Ik ben Thea van Honk, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Oudenbosch (Nederland) en mijn beroep is Huisvrouw.
Ik ben geboren op 02/11/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven van gedichten en verhalen, voor volwassenen en kinderen. Fotografie. Lezen. Dagtripjes maken. Computeren..
16-04-2009
De droom
Het is avond. De avond na een lange trieste dag in Maart. De hele dag heeft het geregend maar binnen is het gezellig warm.
Annabel zit met haar broertje Pieter en zusje Marleen bij de kachel. Het is héél stil... Pieter maakt zijn huiswerk en Marleen leest een boek. Pap zit achter zijn computer en mam breit.
Annabel zit op de kleuterschool. Daar heeft ze een verhaal gehoord over elfjes en kaboutertjes.
Het is net of de vlammetjes in de kachel kleine aardmannetjes zijn met rode puntmutsjes.
Annabel gaapt en doet haar oogjes dicht. Ze zijn zo zwaar.
De vlammetjes komen uit de kachel. Ze gaan leven en dansen in een kring rond het meisje. Ze zingen een liedje, dat ongeveer zo klinkt: "Wij zijn vlammetjes en wonen in de haard. We dansen en we springen daar, dat ligt in onze aard. De mensen worden warm van ons. We verjagen dan de kou. Maar af en toe ontsnappen wij en komen wij bij jou...."
Ze hebben vrolijke gezichtjes en kijken uit koolzwarte oogjes en hun rood/gele mutsjes dansen mee op hun vurige kopjes.
Annabel lacht in zichzelf. Hoe kán dat nou? Plots komen er ook élfjes . Die hebben gazen jurkjes aan en sneeuwwit haar, Wat zien ze er knap uit.
Annabel zou zel ook wát graag een elfje zijn. De elfjes zingen niet maar ze dansen alleen maar. Het lijken wel de elfjes van de Efteling.
Midden in de kamer staat nu een plas water. Een vijver. Het water is heel helder. Er schieten kleine visjes voorbij. ZIlverwitte visjes met glinsterende schubbetjes die blinken in de zon. Er zijn kikkertjes die vrolijk kwaken. En vogeltjes fluiten een heel bijzonder wijsje. Waar ként ze dat nou van? Annabel wéét het niet. Het komt haar eigenlijk wel bekend voor. Marleen speelt het wel eens op haar dwarsfluit.
Dan droogt de plas water op en de elfjes gaan terug. Ook de vlammetjes staan nu in een rij en roepen zwaaiend:"Dag, Annabel. We moeten weer terug in de kachel. Anders denken ze dat er brand is en dan gaan ze ons blussen met water. Brr, dat vinden wij niet leuk...."
Alleen het vogeltje fluit nog. Een heel zoet wijsje. Een melodietje dat eigenlijk van Mozart is. Annabel heeft het wel eens gehoord bij de voorstelling van een kinderopera, met Frank uit Sesamstraat. Het ging over een toverfluit. Dáár komt dit liedje uit.
Maar waarom hoort ze het toch zo goed terwijl het vogeltje er niet meer is? Ze opent haar oogjes en zit ineens weer midden in de kamer voor de kachel, waar de vlammetjes rustig dansen.
In de CD speler ligt de CD van de toverfluit.
Mam kijkt op van haar breiwerk en zegt"Zo meisje, het is voor jou de hoogste tijd om je bedje op te zoeken. Je zat zowat half te slapen volgens mij. Tanden poetsen, handen wassen , uitkleden en hup, tussen de lakens. Dan lees ik je nog een verhaaltje voor.
Annabel zegt"Waar...zijn de...vlammenmannetjes gebleven? En de elfjes?" "Kind, wat bazel je nou allemaal. Volgens mij heb je gedroomd. Was het mooi? Vertel jij dan jou verhaaltje maar eens aan mij. Dan ga ik het opschrijven in een boekje en dan maak ik er een leuk verhaaltje van..."
Dat heeft de moeder van Annabel gedaan en ze heeft het verhaaltje aan míj gegeven, zodat ik het op kon schrijven en het aan alle kinderen kon voorlezen.
Het sprookje is uit en daarom gaan jullie ook maar lekker slapen. Droom maar fijn. Welterusten allemaal...
Spetter, spieter, spetter, spat. Ik mag vanavond weer in bad. Lekker in het warme nat in de badkuip. Feest is dat, met de zeep en met mijn boot. Jahaa, ik heb een héle vloot. De scheepjes zijn klein, en de scheepjes zijn groot. s'zomers drijven ze in de sloot.
Het water is niet koud, oh nee. Het is nog fijner dan in zee. Kom jij lekker met mij mee? Het is wát leuk. Echt waar. Hoezee.
Alleen, al na een dik kwartier is het voorbij met het vertier.Dan wordt het water koud..... Nee, geen gemier. Mama bederft mijn plezier.
Dan is het met de pret gedaan en moet ik mijn pyjama aan. Dan rolt er langs mijn wang een traan en mam zegt:"Toe. joh, stel je niet aan."
Maar, een week gaat snel voorbij en dan heb ik weer lol en ben ik weer blij. Ik mag weer in bad en roep hard:"Joechei" Oh, in bad gaan is een feest voor mij.