het leek niet op het sterrengewemel.
Ze zagen een groot licht verschijnen dat hun zei, dat het de weg zou wijzen Pas als het licht weer zou verdwijnen waren de mannen klaar met reizen.
Het duurde welhaast enkele dagen Ze kwamen door de woestijn op kamelen. En aan niemand konden zij iets vragen, ook al waren ze met heel velen.
Op een ochtend konden ze het licht niet meer zien, Ze kwamen bij een stal, waar ze het vonden. Ze zagen herders en schapen, tesamen.
In een bedje van stro was een kindje gelegen. Het was gewikkeld in witte warme doeken. De wijzen keken alleen maar en zwegen. Hier hadden ze dus naar moeten zoeken.
Een man en een vrouw zaten bij hun jongen Maria en Josef, ze lachten tegen de drie wijzen terwijl ze voor hun kindje een liedje zongen een liedje van engelen en hemels paradijzen.
De wijzen gaven met zijn drieën geschenken. Voor de ouders en voor het kindje ,goud,wierook en kruiden Dit zullen we elk jaar opnieuw gedenken als met Driekoningendag de klokken gaan luiden.
Het is de zesde Januari. Dat betekent dat het deze dag Driekoningen is. Dan hebben de mensen een speciale gewoonte.
Er wordt dan een lekkere koek gebakken en daarin wordt één witte boon verstopt. Als je het stuk krijgt met de boon er in, mag je voor de hele week de baas spelen.
Het is haast net zo leuk als jarig zijn, alleen duurt dát feest maar één dag.
Bij familie van der Stee doen ze ook aan deze gewoonte. Papa Jan, Mama Nel en hun twee zoontjes , Sjoerd van 8 en Theo van 5.
Op Driekoningenavond komen ook Opa Johan en Oma Ellie op visite. Ze willen ook wát graag proeven van de koek.
Nel kan héérlijk bakken. Het water loopt je al in de mond als je het ziet en ruikt.
Eerst gaan de kinderen, na het eten, langs de deur, met een zelfgemaakte lampion die ze die ochtend op school gemaakt hebben.
Samen met Theo en zijn schoolvriendje Erwin, gaat Sjoerd op pad,
Ze moeten immers met zijn drietjes zijn, want ze spelen de drie koningen. Ze zijn ook net zo verkleed en hebben een ster bij zich aan een stok. Een ster van goud papier.Prachtig.
Theo is zwart gemaakt, want hij is de zwarte koning en hij mag de ster dragen. Dat is óók heel belangrijk , hoor. Vergis je daar maar niet in.
Ze hebben op school een liedje geleerd dat ze aan de deur zingen.
Het gaat zó...
"Wij zijn de drie Kongingen, we komen uit den Oost.We volgden de Sterre, die heeft ons naar de stal geloodsd. Voor het kindje Jezus vragen wij geschenken. Ik hoop dat U aan alle drie van ons zult willen denken. Geeft U ons iets, dan zijn we blij en anders gaan we Uw deurtje voorbij"
Nadat ze een half uur over straat gelopen hebben en veel hebben opgehaald, gaan ze naar huis, waar de koek wacht.... Warme chocomel er bij....Hmmmmm. Dat zal er wel in gaan. Jammie...
Het is toch zó gezellig in de kamer.
De lamp brand en de open haard ook. De vlammetjes likken aan de houtblokken, net of ze zelf óók smullen...Het knettert zo fijn...
Daar komt de koek...Hij ruikt naar speculaas.
Nel verdeeld de koek in 6 gelijke stukken. Nu wordt het spannend...Wie zou de boon in zijn stuk vinden en mag de hele week koning zijn?
Het zou natuurlijk ook zo kunnen zijn dat Papa,Mama, Opa of Oma hem had. Maar papa en mama spelen altijd al de baas....
Iedereen smikkelt, tot,,,,,ineens,,,,de kaken van Opa stoppen...Hij steekt zijn vinger in zijn mond "Hee, jongens. Ik heb de boon. "roept hij trots, en hij haalt zijn vinger tevoorschijn, maar, hij wordt door iedereen uitgelachen.
Want, het is geen bóón, maar een stuk tand. Dat is even schrikken. Dat wordt dus morgen een afspraak bij de tandarts...
Maar, nu hij niet de koning is, moet nog iemand ánders de échte boon hebben..... En, ja hoor, het is Sjoerd.
Hij springt van zijn stoel en houd triomfantelijk de witte boon tussen duim en wijsvinger.
"Lekker, puh. Ik ben de koning. Nou mag ik een hele week zeggen wat ik wil eten, en ik mag naar de film en naar Mc Donalds. En lang opblijven. Joepie..."
Mama heeft een gouden kroontje gemaakt voor de vinder , ze zet het nu op het hoofdje van haar zoon. Wat ziet hij er leuk uit. Hij straalt.
Papa maakt een fotot van hem, met zijn digitale camera. En natuurlijk mag Theo ook even de kroon op. Hij is gelukkig niet jaloers op zijn broertje.
De hele week draagt Sjoerd zijn kroontje en er komt veel friet met appelmoes en kroket op tafel, en ze mogen een half uurtje langer op blijven.
Daarna is het feest voorbij en is alles weer gewoon.
"Tien kinderen die twee jaar op de muziekschool zitten spelen voor U een stuk van Mozart."
Joost schuift aan, samen met de groep. ZIjn hart bonst in zijn oren. Als hij nu maar geen fouten maakt....
Oh, wat heeft hij ineens buikpijn...Zo kan hij vast niet spelen...Maar, hij weet dat Opa en Oma naar hem kijken.
Tante Inge heeft beloofd een foto van hem te maken.Mama heeft vanmiddag al gezegd, dat hij zich niet zo druk moet maken en dat het prima in orde komt.
Oh, nu even opletten. De piano speelt 3 tellen vooraf . Daarna vallen de strijkertjes in. Geen enkel kind vergist zich. Hé, dat ging uitstekend. Er klinkt applaus.
Dan zegt juffrouw van Fulpen"Dames en heren, vanavond hebben we een verrassing voor U. Een solo-optreden van onze leerling Joost Minderhoudt. Hij speelt voor U, begeleidt op piano door Anneke Mes, het nummer Greensleeves."
Joost stemt zijn viool af op de piano, en dan, na een paar tellen, mag hij eindelijk zijn walsje laten horen. Hij houd zijn adem in, onder het spelen.
Als de laatste noot er ook goed uitgekomen is buigt hij voor het publiek, zoals hij dat ook zo vaak heeft gezien bij Andre Rieu. Iedereen lacht en klapt.
Kilo's lichter gaat hij in de pauze naast zijn familie zitten. Ze zeggen allemaal dat het héél móói was. Hij gloeit van trots.
Op het eind van de avond krijgen de leerlingen nog allemaal een medaille en een lint. Er staat op:"Ter herinnering aan de voorspeelavond op 4 Januari."
Moe maar voldaan gaat iedereen naar huis. Achter in de auto bromt Joost nog steeds het wijsje dat hij zo lang heeft moeten oefenen.
Die nacht droomt hij dat hij op wereldtournee is als eerste violist in het orkast van Andre Rieu, hij mag vooraan zitten en is te zien in heel Europa en iedereen klapt voor hem....
Joost zit op de muziekschool. Weet je wat hij daar leert. Viool.Dat is een heel moeilijk instrument Maar, Joost zit nu al drie jaar op les.
Eerst was het alleen maar leren tellen, muzieknootjes opschrijven, maar, ja een half jaar mocht hij gaan spelen, van Kortjakje en het Roodborstje.
Het grote voorbeeld van Joost is Andre Rieu. Als die op de t.v. komt kruipt Joost zowat in het scherm, om maar niets te hoeven missen.
Was hij zelf maar vast zo ver...Dat hij mee kon spelen in het orkest....
Op een middag krijgen de leerlingen van de muziekschool allemaal een brief mee naar huis.Het is een uitnodiging, voor de familie, om te komen kijken en luisteren. Er komt een voorspeelavond, waarin kinderen moeten laten horen hoe goed ze al muziek kunnen maken.
Ze moeten dan op een groot podium optreden in het wijkgebouw.
De mensen die meekomen zitten dan voor en podium en kijken en luisteren vol trots naar hun kinderen, kleinkinderen, broertjes, zusjes, neefjes of nichtjes. Gelukkig zitten ze in het donker zodat het voor de kinderen die moeten spelen, niet zo eng is, want als je elkaar goed kunt zien is het nog véél griezeliger.
Joost moet zelfs twee keer spelen. Een keer met de vioolklas, en dan nog een nieuw melodietje was hij moest instuderen en dan helemaal alleen spelen.
In het begini zat er nog wel eens een valse noot tussen, en soms had Joost ook helemaal geen zin om te studeren. Dan ging hij liever computeren of naar een vriendje, voetballen, of naar de bieb,
Maar Mam zegt, dat hij het toch moet doen, zeker als hij zo goed wil worden als Andre.
Eindelijk is daar de grote avond.... Zenuwachtig gaat het jongetje met zijn ouders mee, samen met broertje Vincent en zusje Ilse. Opa en Oma en tante Inge zijn er ook al.
Joost heeft van de zenuwen een droge mond. Hij heeft vannacht bijna niet geslapen. Als het nu maar góéd gaat....
Jaap, de muziekleraar, heeft wel gezegd dat hij het prima doet, maar tóch, als je alléén.... Als je een fout maakt hoort natuurlijk iedereen dat....
De directeur van de muziekschool begin met een toespraakje.
Hij zegt"Ik zal het kort houden, want er zitten kinderen hier achter te popelen om te beginnen. Dan hebben we dát maar gehad...Wellicht is er hier en daar wel eens een foutje, maar, dat is de spanning van het moment. Ga er zelf maar eens staan... Maar, de kwaliteit van onze leerlingen is groot, dus, ouders,verwanten, ga er lekker voor zitten en veel plezier met de uitvoering.
Mag ik dan nu als eerste Mariëtte Flipsen uitnodigen om voor ons, op haar blokfluit een Vrolijk Wijsje te spelen."
Mariëtte stapt naar voren , haar blokfluit in de hand, en blaast zonder fouten haar melodietje. Als ze klaar is klappen ze voor haar.
Als vierde in de lijst klinkt het nu :"De vioolklas van juffrouw van Fulpen."
Kijk eens naar mij, tussen broer en zus in. Op mijn schaatsjes heb ik het best naar mijn zin. Ik heb het pas geleerd, twee dagen geleden en ook ben ik al heel vaak uitgegegleden. Ik ben gevallen, hard op mijn gat. Een ster in het ijs....Dat was me wat. Au !!!
Ik kan nog niet alleen, maar, dat zal niet lang meer duren. Ik durf nog niet zo goed, kan nog niet zo goed sturen. Broer en zus hebben mij gezegd hoe ik moet glijden en ze hebben uitgelegd dat ik niet bang hoef te zijn voor het gladde ijs. Maar ik raak nog een beetje vlug van de wijs.
Ik vind het wel leuk. Wou dat het altijd vroor. Dan kan ik het goed leren.Daar doe ik het ook voor. Jammer. Het gaat morgen dooien. En dan is het voorbij, nog voor ik het goed kan. Ik ga dan naar de ijsbaan, daar is altijd vorst Alleen is daar geen chocomel en ook geen warme worst...
Maar je kunt wel steeds pret maken op de gladde vloer. Binnenkort schaats ik alleen, zonder zus en zonder broer.
Het is winter. De lucht is grijs. De zon heeft nog niet één keer geschenen.
Poes Minoes verveelt zich. Ze kan nu niet naar buiten om muisjes te vangen of om die dikke boxer van de buren te plagen. Hoe dat komt?
Nou, vrouwtje Gera is naar de stad. Met haar twee kinderen Marcel en Andrea. Ze zijn kleren gaan kopen.
Minoes gaapt met haar bekje wagenwijd open. Nu kun je goed haar roze tongetje zien en haar vlijmscherpe tandjes.
Chagrijnig wipt ze op de vensterbank. Hee, wat een verrassing. Het is daar lekker warm.
Ineens gebeurt er iets heel raars...Er komt een dotje naar beneden dat stilletjes voorbij het raam zweeft. Een wit dotje.
Is het een pluisje van een paardenbloem? Daar kun je heerlijk mee spelen. Nu is de hele lucht er vol van. Minoes wordt een beetje draaierig. De grond wordt helemaal wit . Wat idioot...
De deur gaat open en de kinderen en vrouwtje Gera komen binnen.
Andrea gilt:"Mama, mogen we in de sneeuw spelen? "
"Of een sneeuwpop maken?"doet Marcel een duit in het zakje.
Mam lacht en zegt dat er nu nog veel te weinig ligt.
Terwijl de kinderen de keukendeur open zetten ziet het poesje haar kans schoon en ze glipt naar buiten.
Hé bah, het ziet er wel uit als zachte veertjes maar het blijft aan haar pootjes plakken en dat brandt.... En het is nog glad ook. Telkens glippen haar pootjes weg.
Anders, wanneer Minoes buiten speelt, moet vrouwtje Gera haar altijd wel 4 keer roepen dat er eten in het bakje staat , zo leuk vind ze het dan om buiten te zijn, maar nu komt ze direct met grote sprongen naar binnen en terug op de warme vensterbank. Daar ze ze zich ijverig wassen en ze rekt zich eens lekker uit.
Spinnend geniet ze van de warmte...Nee, die sneeuw is maar niks gedaan...Maar, vanachter de ruit is het wel grappig om naar te kijken.
Miepje van Zuylen en Jeroen Richters zijn buurkinderen. Ze zijn zowat even oud en gaan samen naar de school, in groep 1. Ze spelen altijd met elkaar.
Miepje heeft blonde krullen , blauwe ogen en een grappig wipneusje. Jeroen is een leuke rakker met rood haar, ook blauwe ogen en heel veel sproeten.
Ze zien er gezond uit, want ze wonen aan de rand van een bos.
Het is winter. Vannacht is het flink gaan sneeuwen. Wat is dat een mooi gezicht.
Miepje springt haar bed uit en gaat voor het raam staan. Zou Jeroen ook al wakker zijn? Ja hoor, het gordijn wordt weggeschoven en daar verschijnt de sproetenkop van het jongetje.
Dat wordt leuk, vandaag. Ze hebben kerstvakantie, dus, heerlijk vrij.
Als het negen uur is kun je die twee buiten bezig zien, in de sneeuw. Miepje in een vuurrood sneeuwpakje, Jeroen in een kleurig jack, en een warme das om zijn hals. Allebei hebben ze wollen wantjes aan. Zo kunnen ze er tegen.
Eerst gaan ze sleetje rijden, netjes op de beurt. Nu trekt Jeroen de slee en mag Miepje er op. Dan weer ruilen ze en moet Miepje trekken en mag Jeroen op de slee. Hee, nu mogen ze allebei. Miepjes mam komt naar buiten, en nu trekt zíj de slee.
Na een uurtje begint het te vervelen. Wat zullen ze nu eens gaan doen?
Jeroen stelt voor:"Ga mee, een sneeuwpop maken."
Geen gek idee.
Eerst het onderstuk...Tjonge,wat werken die twee kleuters. Ze voelen niets van de kou.
Na een tijdje staat er een flinke sneeuwpop in de achtertuin. Maar, hij heeft nog geen gezicht...Daar hebben ze niet aan gedacht...Wat nu?
Nadenkend kauwt Miepje op haar doornatte wantjes. Jeroen krabt zich in zijn rode haar.
Dan gaat de deur open en mevrouw Richters komt, en, kijk eens,wat ze bij zich heeft...
Een winterwortel, een oude hoed van Jeroen's Opa, de bellenblaaspijp en twee gitzwarte mantelknopen.
Zo helpt ze de kinderen om de sneeuwpop een gezicht te geven.
Miepje klapt in haar handen. Ze juicht:"Oh, buurvrouw, wat leuk. Hij lacht..."
Buurvrouw maakt een mooie foto van het kunstwerk.Als de sneeuw weg is hebben ze altijd nog een mooie herinnering. Ze zegt tegen de kinderen:"Het is al 11 uur. En jullie hebben natuurlijk koude handen en voeten. Ga maar naar de keuken, Ik heb chocolademelk. Miepje, lust hij dat ook?"
Miepje knikt ijverig. Nu pas voelt ze hoe koud het is. Haar handjes doen pijn. De wanten zijn nat...Brrr.
Bibberend volgt ze haar vriendje naar de keuken. Hmmm, wat is het hier lekker warm...
De hete damp van de chocola kruipt tegen je gezicht op als je in het kopje kijkt.
Jeroen heeft een kleur gekregen van de warmte in de keuken. ZIjn mama haalt twee krentenbollen tevoorschijn. Ze vraagt:"Hebben jullie daar zin in?"
Reken maar. Gretig happen ze in de lekkernij. Buiten sneeuwt het weer, maar, nu ze zo knus binnen zitten voelen ze er niets voor om de kou weer in.
Ze gaan een mooie tekening maken en tekenen zo ingespannen dat ze niet eens merken dat mevrouw van Zuylen aanbelt. Ze vraagt of Miepje komt eten.
S'middags mogen ze weer fijn in de sneeuw spelen en savonds, na het warme eten, vallen ze doodmoe in hun bedjes en slapen als rozen van de buitenlucht.
Over een week zal het Kerstmis zijn. Overal zie je in de huizen al sterren voor het raam en klokken, en veel lichtjes. Hier en daar staat ook al een Kerstboom.
Bij Annemiek in de kamer staat de kerstboom al. Bij haar buurmeisje Cora nog niet, maar, dat duurt niet lang meer. Cora mag fijn vanmiddag met papa naar de markt, en dan mag ze zelf een mooie boom uit kiezen. Helemaal alleen.
Het heeft een beetje gesneeuwd, en dat maakt het nog veel leuker, want nu pakt Papa de slee, om de Kerstboom op te leggen.
Opgewonden huppelt Cora naast haar vader voort. De sneeuw kraakt onder hun voeten.
Eindelijk zijn ze op de markt. Wat is het er druk...Vooral bij Ome Sjaak, de kerstbomenverkoper.
Cora kijkt eens naar hem. Hij heeft een geruite pet op, een dikke jas aan, en, zo raar, handschoenen met afgeknipte vingers..."Ook stom, zo schiet je er nog niks mee op."denkt het meisje.
Het is erg koud. Zelfs zo koud dat er uit de monden van de mensen allemaal wolkjes komen als ze praten of hoesten. Cora kijkt er vol aandacht naar. Zou dat bij haar nu ook gebeuren? Ze hoest, en, ja hoor, ook bij haar komen wolkjes.
Papa zegt:"Nou, Cora, zoek maar eens een mooie boom uit, die bij ons in de kamet kan staan."
Dat is niet zo makkelijk. Er zijn zo ontzettend veel bomen.
Cora tuurt, haar vinger in haar mond....Eindelijk heeft ze er dan één gevonden. Wat een kanjer. Zou die....Ze kijkt naar papa. Hij lacht, dus zal het wel goed zijn.
Nu wordt het pas leuk. Papa legt de boom op de slee. Ongeduldig wacht Cora tot de boom betaald is. Wat durut dat lang. Schiet nou toch óp...
Tenslotte kunnen ze naar huis. Nu huppelt Cora niet. Steeds kijkt ze achterom naar de grote spar die op haar sleetje ligt. Straks, na het eten, gaan ze de boom verzieren.
Wat zal dat een mooi gezicht zijn, met al die mooie glinsterspullen, ballen, slingers en kleurige lichtjes. Ah, daar is het tuinhekje...Mama doet de deur open. Ze slaat haar handen voor haar mond en zegt"Zo, dat is me even een mooi exemplaar. Heb jij die helemaal alleen uitgezocht? En wat ruikt ie lekker..."
Cora kijkt vol trots naar de boom.
De tafel staat gedekt, maar vanavond heeft het meisje helemaal geen trek in de soep die ze anders zo lekker vind. Waarom schept moeder haar bord nu toch zo vol?Het duurt en duurt...
Het slaat 7 uur. Goddank, het is zover.
Papa Rensenbrink gaat naar de zolder, waar de kerstspullen staan. Eerst moet de boom worden opgezet. Het is een mooie hoor. En zo groot. Zou de piek er nog wel op kunnen?
Nu komen de spullen er in. Wat prachtig. Cora kan er geen genoeg van krijgen om te kijken. Ze kijkt zo lang dat ze er tranen van in haar ogen krijgt.
De volgende dag mag buurmeisje Annemiek komen kijken. Zij is gisteren dáár geweest, maar natuurlijk vind ze hun eigen boom het alllermooiste.
De boom blijft staan tot de feestdagen voorbij zijn.Dan wordt hij leeggehaald. Met een sombet gezichtje kijk Cora toe, hoe mama de spullen weer in het vloeipapier pakt en naar de zolder brengt.
Wat staat die boom daar nu kaal en lelijk. Bah,niks leuk. Maar toch wordt het wel weer leuk als ze op; het voetbalveld allemaal samen komen en dan gooien ze alle oude kerstbomen op een hoop.
Burgemeester de Weert steekt er nu de brand in . Dat ruikt best lekker. Wat later brandt er een flink vuur. Het knettert zo gezellig, net als in de open haard.
Wat is het warm, als je er dicht bij staat, en wat duurt het lang voor er geen vuur meer is.
Die avond liggen alle kindertjes van Ouderveen heel laat in bed, maar ja, het is tenslotte maar eens in het jaar kerstbomenverbranding, en daar mag je best bij zijn en er lang voor op blijven.
Hoort, wie klopt daar kinderen? t. is een vreemdeling zeker uit het Spaanse land Maar, dat mag voor ons niet hinderen. Zwarte Pietje strooit met gulle hand. Pepernoten, suikerbeesten chocola en marsepein Jongens, meisjes, dat wordt feesten Oh, wat zal dat heerlijk zijn....
Sinterklaas is aangekomen en dan is het een groot feest. Dan kun je van mooie pakjes dromen en hopen in de morgen, dat hij langs is geweest.
Voor we naar ons bedje toegaan, mijn broertje en ik, een béétje bezwaard mogen onze schoentjes blijven staan bij de schoorsteen , en de haard
Dan moeten we heel hard gaan zingen over het paard en zwarte Piet En we doen geen stoute dingen omdat Sinterklaas dat ziet....
k Heb een briefje nu geschreven met mijn viltstiften, in rood. Mijn broertje is nog niet zo bedreven maar ik help hem uit de nood.
Papa is wortels wezen kopen bij Gerrit, onze groenteman. En dan is het maar te hopen dat Sinterklaas ons vinden kan.
Omdat we verhuisd zijn en nu wonen we in een hele andere straat. maar als we het paard met wat lekkers belonen weet hij misschien wel hoe het gaat.
Een schaaltje water staat te wachten Hoop niet dat de hond het ziet Het is voor het paard, dat alle nachten over het dak rijdt, met Sint en Piet.
En dan, jawel hoor, na de wekker in mijn schoen zit speculaas..... Chocola, wat is dat lekker. Dank U, lieve Sinterklaas....
En mijn broertje heeft ook wat gekregen in zijn schoentje, al is hij nog klein op de plaats waar het briefje heeft gelegen..... Waar zou dat briefje nu toch zijn???
Het is feest in de stad. Deze Zondagmiddag hangen er overal gekleurde vlaggetjes bij de Haven. De Haven is een heel mooi plekje, waar in de zomer altijd bootjes liggen. Groot en klein. Er is dan zomernarkt en dan hebben alle bootjes lichtjes aan als het avond wordt. Dat is zo een mooi gezicht.
Maar, hoe kan dat nu"Het is helemaal geen zomermarkt. Het is midden in November . De herfstblaadjes waaien op het water en op het dek van de bootjes.
Nou, straks, over een half uurtje, komt Sint Nicolaas aan. Natuurlijk met zijn stoomboot. Vol spanning staan de kleine en grote mensen te wachten . Er is een groot podium en een muziekband die bekende liedjes laat horen, zodat iedereen mee kan zingen.
Wat duurt wachten lang. En het is koud.....Maar, een jonge meneer die op het podium staat met een microfoon, roep:"Zullen we met zijn allen gaan springen? Dan worden we vanzelf warm. "En we zingen en we springen en we zijn zo blij.....Doen jullie mee?"
Wat later staan vele kinderen te huppelen op de kade. Wat gaat dat leuk.
Sommige kindjes die niet vooraan kunnen staan hebben de beste plaats, want die mogen bij papa op de schouders zitten. Dan kijken ze overal overheen. Maar ze moeten wel stil zitten, heeft papa gezegd.
De kinderen zijn allemaal verkleed als zwarte pietjes. Ze hebben mooie tekeningen in hun hand die ze op school gemaakt hebben. Daar kunnen ze iets moois mee winnen dus ze hebben heel erg hun best gedaan.
Ineens klinkt de stem van Joris ( de man met de microfoon ) Jongens en meisjes, ik zie daar iets, heel in de verte.....Nu heel hard zingen. Dan gaan ze vast nog een beetje sneller varen."
Weer brullen de kinderen het lied van de Stoomboot. Er komen allemaal roeibootjes aan gevaren, en daar zitten zwarte Pieten in. Ze hebben allemaal pakjes bij zich en zakken vol snoep en mandarijntjes.
Ze varen steeds heen en weer. En dan, dan klinkt er een harde Toeoeoeot....Ja, einelijk, daar is ie dan, de stoomboot.
Sinterklaas staat voor op de boot, met zijn staf in zijn hand en zijn mooie rode mantel aan. Dat is vast lekker warm. Hij zwaait vrolijk. Aan zijn zij staan nog 2 Pieten. De Hoofdpiet en de Knutselpiet en de Vertelpiet, maar die hoeven niet zoveel te doen. De Hoofdpiet, die is belangrijk. Die moet het boek vasthouden en straks voor het paard zorgen.
Na de boot van de Sint komen er nog 3 boten vol met pakjes. Wat een geweldig feest gaat het worden, deze Sinterklaas.
Alle kindjes krijgen lekkers. Sommigen zijn heel slim en hebben een plastic zakje meegenomen. Dat bewaren ze dan voor thuis. De burgemeester staat nu op het podium. Hij wacht tot de Sint op het trapje geklommen is en naast hem staat. Ze maken een praatje en vragen of ze een goede reis gehad hebben. En dan zegt Sint:"Jullie mogen vanaf vanavond elke dag je schoen zetten."
Reken maar dat ze dat zullen doen. In veel huizen staan er vanavond schoentjes bij de verwarming. Vroeger hadden de mensen kachels, en dan hadden de huizen schoorstenen, waar de Pieten dan pakjes of lekkers in gooiden, maar met de centrale verwarming is dat niet meer zo makkelijk.
Maar, Pieten zijn slim en die weten toch wel wat ze moeten doen om stiekum binnen te komen.
Sint geeft een kus op de neus van het paard dat blij hinnikt. Hij kan gaan lopen. Hij schraapt met zijn hoeven over de vloer en schudt met zijn hoofd, zodat zijn manen wegwaaien.
Wat is het toch een mooi paardje, die Amerigo. Eerst gaan ze nu door de straten lopen van de stad. Voorop loopt de harmonie die allemaal Sinterklaasliedjes speelt. Daar achter komen een heleboel Pieten met zakken en cadeautjes en dan Sinterklaas op zijn paard.
En een heleboel mensen en kinderen er achteraan. Wat staan er veel mensen aan de kant te kijken. Een prachtig gezicht.
Nu gaan ze naar een filmhuis, Dan gaan ze een leuke film kijken en de kinderen krijgen iets te drinken en kunnen bij Sinterklaas op schoot liedjes zingen.
Sommige kinderen zijn bang. Anderen juist niet.
Ik ben benieuwd of jullie morgen iets in je schoentje vinden. Maar, goed hard zingen hé, vanavond, bij de schoorsteen. En vooral niet vergeten een winterwortel neer te leggen voor Amerigo en een bakje water. En heb je een mooie tekening gemaakt? Of je verlanglijstje?
Sinterklaas komt vast bij jullie aan de deur, als je zoet gaat slapen. En reken maar dat hij ziet of je echt slaapt of zogenaamd alleen maar met je ogen dicht ligt te luisteren of je hem niet over het dak hoort sluipen....