Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    18-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bladeren

    Een gedicht van Jacqueline van der Waal 1868-1922

     

    De bladeren
    De zonne zond haar stralen uit
       om d'aarde te vergouden,
    Die, al te lange tijd verwaaid,
       verregend en ontverfd,
    Niet meer aan blijde dagen dacht,
       maar aan de winterkoude
    Zich zonder klagen overgaf
       en stil en willig sterft.

    De stralen die op 't bladerdak
       een wijle wilden rusten,
    Ze gleden door de takken heen
       en vonden vuil, versleurd,
    De kleine groene bladerkens
       die zij zo gaarne kusten
    'Och, arme bruine bladerkens!
       Wat is er met U gebeurd?'

    Maar nauw gevoelt het bladervolk,
       het slappe, natbetraande,
    Verloren volk de warmte van
       de gouden zonnegroet,
    Of knisperend en knetterend
       begint het doodgewaande
    Te leven en te krullen in
       den koesterende gloed.

    Nu lopen alle blaadjes in
       het zonlicht langs de wegen,
    Nu dansen zij hun rondedans
       de mensen voor de voet,
    Nu ruisen zij hun vrijheidslied
       de oude bomen tegen,
    Die weten, dat het bladervolk
       zo 't elke jare doet.

    schrijver

    18-10-2015 om 21:19 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vruchten

    Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929

    O vruchten-lege schaal
    o Vruchten-lege schaal, o flanken rijk aan reuken
    die heel de zomer draagt maar niet verzaden zult:
    nóg komt een kopp'ge bij uw nodende ijlte beuken
    met hoornen hoofd en dom geduld.

    Ik ben 't gekorven hout waaraan geen trossen hangen,
    tot lucht verijld het hars dat uit de wonden droop.
    o Vruchtenloze geur, wordt menselijk verlangen
    ooit goddelijke hoop?

    schrijver

    17-10-2015 om 20:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.slaaf

    Een gedicht van E.J Potgieter 1808-1875

    Het zingen van de slaaf.

    Vrij gevolgd naar H.W. Longfellow.

    Uit de hut des negers rezen
    Aan d' Ohio-stroom bij nacht
    Liedren als Jehova prezen,
    Toen Hem Isrel offers bracht;
    En mijn voet gleed trager voort
    Door het statig sluimrend oord.

    Luide zong hij Davids Psalmen,
    Schoon in slavenboei gekneld;
    Luide zong hij zegegalmen
    Van de koninklijke held;
    't Vorstlijk harpgezang van 't Oost
    Ruiste in 't verre Westen troost!

    'k Hoorde 't lied, vóór veertig eeuwen
    Aan de Rode Zee gedicht.
    Langs de Leidsman der Hebreeuwen
    Was ze wederzijds gezwicht,
    Maar van heel 't Egyptisch heir
    Gaf zij ros noch ruiter weer!

    De oren lenende aan die zangen,
    Werd mijn harte droef te moe:
    Onbeschrijfelijk verlangen
    Naar verlossing klonk mij toe
    Uit de weemoedvolle klacht,
    Waar zich 't lied in had verzacht.

    Zie, 't geviel in de eerste dagen
    Der gemeente van de Heer:
    Paulus wordt in boei geslagen;
    Silas kromt zich naast hem neer -
    Tot het paar de hoofden buigt,
    En in banden Gode juicht!

    Daar beweegt van schrik zich de aarde,
    Daar betoont de Hemel hulp!
    't Stenen huis, dat hen bewaarde,
    Davert als een rieten stulp, -
    Open is 't gesloten graf,
    En hun ketens vallen af.

    Maar wat engel daalt er neder,
    Die der slaven boeien slaakt?
    Maar wie schudt het aardrijk weder,
    Tot verstokt gewisse ontwaakt?
    Biddend zag mijn blik omhoog
    Naar der heldre starren boog!


    1844.

    schrijver

    16-10-2015 om 19:29 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.meisje

    Een gedicht van Jacob van Lennep 1802-1868

    Het blijde Meisje.

    Wie is morgen jarig? - Ik!
    O! wat ben ik in mijn schik:
    Maatje was nooit karig;
    En gewis zal 't morgen weer,
    Feest hier zijn ter mijner eer.
    Morgen ben ik jarig.

    Keetje en mietje zijn genood,
    En mijn nichtje Betje,
    Zie, dat geeft, met Klaartje en mij,
    En de kleine Suze er bij,
    Al een heel saletje.

    En dan vinden wij voorwaar,
    Even als verleden jaar,
    Weer een déjeuneetje klaar;
    Heden wat een pretje!

    Wie is morgen jarig? Ik!
    O! wat ben ik in mijn schik:
    Maatje was nooit karig;
    En gewis zal 't morgen weer,
    Feest hier zijn ter mijner eer.
    Morgen ben ik jarig.

    Maatje zal op chocolaad
    Zeker ons tractéren.
    En zij geeft er wafels bij:
    Ligt nog andre snoeperij,
    Wat wij maar begeren.

    Als het smullen heeft gedaan,
    Zullen wij aan 't spelen gaan,
    Touwtje springen, raadsels raân,
    En ons amuséren.

    Wie is morgen jarig? Ik!
    O! wat ben ik in mijn schik:
    Maatje was nooit karig;
    En gewis zal 't morgen wer,
    Feest hier zijn ter mijner eer.
    Morgen ben ik jarig.

    Buiten twijfel zal Papa
    Weer mijn spaarpot vullen.
    O! 'k ben zo nieuwsgierig naar
    't Geen Mama, en Jan en Klaar
    Mij toch geven zullen..

    'k Hoop, Mama een nieuwe doek,
    En broer jan een prentenboek.
    Klaar geeft wis een peperkoek;
    Hé! wat zal ik smullen.

    Wie is morgen jarig? Ik!
    O! wat ben ik in mijn schik.
    Maatje was nooit karig.
    En gewis zal 't morgen weer.
    Feest hier zijn ter mijner eer.
    Morgen ben ik jarig.

    Het Nachtegaaltje (1851)

    schrijver

    15-10-2015 om 21:17 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'s avonds

    Een gedicht van Juliu Vuylsteke 1836-1903

    'S AVONDS

    Soms nog als de avond is gevallen
    en alles in stad reeds stil,
    draagt mij mijn voet voor 't huis waar zij woonde,
    ofschoon ik het zelf niet wil.

    O bloemeken van mijn eenzaam leven,
    mijn liefde, mijn lust, mijn vreugd!
    Een andre geniet nu uw geuren en kleuren
    en doet zich deugd aan uw jeugd.

    Dan bersten de donkere erinringen open
    als hagelwolken, op mij;
    dan loop ik zo haastig mooglijk schuilen
    in de herberg daar naastbij.

    Verzamelde gedichten (1881)

    schrijver

    14-10-2015 om 21:49 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    12-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.peren

    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    PEREN 
    Gebogen hangt het perenhout,
    bevallig, onder ‘t menigvoud
    gedrag, dat hem bewonderen laat
    alom, en op de bomen staat.

    Zo druiven, in malkaâr geklist,
    bij grote en dikke krabben is ‘t,
    dat top en takken, scheefgelaân,
    bezwijkend, van de peren staan.

    Hoe schone, als ‘t lieve zonnelicht
    daarop zijn mooie stralen zicht;
    en, geluw-, groen- en grauwgeveld,
    fijn goud op al die peren smelt!

    Hoe spannen ze, in hun ronde glans,
    vol zerpe en zoete zeupen gans;
    die, borstgeeene en lijfgenoot,
    nog wassen, bij de moederschoot!

    Het staat er die, vol rode schijn,
    bloedverwig als de kaken zijn
    van menig menig mensenkind,
    dat m'hier en daar ten boere vindt.

    Het staat er, effenbruin van bast,
    aan klene, tere takken vast;
    die ‘k puilen zie, alhier, aldaar,
    ter pelen uit en... ponden zwaar.

    Vaarwel, die zulke giften laat,
    o zonne, aleer gij henengaat,
    en elders weunt, de lange tijd
    dat ‘t wintert, en ge onzichtbaar zijt.

    Dat ‘t donker is, dat ‘t waait en buist;
    dat verre is al het groen verhuisd;
    dat, naakt, of heel met ijs belaân,
    onvriendelijk de bomen staan.

    Vaarwel, o zonne!... Hij is groot,
    diens hand u in de hemel schoot;
    diens goedheid, die geen' beurte en kent,
    bij beurten, ons die zomer zendt.

    o Eeuwig goede, om al het goed
    dat ‘t bakelen van de zonne doet
    onze onbeholpen schamelheid,
    zij lof en ere u toegezeid!

    12/10/1894

    Rijmsnoer (Herfstmaand)

    schrijver

    12-10-2015 om 21:41 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lied
    Een gedicht van Geerten Gossaert 1884-1958

    LIED.

    Nu lichtvergeten
    De avond rust
    Wordt alle weten
    Dieper bewust;
    Maar elk begeren
    Dat liefde deren
    Zou, en bezeren,
    Is nu gesust.

    En wijder sperren
    Zich ziel en zin,
    Nu ver de sterren
    Ontvonken in
    De onbetogen
    Azuren hoge...
    Klaar als de ogen
    die ik bemin!

    Experimenten (1911)

    schrijver

    11-10-2015 om 21:25 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.arbeid

    Een gedict van Herman de Gorter 1864-1924

    Uit de arbeid komt voort de bloedige strijd

    Uit de arbeid komt voort de bloedige strijd.
    De arbeid is 't die doet de stromen bloed
    Om de aarde vloeien. In rode damp van bloed
    Doet haar dampende voortgaan de arbeid.

    Zij gaat in 't Al de sterren tegemoet,
    Waarvan de smart en strijd haar onderscheidt,
    In wolken van bloed, en tranenbeschreid,
    In van pijn en rouw nacht en gloed.

    De aard is in goudene sterren rood
    En zwart van stromend, geronnen mensenbloed.
    De lichamen der levenden een vloot
    Op der doden stromende levensvloed.
    En van die levenden geweld'ge dood,
    Door strijd, van die doden het doden boet.

    Strijd (II)

    schrijver

    10-10-2015 om 21:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.haat

    Een gedicht van René de Clercq 1877-1932

    HAAT VERWIJDERT MIJ VAN GOD

    Haat verwijdert mij van God,
    liefde voert mij nader.
    Grauwt ellende door mijn lot,
    laat mij liefde, Vader.

    Valt de wereld van mij af,
    waar de sterren blinken
    laat mij in der liefde graf
    in Uzelf verzinken.

    Meidoorn (1925)

    schrijver

    09-10-2015 om 21:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    08-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.psalm

    Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899

    Psalm XVII.


    Hoor, o Heere, mijn gesmeek,
    Waarheid uit mijns herten grond;
    Valsheid is 't niet, die ik spreek,
    Geen bedrog besmeurt mijn mond.

    Hebt ge niet beproefd mijn hert,
    Heer, het onderzocht bij nacht,
    Toen er niets gevonden werd,
    Heb ik op uw recht gewacht.

    Loutrend mij door reine gloed,
    Daar Ge in mij niets bozes vond;
    Mijn gedachten, mijn gemoed
    Overtreden niet mijn mond.

    Voor de daad der rovers, God!
    Had ik uwer lippen woord,
    Dat beschermde mild mijn lot:
    't Leidde mij door 't leven voort.

    Heer, mijn voet betrad uw spoor,
    Nimmer, wanklend op die baan,
    'k Roep tot U, mijn God, o hoor
    Mijn gebed genadig aan.

    Redder, Gij, van hem, die U
    Zoekend zich, door U beschermt...
    Help me tegen bozen nu,
    God, die u in mij erbermt.

    Heer, behoed mij als uw oog,
    Berg mij onder 't schaduwbeeld
    Uwer vleuglen, uw betoog
    Worde, o Heer, mij toebedeeld.

    Tegen Goddelozen, Heer,
    Die mij prangen in de smert,
    Mij verwoestend, wreed en zeer,
    Wee! gevoelloos sluiten 't hert.

    Trotsheid spuwt hun lastermond,
    Zij, omsinglen mij met haat,
    Heer, hun oge tracht ten grond
    Mij te stoten door verraad.

    Aan een leeuw is hij gelijk,
    Ene jongen leeuw, die loert
    Hongrend. Heer, verniel zijn rijk!
    Red mij, eer hij mij vervoert.

    Mijne ziele, met uw zwaard,
    Red ze voor de boze, Heer!
    Voor genieters dezer aard,
    Red ze! vel uw vijands neer!

    Vol is 't lijf hun door uw goed.
    Zonen hebben ze in getal,
    Latend hunne overvloed.
    Hunne telgen... dat is al!

    Maar ik wil uw aangezicht,
    Heer, beschouwen hoogverblijd...
    'k Word verzadigd door uw licht,
    Rein van harte t' allentijd.

    De Psalmen in gezangen

    schrijver

    08-10-2015 om 21:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.herfstdag

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

    Parijse herfstdag

    Ik heb de weemoed van uw stad verstaan.
    Een stad vol vreugde, zeiden zij die nooit
    Geneugten weten dan het vlees ontplooit,
    Vol zoete tastbaarheid en weken waan.

    Maar in uw parken geurde uit iedre laan
    't Verleden: grootser tuin, voorlang gerooid;
    En iedre lijst die strekt of rijst of glooit
    Aan uw paleizen, hing de erinnring aan.

    Erinnring aan die grote gouden tijd
    Toen om uw zonnekoning 't rijk bewoog,
    Moed en bevalligheid en weelde en vlijt.

    Gij woelt, maar overwon niet: laag en hoog
    Richt over u die Dode; uit perk en boog
    Beheerst Zijn IJdelheid uw ijdelheid.

    Oorspronkelijk dichtwerk (1938)

    schrijver

    07-10-2015 om 21:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een gedicht van Geert Teis 1864-1945

    Knoalster lorelei
    Ik wait nait, wat zel 't toch beduden,
    Dat ik zo miesderig bin;
    n Vertelster uut olle tieden,
    Dat gaait mie moar nait uut de zin.
    't Is kôld over 't daip en 't wordt duuster,
    't Is ales in rust, groot en klaain,
    De leunen van de badde is dudelk
    In t heldere woater te zain.

    Het oaregste schipperswichie
    Van zo'n achttien of negentien joar,
    Dat staait in heur onderliefie,
    Zai kamt heur stroblonde hoar;
    Zai kamt het in laange strengen,
    En zingt zaacht een deuntje derbie,
    Zai zingt van de laifde en van schaaiden...
    De snikke vuier net heur veurbie.

    De snikjong achter aan 't rouer,
    Dij röpt 'Goienoavendsoam!'
    Hai zogt gain liene en gain badde,
    Hai kikt moar noar t wicht op de proam.
    Ze zeggen: hai is mit zien hazzens
    Liek tegen de badde aan goan,
    En dat haar mit heur zingen
    Dat schipperswichie doan.

    schrijver

     

    05-10-2015 om 21:57 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.oneindigheid

    Een gedicht van Albert Verwey 1956-1936

    Oneindigheid

    Van honderdduizend jaren her
    Kwam tot mijn oog de straal van een ster,
    Hij kuste mij met zijn milde licht,
    Ik voelde mij leven als in een gedicht,
    Want wat is tijd?

    Meer mijlen ver dan mens verstaat
    Bewoog mijn oog dat stergelaat,

    Ik was nabij haar met mijn blik
    En ondervond een zoete schrik:
    Geen ruimte telt!

    Tezaam geschapen ster en oog,
    Eén enkel leven laag en hoog,
    Zijn wij geworden en voor elkaar,
    Zij werd door mij, ik werd voor haar:
    Waar is de grens?

    Ik draag en ben het heel heelal.
    O valse schijn van lichaamswal,
    Waarbinnen wij schijnen, waarbuiten wij zijn,
    Omvangende in een gedroomde lijn
    De oneindigheid!

    Het zichtbare geheim (1915)

    schrijver

    04-10-2015 om 19:47 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.huizen

    Een gedicht van H.C. Rümke 1893-1967

    Oude huizen

    Aan d' overkant van 't water stonden d' oude huizen.
    Het water was heel stil, een witte rand
    van pas gevallen sneeuw lag voor de huizen.
    't Was alles broos en fijn, voor strakke lucht met sterren.
    De huizen stonden oud en stil....van verre
    kwam dof gedreun: het ruchten van de stad,
    dan was het, of de huizen
    nóg groter stilte hield omvat....
    Luid kwam, met hard gebel, een tram voorbij gereden....
    Toen wisten d' oude huizen niet
    wat zij daar deden....

    De Beweging (1917)

    schrijver

    03-10-2015 om 22:09 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geestenkoor

    Een gedicht van J.J.L ten Kate 1819-1889

    GEESTENKOOR BOVEN DE WATEREN.


     
    Ziele des mensen!
             Gij zijt als het water:
             't Werd uit de boezem
             Des hemels gebaard;
    't Stijgt naar de hemel,
             Het stort weer ter aard,
             Eeuwig verwisslend
             In rustloze vaart.

            Stroomt van de steilte
             De straal naar beneên,
             Dan stuift hij lieflijk,
             In wolkende golfjens,
             Over de vlakte
             Der berghelling heen;
             Blank als een spiegel
             Verlaat hij de rots,
             Danst hij ter diepte
             Met vrolijk geklots.

    Maar gaan de klippen
    Zijn stortval te keer,
    Dan bruist hij grimmig,
               Met kokende golven,
               Dan stormt hij trapswijz'
               In d' afgrond ter neer.

    Tussen de rozen
               Daar henen geslingerd,
               Glipt hij wellustig
               In 't bloeiende dal.
               En alle starren
               En stralende zonnen
               Lachen en lonken
               In 't levend kristal.

    Wind is de minnaar
               Van 't spelende golfje;
               Wind is de vijand
               Der argloze baren,
               Die in haar boezem
               Zijn aanval begint.

    Ziele des mensen,
               Hoe zijt gij als 't water!           
               Noodlot des mensen,
               Hoe zijt ge als de wind!

             Naar Goethe.
             1845.

    schrijver



    02-10-2015 om 21:53 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.rust

    Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1891

    WAT RUST ZE ZACHT.

    Wat rust ze zacht in 't malse ledekant,
    Het blank gelaat, in 't kroezelhaar gesloten,
    Met iets zo fijns, zo zeldzaams overgoten,
    Als zag ze mij reeds hangen aan de hand
    Een kindje uit haar edel lijf gesproten!
    Wat rust ze zacht in 't malse ledekant!

    Hoe lieflijk rust de wellustvolle vrouw,
    Die mij met schoonheid, liefde en maagdenweelde
    Den ganse nacht gelijk een engel streelde,
    Die ik, bevruchtend als de morgenddauw,
    Met mannenkracht en kinderlust bedeelde!
    Ja, lieflijk rust de wellustvolle vrouw!

    Wat rust ze zacht, die parel der natuur,
    Die schoonheid paart aan edel zielsbehagen,
    En in de schoot een wereld kan verdragen,
    Maar toch zo teer verspreidt haar minnevuur.
    Een lelie geurend tussen dorenhagen...
    Wat rust ze zacht, die parel der natuur!

    Gedichten (1911)

    schrijver

    01-10-2015 om 21:43 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    30-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een gedicht van  Sebald Rau 1801-1887

    Nacht

    ’t Gestarnt’, dat de avond wekte in ’t Zuiden
           Is reeds in ’t spieg’lend meer gezwicht.
           De maan onthult haar kwijnend licht;
    En drinkt de balsemgeur der kruiden.

    De nacht, reeds half voorbijgesneld,
    Heeft aller scheps’len oog geloken.
    De tortel rust, in ’t nest gedoken;
           De leeuwerik bij zijn gade in ’t veld.

    Zijn strelend wiekje omschut de leden
    Van haar, wier blijd ontwaakte goed
           Weldra de scheemring met hem groet,
    In ’t zoet van ’t ogenblik tevreden.

    ’k Gevoel me alleen: geen sluim’ring houdt
    Die blikken, die aan ’s hemels bogen
    De starren volgen. 't Hart, bedrogen
           Door de aarde, zoekt waar ’t zich vertrouwt.

    Waar ’t lieflijk doel van ons verlangen
           Niet als ’t gevleugeld droombeeld wijkt:
           Waar ’t zwevend weefsel niet bezwijkt,
    Waaraan de moede ziel bleef hangen.

    Waar, die wij minden, heengevloôn,
    Gaan treên langs eeuw’ge levensvlieten,
    En hemelzaligheên genieten,
           Terwijl wij wenen om de doôn.

    Waar, mooglijk uit uw reine vrede
           Gij, die me eens liefhad, nederziet,
           En fluistrend mij een troostwoord biedt
    Op mijn verlaten legerstede.

    30-09-2015 om 19:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarheid

    Een gedicht van P.L. van de Kasteele 1748-1810

    Jesus de vriend der waarheid.

    Toneel der dwaling, schouwplaats der ergernis!
    Rampzalig aardrijk, vol van begoocheling!
    't Mensdom, uw sieraad, 't Mensdom verpest u
    Alles bedriegt.

    Waar vlood de Waarheid? weet gij het, sterflijken?
    In 't licht der Godheid zien haar de Hemelsen,
    Boven uw aanval, Vader des leugens,
    Ver van uw kreits,

    Daar Waarheid heerst, daar juichen de Zaligen;
    Daar leeft de Godheid. Reinheid en vrolijkheid,
    Rust en vertrouwen woont voor haar aanschijn,
    Niet hier op aard.

    Gij, vriend der waarheid', vriend des Rechtvaardigen!
    Vermijd deez' aardbol, 't Rijk des geweldigen!
    't Onrecht regeert er; kruis en vervloeking
    Wachten u hier.

    Gij komt op aarde, Gij, de Waarachtige!
    Gij schuwt geen lijden, Redder der dwalenden!
    Waarheid en zegen welt uit uw boezem,
    Stroomt uit uw mond.

    Gij, 't Licht der wereld, schijnt in de duisternis:
    De neevlen zwichten; klaarheid en zuiverheid ,
    Straalt om U henen. Leugen en dwaling
    Smelten voor U.

    ’t Heelal veroudert, alles verandert ééns:
    Uw woord is eeuwig, vast uw getuigenis;
    't Woeden der eeuwen spilt op dien rotssteen
    Al zijn geweld.

    Gij kent geen vleitaal, kent geen bedekselen:
    Uw hart behoeft geen tooi, noch bewimpeling;
    Rein, als uw Godheid, siert het zich zelve,
    Blinkt het van deugd.

    Gij zoekt geen grootheid, vreest geen vernedering:
    Van 't pad der waarheid, 't spoor uwer heerlijkheid,
    Lokken U nimmer, laagheid noch eerzucht,
    Vreze noch hoop.

    Geen zucht tot vrede, Gij die ons vrede geeft,
    Verbergt uw mening. — „ Wee u! gij huichelaars!"
    Zegt Ge aan de Groten. — „Achter mij, Satan!"
    Zegt Ge aan uw vriend.

    De hel moog woeden, God Hem verlaten zelfs,
    Nog zegt Hij: „Vader!" — Hoort het, gij hemelen
    't Aardrijk beweegt zich. Sidder, gij Hoofdman!
    Deze is Gods Zoon!

    Hij vaart ten hemel! Groot is zijn zegepraal!
    De Geest der waarheid geeft Hem getuigenis,
    Petrus, zo kort nog blind voor de heilleer,
    Predikt het kruis.

    De Vriend der waarheid zegent die prediking.
    Een schaar verdwaalden, zelfs van zijn kruisigers,
    Eren het zoenbloed. De einden der aarde
    Vinden genâ.

    Nog leeft de waarheid! — Jesus beveiligt haar.
    Geen vrees, geen kluister kerkert haar zegelied.
    Spotzucht en laster, alles verspilt zich;
    Jesus regeert!

    Hij is ons gistren, —. heden, — in eeuwigheid,
    Een Rots, een Heiland; nimmer begeeft Hij ons.
    Werelden, liegtvrij! Jesus komt weder;
    Waarheid met Hem.

    schrijver

    29-09-2015 om 21:54 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.afscheid

    Een gedicht van G.W. Lovendaal 1847-1939

    Afscheid.

    Het avondzonnetje vlamde in ons raam
    En gloeide ons geveltje rood.
    Tien snoezige zwaluwen zaten te zaam
    Te snebbelen hoog op de goot.

    Maar wát ze kwebbelden, al door elkaar,
    Daar werd wel niemand uit wijs:
    Best mogelijk maakten ze 't reisplan klaar,
    Ze gingen die avond op reis.

    Daar gilde' opeens ons vaarwel alle tien
    En weggescheerd was de drom;
    Ons grootje riep ook nog: tot wederzien,
    Maar zag ze toch nimmer weerom.

    Kindergedichten  (1914)

    schrijver

    28-09-2015 om 22:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een gedicht van René de Clercq 1877-1932

    GIJ DAN, DIE IN 'T NAAKT

    Gij dan, die in 't naakt de zonde ziet,
    Die zijn heiligste glans ook in 't beeld verbiedt,
    Die wilt dat ellende - ellende verrijkt -
    Ten minste gehuld vóór uw poort bezwijkt,
    Wat laat gij de geest vol schaamte gaan
    In de waaiende wereld der vijgenijgenbladblaân?
    Moest hem niet zediger zorg besteed?
    Moest hij niet pralen in prachtig kleed?...
    O, mensen, wij leven niet slechts van brood;
    En, is de honger de hoogste nood,
    Daar is ook honger aan kennis. Heil
    Den lande, waar weelde niet boven uw peil,
    O wetenschap, klimt; waar elk bewust
    Voor de levensstrijd staat toegerust;
    Waar het boek is arbeid, de hamer eer,
    En de koeherder rijst als kamerheer.

    Toortsen (1909)

    schrijver

    27-09-2015 om 19:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!