Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    18-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maart

    Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899

    Maart. –  Dondermaand

    Blaast het maartse hels gewaai
    Van de bomen ’t nest der kraai,
    Nimmer laat de kraai de moed,
    Maar herbouwt het nest met spoed.
    Wakkert de gespelen aan,
    Die elkander goed verstaan.
    Moedig zijn is liefde en troost.

    ’t Haasje schuw verkeert in nood:
    Overal, ai, loert de dood.
    Jager, strop en snuffelhond
    Drijven het zo aaklig rond...
    Doch het haasje knap en rap,
    Loopt totdat het hen ontsnapp’...
    Rap zijn is, ja, levenswinst.

    Door de sterbeglansde nacht,
    Wem de melkweg weemlend lacht,
    Vliegen wilde ganzen heen,
    Als een zwerm, gesplitst in tweên;
    Vluchtend ons moerassig land,
    Zoeken zij een ander strand.
    Waar de plicht dwingt, zoek, ge vindt.

    Zie hoe ’t elzenboomke zacht
    Ginds beschermt de groene gracht;
    ’t Spiegelt zich in ’t water...ziet
    Naar het spichtig schuiflend riet...
    Elzen-slingerkatjes  ruw
    Hangen neerwaarts droef en schuw ...
    Waar gevoel is, daar is ziel.

    Liederen voor groote en kleine kinderen (1879)

    schrijver

    18-03-2015 om 21:52 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.leven

    Een gedicht van V. de Meyere 1873-1938

     

    Ik voel het leven in een vloed van zangen

    Ik voel het leven in een vloed van zangen
    met wanhoopswieken om mij henenslaan,
    'k voel 't wilde leven mij het harte prangen
    en rozedromen in dat hart vergaan.

    Arm kinderhart! bang-turend in 't verlangen,
    smart-glinstrend ziet het levenslicht u aan;
    laat mij in eenzaamheid uw schoon erlangen
    opdat ik moge in bloesems openslaan.

    Een duistre nacht die wuift de ziel mij open
    en moe-gepeinsde dromen balsmen zacht
    dit willend hart, stervend in willoos hopen.

    Dood staart mijn blik in schitter-starrenogen...
    Ach! zoveel licht heb 'k dronken ingezogen
    dat 'k lichtend sterf, in schaduwrijke nacht!

    Van Nu en Straks. Jrg 2 (1894)  

    schrijver

    17-03-2015 om 22:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.slapen
    Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876

    Hoe kunt ge slapen?

    De nachtwind huppelt langs de vloed
    En draagt mijn groet
    Naar 't huis der Allerliefste mijn:
    Hoe kunt ge slapen, maagdelijn?

    Een parelwitte maneschijn
    Spreidt op het meer zijn zilvren gloed,
    Spreidt schaduw op uw blank gordijn; -
    De schaduw van het breed geboomt
    Waaronder 't oog geen spieders schroomt...
    Hoe kunt ge slapen, maagdelijn?

    Of is het dat ge van mij droomt?
    Dan zou het u vergeven zijn!

    schrijver

    16-03-2015 om 21:17 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.op de roos
    Een gedicht van Willem Bilderdijk 1756-1831

    Op de roos

    Mij lust de Lent', die bloemgewassen draagt,
    De Lenteroos, die Goôn en mens behaagt;
    't Aanminnigste versiersel voor een Maagd,
    Ter eer' te zingen.
    Het is de Roos, de malse Roos-alleen,
    Met welker blaân de drie Bevalligheên,
    Als 't Minnewicht met haar ten rei' zal treên,
    Haar hoofd omringen.
    Zing, Disgenoot! zing vrolijk met mij mee!
    De Roos, de lust van gulden Cythereê:
    De schone Roos, 't bemind gewas der ne-
    gen Zanggodinnen!
    Schoon zij de hand met spitse doornen drukt,
    Wanneer men haar de groene steel ontrukt;
    Wie is er, die geen lieflijk Roosje plukt
    Met blijde zinnen?
    Hoe aangenaam zijn haar satijnen blaân!
    Men brengt de Roos op blijde tafels aan,
    En Bacchus feest. Wat wordt er toch gedaan,
    Wat zonder Rozen?
    Haar purper doet de schone Dageraad,
    Die 's Hemels poort in 't Oost ontsluiten gaat,
    En 't Wagenspan van Titan binnen laat,
    De vingers blozen:
    Zelf Cypris wordt, van die haar schoonheid roemt,
    In heilig Dicht, na deze blos genoemd.
    Der Helden graf versiert men door 't gebloemt
    Van Rozelaren.
    Niet minder is haar frisse reuk geacht:
    Vergeefs beproeft de tijd daar op zijn macht;
    Haar geur houdt stand, hoewel haar tooi en pracht
    Zijn weggevaren.
    Doch melden wij, hoe ze eerst haar oorsprong kreeg!
    Als Venus uit de azuren golven steeg
    Der zee, die voor haar oog zich stilde, en zweeg,
    En scheen te slapen;
    Wanneer Minerve uit 's Vaders edel hoofd,
    Door 't diamant van Mulciber gekloofd,
    Met speer en schild, wier glans de glans verdooft
    Van Mavors wapen,
    Te voorschijn kwam; toen is de nieuwe plant
    Der Roos, gevormd door de alleswijze hand
    Van Vrouw Natuur, uit 's aardrijks ingewand
    Eerst voortgesproten.
    Het Godendom zag 't Roosje pas volbloeid,
    Of heeft het met zijn nectar mild besproeid;
    En uit haar' struik is de eedle druif gegroeid,
    Die sedert wortel heeft geschoten.

    1781.

    schrijver

    15-03-2015 om 13:58 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.seizoenen
    Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931

    DE SEIZOENEN

    Najaar, vluchtend langs de wegen,
    Bijna hebt gij afgelegd
    't Rode kleed, dat losgeregen
    Enkel aan één gesp nog hecht.

    Langs de zoom der bruine heide
    Zweef zo ijlings niet voorbij,
    Zet Uw ben met fruit terzijde,
    En tot afscheid zegen mij.

    Ook Uw beide zusters duldden
    Bij het afgaan van dit pad,
    Dat mijn gul gebrachte hulde
    Om een gunst, een weergroet, bad;

    Zomer heeft haar doek verschoven,
    En haar boezem bloot gemaakt,
    Zacht heb ik die bron der hoven
    Met de lippen aangeraakt;

    En dat kind, wier lieflijk Leven
    Duurt zolang de koekoek lacht,
    Heeft mij hier een bloem gegeven,
    Dat ik altijd aan haar dacht.

    Kom dus tot mij, herfst, want ginter,
    Laatste leidsvrouw van het jaar,
    Nadert reeds de bleke winter
    Met een maretak in 't haar.

    Het aardsche paradijs (1913)

    schrijver

    13-03-2015 om 21:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gave

    Een gedicht van Marie Metz-Koning 1864-1926

    De volmaakte gave.

    Wie arbeidt werkt aan zich en wie de kunst
    Ziet als zijn arbeid werkt zich op tot God.
    Zijn leven wordt een eng en streng gebod;
    Een strevend geven zonder éne gunst.

    In zijn gedachten, in zijn daden, streeft
    Hij steeds gedreven door dezelfde trouw,
    Gelijk in liefde streeft de reine vrouw,
    In vol geloof aan hem wie zij zich geeft.

    In hem ziet zij de goddelijke Vlam
    Die tot een offer heel haar zijn begeert;
    Die als zijn recht haar ganse zijn verteert
    Wijl hij van god tot haar op aarde kwam.

    Zij offert hem haar schoonheid en haar jeugd;
    Zij leeft alleen, wanneer zijn liefde spreekt;
    Zij lijkt alleen, wanneer zijn liefde ontbreekt
    En zelfs dit lijden is haar als een vreugd.

    Zo is de kunstenaar; en zó, gewijd
    In toegewijde liefde wordt hij groot.
    Zo overwint hij 't leven en de dood
    En heft zijn arbeid op tot eeuwigheid.

    Wie arbeidt werkt aan zich; en wie de kunst
    Kent als zijn arbeid nagelt zich aan 't kruis.
    Hij spreekt ‘Vergeef het hun’, als het gespuis
    Hem hoont, en neemt hun ‘edik’ als een gunst.

    Als de Volmaakte Gave, die niets wacht
    Dan Zelf-verlossing door Volmaakte Daad
    Sterft hij en Zege is op zijn laatst' gelaat
    Wanneer hij spreken kan ‘Het is volbracht’.

    Onze Eeuw. Jaargang 23. 1923

    schrijver

    12-03-2015 om 21:54 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.margrieten

    Een gedicht van Alice Nahon 1896-1933

    Margrieten

    ’t Is of die bloemen het weten:
    Ze buigen beurt om beurt  
    uit eerbied voor de stilte   
    die aan mijn hart is gebeurd.

    En reder dan aan mensen   
    doe ik die elfen in ’t gras  
    het effen verhaal dat hij heenging 
    om ’t heimwee dat ik was.  

    Ze neigen  bevreemd naar elkander 
    ’t naïeve margrietenhoofd:  
    dàt hadden ze van de mensen 
    toch nooit geloofd.   

    Nu staan ze zonder vragen,  
    een bleke sterrenstoet,  
    een goedheid zonder woorden,
    te bloeien aan mijn voet.

    Een kommer te raden, te helen,   
    en te doen of men weet het niet,  
    dat moeten de mensen nog leren  
    van de hoge stille margriet.

    Verzamelde gedichten (1932)

    schrijver

    11-03-2015 om 22:05 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.grootvader

    Een gedicht van Rosalie Loveling 1834-1875

    DE GROOTVADER.

    Gij spreekt wel soms van al zijn lijden,
    Die oude man met sneeuwwit haar;
    Maar meest zit hij in zich verzonken,
    En stil en zwijgend nevens haar.

    Zij wordt wel groot, maar is zo tenger;
    Hij legt de hand soms op haar hoofd :
    Zo ze eenmaal in mijne oude dagen
    Door vroege dood mij werd ontroofd!

    Dan lacht ze op hem met stille weemoed,
    Terwijl ze zwijgend hem aanschouwt,
    En denkt: ‘hij zal niet lang meer leven,
    Hij wordt zo stram, hij is zo oud!’

    Wie zal het eerst van beiden sterven,
    Zo diep beducht thans voor elkaar —
    Het meisje in de bloei van 't leven,
    Of de oude man van tachtig jaar?

    Gedichten van Rosalie en Virginie Loveling (1889)

    schrijver

    10-03-2015 om 21:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zonsondergang
    Een gedicht van Frederik van Eeden 1860-1932

    NA ZONSONDERGANG AAN ZEE.

    Zonne stervend zonk in zee,
    en een wijde wade spreidde
    op de brede kimme neer
    't wolkenheer.
    Eenzaam ruist de duistre zee,
    langs der duinen ruigje kruinen,
    als met droeve dodenklacht
    zucht de nacht.
    Eenzaam.,eenzaam ruist de zee,
    slaat de kuste zonder ruste,
    moeder aarde ligt alom
    doods en stom.
    Op het woelend vlak der zee
    wislend dansen kille glanzen
    starre lach der dode maan
    staart mij aan.
    Dreigend, dreigend druist de zee!
    'k zie een grijzen nevel rijzen
    komt uit 't grote zonnegraf
    op mij af!
    Red
    mij,
    red mij van de zee!
    Red mij, aarde, die mij baarde!
    Vaal-gewiekte oneindigheid
    naderschrijdt !

    1883

    schrijver

    09-03-2015 om 21:49 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    08-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jonathan
    Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939

    JONATHAN

    Zijn kleren had hij niet alleen geruild
    en kostbaar wapentuig, maar ook zijn leven.
    Hij had zijn wijsheid en zijn kracht gegeven
    en wat in harts verholen diepten schuilt.

    Voor simpele eenvoud, sterke aanhanklijkheên,
    bood hij het de gebronsde jonge herder.
    Die nam, en streed, en slingerde het verder
    en trof Saul met de scherpgekante steen.

    En Jonathan duldde het dubbel leed.
    Hij dacht zijn vader hard en David wreed,
    en kampte om ’t arm geluk van dood te zijn.

    Bij ’t rijzen van de grijze schemervloed
    gruwt David van de lauwe smaak van bloed,
    en staart vol afschuw naar de rode wijn.

    Illustratie: David en Jonathan

    schrijver

    08-03-2015 om 22:53 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verjaardag
    Een gedicht van Nicolaas Beets 1814-1903

    Verjaardag.

    De wereld aan te zien, welvarend nog en krachtig,
    Maar met een afscheidnemend oog,
    De zeventig voorbij, in 't opgaan naar de tachtig,
    Een leefkring die, uit veel, een enkle slechts voltoog;

    Omstuwd van een geslacht, mij over 't hoofd gewassen,
    Meest door een andre geest dan mij vervult bestierd;
    Op stelsels prat, die slecht bij wat ik voorsta passen;
    Dat weinig missen zal als 't ook mijne uitvaart viert:

    Ziedaar wat ernstig maakt; maar niet gebiedt te treuren,
    Zolang mij huwlijksmin en kinderliefde omringt,
    Een Godlijk avondrood mijn westerkim blijft kleuren,
    Zo menig lieve bloem mijn dalend pad doet geuren,
    En tussen 't gelend groen nog éne vogel zingt.

    1887

    schrijver

    06-03-2015 om 21:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.primula
    Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876

    Primula veris.

    Lief bloempje! dat met half-ontvouwde bladen,
    Veelkleurig, door het groene omkleedsel breekt,
    De tengre knop begerig opwaarts steekt
    Om vroeg zich reeds in 't zonnelicht te baden:

    Zeg, vreest gij niet, als zich de winter wreekt,
    Dat hij, met sneeuw en stollend ijs beladen,
    De sappen stremm' der pas ontloken bladen,
    Wier tederheid een milder pleging smeekt!

    Waarom zo vroeg uw stengels opgeheven? -
    Wacht, kleine bloem! in 't groen, dat u omgaf,
    Een luwer koelte en zoeler dagen af.

    Maar neen, uw lot is een vroegtijdig graf! -
    En 'k heb er vaak benijd, wie 't was gegeven
    Te sterven in de lente van hun leven.

    De Gids (1840)

    Illustratie: Primula veris of gulden sleutelbloem

    schrijver

    05-03-2015 om 21:53 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vriend

    Een gedicht van Isaac da Costa 1798-1860

    AAN EEN JONGE VRIEND,

    OP ZIJN VIJFTIENDE VERJAARDAG.

    Verheug u, Jongeling! ten dag van uw jeugd!
    geen ouderlijk gemoed wraakt argeloze vreugd.
    Ja, gulle scherts kan vaak de geest weldadig wetten,
    gelijk de Lentewind het jonge gras verfrist.
    Maar wen u te gelijk op d’ uitgang streng te letten
    van ’t hart dat, onbewaakt, zich-zelf zo licht vergist.
    ’t Hart, o mijn jonge Vriend! dan vroeg gekeerd naar Boven!
    Men zoekt zijn Heiland nooit òf te ijvrig òf te vroeg.
    Van dat uw moeder u naar ’t heilig doopbad droeg
    ontving gij stof en wenk, om biddend Hem te loven.
    Wees vrolijk, jongeling! ten dage van uw jeugd.
    Maar meng’ zich de ernst dier vraag, beslissend voor het leven:
    „wien hoor ik? wie alleen kan mij behoudnis geven?”
    bij de u van ganser ziel gegunde levensvreugd.


    1843.

    schrijver

    04-03-2015 om 22:05 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zwaar
    Een gedicht van Felix Timmermans 1886-1947

    Zwaar

    Voor een lange voermanswagen,
    volgeladen met kareel,
    wordt een hooggebouwde hengst gespannen
    in zijn sterk gareel.

    De oude voerknecht trekt geweldig
    met de toom en schreeuwt het uit.
    't Kloeke beest spant al zijn spieren,
    zet zijn poten achteruit;

    en het snokt uit al zijn kracht en
    witte schuim komt op zijn mond,
    maar de wagen roert niet, blijft lijk
    vastgenageld aan de grond.

    De oude knecht, vol razernije,
    grijpt de djakke en met getier
    van een duivel, slaat hij rond de
    buik van 't machtig dier.

    't Peerd schudt waaiend met zijn manen
    trekt en snuift en grinnikt, wringt
    met zijn poten dat een vuurvonk
    uit de harde stenen springt.

    En dan rolt de wagen, raatlend
    lijk de donder, deur de straat,
    wijl de ruwe knecht gedurig
    vloekend met de djakke slaat.

    Dietsche Warande en Belfort jrg 1906

    schrijver

    03-03-2015 om 21:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zeeman
    Een gedicht van J.J.A. Goeverneur 1809-1898

    De jonge zeeman.

    'k Ben zeeman; - van echt Hollands bloed,
    Heb ik mijn lust in 't varen;
    Vindt gij aan wal het leven zoet,
    Ik zwalp liefst op de baren,
    En, ben ik jong, vaak is de orkaan
    Me toch al over 't hoofd gegaan:
    Hoezee!

    'k Ben zeeman; - hier op 't nuchter strand
    Wil 't mij niet lang behagen;
    Veel liever hoor ik door het want
    De winden buldrend jagen.
    Ha, wat een pret, als 't roezig spookt,
    De golfslag rolt, de pekel kookt!
    Hoezee!

    'k Ben zeeman; - onder 't felst geblaas,
    Als we over 't water vliegen,
    Klim ik getroost in mast en ra's
    En laat me er lustig wiegen;
    En blies de wind ook feller nog,
    Ik hoorde er 't bootsmansfluitje toch:
    Hoezee!

    'k Ben zeeman; - komt maar weer de bries
    De slappe zeilen stijven,
    'k Zeg allen dan getroost adies,
    Die op het droge blijven;
    'k Zeg: Ouders, treurt toch niet om mij,
    Ik heb een leven vrij en blij:
    Hoezee!

    Ha! eerstdaags gaat het weer in zee;
    't Land schijnt dan weg te zinken,
    En spoedig zie ik van de ree
    Slechts 't hoogste duin nog blinken.
    'k Roep dan: Adies, mijn vaderland!
    Wij zeilen naar 't Javaanse strand:
    Hoezee!

    Proza en poëzie (1880)

    schrijver

    02-03-2015 om 22:06 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.avondstemming

    Een gedicht van Jules Schürmann 1873-1927

    Avondstemming.

    'k Liep langs de landen zo stil voor mij heen
    En aan de hemel reeds d' avondster scheen,
    'k Floot zacht een deuntje en ik neurde en ik dacht
    Aan het mysterie van nad'rende nacht,....
    'k Zag in de verte in een donkere laan
    Naar 't stille kerkhof twee minnenden gaan,
    Peinzende vroeg ik mij glimlachend af
    Waarom de liefde zoekt 't sombere graf....
    Uit weide en wegen steeg vochtige damp
    Ver over velden blonk licht van een lamp
    Goud-gele schijn door de nevelen heen
    Uit land'lijk huisje daar vredig en kleen,
    'k Voelde de rust van de velden in mij,
    D' avond, dat lichtje, zij maakten mij blij,
    'k Wist dat mij wachtte in het vriendelijk huis
    Ene die 'k minde bij 't lindengeruis....

    Onze Eeuw jrg 13 (1913)

    schrijver

    01-03-2015 om 21:57 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.melancholia
    Een gedicht van Frans Bastiaanse 1868-1947

    Melancholia.

    Toen zong er, zonder zorgen,
    Daar in de vroege morgen
    - En dat klonk zo jong, zo blij -
    Een boer die was aan 't ploegen;
    Hij zong voor zijn genoegen
    Een klein, oud lied daarbij.

    En altijd weer van voren
    Af aan trok hij de voren
    Tot in de verte van licht,
    Met de beide willige paarden
    Door de rulle wolkige aarde
    Naar het zilverig vergezicht.

    En altijd zag ik hem keren
    In de prachtige blauwe kleren
    Met de sterke gang, en met
    De paarden, die hadden beiden
    Het ritme, dat ik benijdde
    In het rustige van hunne tred.

    En ik zag de middag komen:
    De donkere loverbomen
    Maakten hun schaduwen klein.
    De ploegschaar lag te blinken
    En de velden lagen te drinken,
    Verzwolgen de zonneschijn.

    En boven in de kronen
    Der bomen leek te wonen
    Een doffer en koerde zoet,
    Zo als in ons inwendig
    De stem des harten bestendig
    Klaagt, omdat het bloedt.........

    En ik zag de koeien treden
    Naar een wetering beneden,
    Want de zomerbedding was diep,
    En zij stonden parelmoeren-
    Blank boven de blauwe vloeren
    Die de hemel in 't water schiep.

    Maar de zon hield op te zengen,
    En ik zag de schaduwen lengen,
    Lavend, over het veld:
    De lichte zilvergazen
    Uit damp van water-wazen
    Van de wetering op-geweld.

    Het was niet langer stijgen,
    Maar dalen; niet zingen, maar zwijgen
    Want de schemering kwam aan;
    Achter de stille landen
    Zag ik de zonne stranden,
    Stranden en...... dan vergaan.

    Toen riep er bij dat scheiden
    Een koekoek of hij zeide
    De zon een avondgroet.........
    En boven de bomen blonk er
    Het helle nachtgeflonker
    Van der gesternten gloed.........

    uit: Onze Eeuw, jrg 23  (1923 )

    schrijver

    28-02-2015 om 22:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.koehoedster
    Een gedicht van Salomon Bonn 1881-1930

    DE KOEHOEDSTER.

    De koe die schurkte laag haar kop
    de gouden zonne scheen erop
    en op het zwart en witte vel
    en op de lichtglanzende bel,
    die rinkte, die rinkte
    zo fijn.

    Het dorp was naar de mis gegaan;
    het meisje liep maar zoetjes aan
    door 't groene pad langs 't korenland
    en voerde 't koetje aan haar hand.
    Het koetje trad maar lijzig aan
    en liet de belle al maar gaan,
    die rinkte, die rinkte
    zo fijn.

    Zo blauw als ver de lucht, omhoog,
    was 't jurkje en 't droomwijde oog,
    en goud als zon en koren glom
    lag 't wilde haar heur hoofde om,
    en bruin tot donkerbrons gebrand
    was 't rond gezicht en voet en hand.

    Het dorp was naar de mis gegaan;
    het meiske liep maar zoetjes aan
    door 't groene pad langs 't korenland
    en voerde 't koetje aan haar hand.
    Het koetje trad maar lijzig aan
    en liet de belle al maar gaan
    die rinkte, die rinkte
    zo fijn.

    Een bonte vlucht (1911)

    schrijver

    27-02-2015 om 22:49 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wie
    Een gedicht van Hieronymus van Alphen 1746-1803

    Wie 't Christendom verdrukt

    Wie 't Christendom verdrukt, bespot,
    Belaagt en ondermijnt, voert oorlog tegen God!
    Maar zal Zijn Raad niet breken.
    Wat ook de bliksem vell', zij laat die ceder staan.
    Zijn loof hange al eens slap; de kruin blijft opwaarts gaan.
    De wortel breidt zich uit; de groei duurt onbezweken.

    Ik sta op dit geloof gegrond.
    Ik weet, wie Jezus is. Die nooit beloften schond,
    Zal ook zijn doel niet missen.
    Hij is, hij blijft de steun van 't menselijk geslacht;
    De rots, waar ‘t smachtend volk een levens-stroom uit wacht,
    Die vette beemden schept in zand en wildernissen.

    Verblijd u, Christenschaar! Wie keert
    Zijn arm, die heil verschaft, en steeds zijn rijk vermeêrt.
    De Koning aller volken
    Voert, door zijn vijand zelf, zijn plan weldadig uit.
    Wie wijs is, zie op Hem, eerbiedig' zijn besluit;
    En wachte op zijne komst, in donkerheid en wolken!

    schrijver

    26-02-2015 om 23:27 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom

    Een gedicht van Rhijnvis Feith

    DROOM

    Schoon elk hem weerstand bood,
    En jammrend van hem vlood,
    Hij 's doof voor hun gekerm.
    Hij neemt ze in zijne arm,
    En brengt ze, rij na rij,
    Gestaag aan de overzij.
    Maar nauwlijks zijn ze daar,
    Of 'k zie de blijdste schaar.
    De laatste zucht vervloog;
    De zielrust blinkt in 't oog,
    De jongling wordt bemind
    En is hun beste vrind.

    Verbaasd van 't vreemd gezicht,
    Wens ik mijzelve licht.
    'k Dring tot de jongling door.
    Verleen me een poos gehoor.
    Wie zijt gij? (sprak mijn wens)
    Een engel of een mens?

    Hij zucht, en staart mij aan.
    Ik zie in 't oog een traan.
    Wat vraagt gij naar mijn naam?
    Niet dat ik mij hem schaam;
    Maar, (ach, hier zonk zijn blik)
    Hier wekt hij niets dan schrik;
    Maar ginds (zijn oog herrees)
    Vervangt verrukking vrees.
    Hij zucht nog eens en vlood,
    En zegt: “ik ben de dood."

    'k Ontwaak met ene gil!
    't Is alles om mij stil.
    Ik vinde in 't eind mij weer,
    Ik zie op 't mensdom neer.
    Ik zie al 't foltrend wee.
    Een bloed-en tranenzee
    Bruist golvend mij voorbij;
    Maar 'k zie ook de overzij,
    Hare eeuwig groene kust,
    Hare ongestoorde rust,
    Haar eindeloos verschiet,
    Dat niets dan weelde biedt, ---
    Dáár juicht mijn hart tot God.
    Ik draag gerust mijn lot.
    Zijn engel brengt ook mij
    Eerlang aan de overzij!

    schrijver

    24-02-2015 om 22:08 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!