Het is zomer. De vakantie is net begonnen en zoals zoveel mensen en kinderen gaat iedereen op vakantie. Zo ook Saskia en Geertje, een broertje en zusje.
Ze gaan met papa en mama naar Dishoek, dat is een vakantiegebied in Zeeland, waar je caravans kan huren. Ook al heb je zelf geen caravan, dan kun je er eentje huren voor een week. Het is altijd een verrassing, want ze weten niet hoe de caravan er uit zal zien die ze krijgen.
Op zaterdag is het zover. De kinderen hebben er wát zin in. Ze zijn de bossen gewend en komen weinig bij het strand, meestal voor een dagje of zo. Maar nooit voor een hele week.... Als het nou maar mooi weer wil zijn...
De kinderen hebben de avond van tevoren al alles ingepakt. Ze hebben elk een klein koffertje. Daar kan speelgoed in. En knuffels, en het kussen van je eigen bed, want iets vertrouwd van thuis moeten ze wel bij zich hebben, anders zal het slapen niet echt lukken.
Het is een flink eind rijden naar Zeeland. Wel haast 2 uur. Om 10 uur kunnen ze er terecht. Ze hoefden geen spullen mee te nemen want alles is in de caravan aanwezig. Na een koffiepauze in een wegrestaurant bij een benzinestation, rijden ze dan om half 12 het kampeerterrein op.
Bij een rood-witte slagboom staat een bordje:"Hartelijk welkom op Dishoek. Bezoekers hier melden . Wij wensen U een aangenaam verblijf op deze camping."
De kinderen kijken hun ogen uit. Er zijn hele hoge duinen en een lange stenen trap, tegenover de ingang van de camping. Daarachter is het strand, en de zee, weet papa.
Hij is naar een houten huisje gelopen waarop staat:"Receptie."Een vriendelijke mevrouw heeft ze de sleutels van de caravan en papieren die ze in moeten vullen, hoe lang ze blijven en zo. Ze knikt nog eens naar de kinderen en mama, die in de auto zijn blijven zitten.
Ze krijgen te horen waar de caravan staat en dat de auto's alleen naast de caravan mogen staan om in en uit te laden, maar voor de rest moeten ze op het parkeerterrein blijven, omdat er veel kinderen hier zijn en die kijken niet uit, terwijl ze aan het spelen zijn, en om ongelukken te vermijden hebben ze de camping autovrij gemaakt.
De camping is aardig groot., Ze staan tegenover de wasplaatsen en wc.s,Dat is makkelijk. Het is een hele leuke caravan. Een witte zigeunerwagen met een rood dak en groene deurtjes en gordijntjes met rood-witte blokjes. Om binnen te komen moet je met 2 trapjes . Er is een klein keukentje, met alles er op en er aan. Er staat ook een bank in, met vanonderen een klein kastje. Savonds kun je de keuken met een klapdeurtje dichtdoen zodat niemand je ziet. Hier wil Saskia slapen. Geertje heeft ook een leuk plekje gevonden om te slapen. Ze zijn vlug klaar. Leggen de slaapzakken neer en de knuffels en pyjamas op het voeteneind.
Het strand lokt. Als Saskia en Geertje vragen of ze even naar het strand mogen zegt mama:"Nou, vooruit. Maar blijf in de buurt want over een half uur gaan we eten. Dan roept Papa jullie wel..Niet verder dan de trap af, hoor. Vanmiddag gaan we verder kijken."
Ze beloven dat ze aan de andere kant van de trap zullen blijven. Saskia is van plan schelpen te zoeken in er in de herfstvakantie iets moois van te maken. Ze neemt haar blikken emmertje mee en Geertje zijn schep. Even later lopen ze allebei, met blote benen en kleurige shirtjes, het duin op. De één op teenslippers, die ze telkens verliest, de ander op plastic sandaaltjes die je ook aan kunt houden in het water. Dat mag nog wel niet, maar ja, dan hoeft hij het vanmiddag niet meer te doen.
Ze sjokken de vele trapjes naar de overgang op. Phoe hee, wat is dat steil.
Om uit te rusten gaan ze even op een bankje zitten, bijna aan de top. Hier kun je de zee al zien. Hij glinstert in de zon. Het doet pijn aan je ogen. Ze kunnen de zee goed horen ruisen, en het geschreeuw van de meeuwen die er boven vliegen en kinderen die iets tegen elkaar roepen.
Op de échte duintop zien ze nog veel meer. Ook al een stukje van het strand...Een paar mensen zijn aan het zwemmen. Een hond rent in en uit het water en schudt zich dan eens goed uit, zodat de druppels in het rond vliegen.
Nu gaan de twee kinderen de trap af. Oef, dat is eng. Er zitten allemaal open stukken tussen de treetjes,zodat je heel diep naar beneden kunt kijken. Net of je valt. Onderaan de trap kun je het hele strand zien. Wat is het er druk. Kinderen, vrouwen, die helemaal glimmen van de zonnebrandolie, mannen met dikke buiken.
Saskia bukt zich en probeert schelpjes te zoeken. Geertje stelt voor:"Kom mee, naar het hárde zand. Daar liggen er véél meer.Je kunt hier ook niet scheppen."
Ze hollen naar het vastere gedeelte. Hier kun je ook de sporen van de mensen zien, wat ook best wel grappig is. Mensen met schoenen aan, met platvoeten of jubeltenen, hondenpoten en zelfs paardenhoeven. Kindervoetjes. De lange streep van een kind dat met een tak of een stok achter zich aan heeft gelopen.
Saskia schopt haar teenslippers uit en loopt een eindje in een kringetje, terwijnl ze telkens even blijft staan om naar de afdrukken van haar voetjes te kijken. Geertje volgt de sporen van de ribbels van zijn sandalen.
Hé, net willen ze gaan scheppen als papa alweer bij ze staat. Ze moeten eten. Eigenlijk hebben ze best trek. De champignonsoep en gebakken aardappeltjes met gehakt en bloemkool gaan er wel in, en als toetje dan nog heerlijk frisse citroenvla.
Na het eten gaan ze alle vier naar het strand. Gelukkig hoeft Geertje nu geen shirtje meer aan, want mama heeft hem goed ingesmeerd met een zonnebrandmiddel. Hij verbrand nogal gauw want hij heeft rood haar. En verbranden kan reuze pijn doen, je kunt er zelfs wel ziek van worden.
De kinderen willen spelen. In het harde natte zand. Vlak bij de golven. Geertje bouwt torentjes met zijn emmer. Hij maakt een hele kring. Saskia lacht:"Het lijkt wel langevinger pudding."
Zoetjesaan komt het water steeds hoger,en de zee komt al dichterbij. Ineens spoelt er een golfje tegen Saskia's blote teentjes. Ze geeft een gil. Brr. Wat koud..... Geertje springt over de golven tot hij door een supergrote golf ondersteboven wordt gegooid en op zijn bips in het water terecht komt. Gats, wat eng aan je longen. Hij hijgt er van maar dan is hij er doorheen. Het water is eigenlijk helemaal niet zo koud. Ook Saskia ligt nu op haar buik in de golven en ze gilt van opwinding. Dan roept ze uitgelaten:"Gee-heer....Ik ben na-hat" Geertje gaat rechtop staan en kijkt naar zijn druipende zwembroek die zo zwaar geworden is dat hij bijna afzakt.
De kinderen dartelen nog een hele poos in het water, totdat het meisje klappertand: "I....ik h....heb het zo k......koud." "Ik ook" bemerkt haar broertje.
"Laten we bij papa en mama gaan kijken. Ik heb zin in limo." "Hé, nee, joh. Een ijsje...." Met bibberkinnetjes hollen ze daar de plaats waar papa en mama rustig zitten lezen. Vlug drogen ze zich af met grote baddoeken die warm zijn van het in de zon liggen. Hm, wat is dat lekker aan je koude vel....Als ze droog en weer warm zijn krijgen ze een ijsje. Al vlug is de eerste vakantiedag ten einde.....( wordt vervolgd)
|