Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    02-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nacht- kapel

    Een gedicht van Alice Nahon 1896-1933

    NACHT-KAPEL

    Daar hing geen zucht, geen vrage;
    Daar was maar stilt' en duisternis
    En mystisch viel er groenig-vaal,
    Op heilgenbeeld een manestraal
    In de ouw' Maria-nis.

    Heel flauwkens monkel-lachend,
    Als of 't zijn leste lachsken was,
    Leek 't lampken Gods, in 't duistre rond,
    Een blom, die zonder water stond
    In rood kristallen glas.

    Daar had ik geern gezongen,
    Hoog boven al dat oud verdriet,
    Maar toen ik 't lied beginnen wou,
    Was 't of ik 't al ontheilgen zou —
    En daarom zong ik niet.

    Maar luistrend naar de stilte
    En dromerig van dat blomken broos,
    Rees in mijn ziele, moe gezocht,
    Een goedheid, die geen mens vermocht:
    Berusting eindeloos.

    Op zachte Vooizekens (1923)

    schrijver

    02-05-2017 om 21:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mei

    Een gedicht van C.S Adama van Scheltema 1877-1924

    1 MEI

    Kom vriend met uw jonge vrouw!
    Met uw liefdevol hartlijke vrouw,
    Met uw al zo zorgende vrouw -
        Welkom! welkom is zij
          De eerste Mei!

    Kom vriend met uw zoon, uw kind!
    Met uw jonge en al verstandige kind,
    Met uw o! eenmaal gelukkiger kind -
        Welkom! welkom is hij
          De eerste Mei!

    Kom vriend met uw kloppende hart!
    Met uw duldend maar dappre hart,
    Wij roepen uw hoopvolle hart
        Welkom in onze rij
          De eerste Mei!

    Wij allen behoeven elkaar!
    Wij winnen slechts met elkaar -
    Helpen, helpen wij dan elkaar:
    Maken we elkander vrij
    De eerste Mei!

    Ons is immers deez' dag!
    Ons is deez' bloeiende dag!
    Als eenmaal der dagen dag -
    Die vindt ons zij aan zij
    De eerste Mei!

    Aan óns is de komende tijd!
    Ons, óns is de nieuwe tijd!
    O heerlijk toekomstige tijd
    Wij voele' u nabij
    De eerste Mei!

    Want wij zijn de groten der aard!
    Wij zijn de werkers der aard!
    Wij zijn de winners der aard!
    Dat zijn wij állen - wij
    Den eerste Mei!

    Uit stilte en strijd (1909)

    schrijver

    01-05-2017 om 16:22 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    30-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dood

    Een gedicht van J.H. Leopold 1865-1925

    O dood vlies van de torengracht

    O DOOD vlies van de torengracht
    en wreed gewekte kreet der zwanen,
    de angst vloeit klam toe door de lanen
    en stolt rondom de pijlerschacht.

    O krimpend hart, dat uit de sprong
    der wurgende belagers hoog naar boven
    omhoog zich worstelde     sloven
    aamechtig sinds het zich ontwrong,

    walmende lamp, die opgetild
    met floersen roet het smeulend gele
    verduisterde en wuft het ele
    leven des luchters had omhuld.

    Gemengde verzen IV

    schrijver

    30-04-2017 om 15:43 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wens

    Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931

    Wens

    Mijn aar zij zwaar,
    Als hem de sikkel telt;
    Mijn kroon zij schoon,
    Als hem de bliksem velt.

    De dood brengt nood,
    Zo niet vereelt hem reikt
    De hand een pand,
    Waaruit de dagvlijt blijkt.

    Mijn zon, Uw bron
    Springt nog voor aardse dorst;
    Ach warm, dat arm
    Ik niet zal staan, mijn borst.

    Mijn aar zij zwaar,
    Als hem de sikkel telt;
    Mijn kroon zij schoon,
    Als hem de bliksem velt.

    Herscheppingen - Van de tweede wereld (1916)

    schrijver

    29-04-2017 om 23:20 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.anecdote

    Een gedicht van O.C.F Hoffham 1744-1799

    Anecdote

    Hoe groot, ô Mahomet! zijt ge in mijne ogen,
    Door de eedle daad, voorwaar te min bekend;
    Daar gij, verplicht om tempelwaarts te treden,
    Terwijl uw kat op uwe mantel sliep,
    De brede mouw, waarop zij vrolijk rustte,
    Veel liever van de purpren mantel sneed,
    Dan in zijn sluimren ’t zoete dier te storen!
    Gezocht en eindelijk verkregen rust
    Aan ’t rustend voorwerp gul te doen genieten;
    Haar te beveilgen, en met eigen schaê
    Haar te verlengen; ô dit is een offer,
    Waarvoor de hoogste deugd slechts vatbaar is!

    Proeve van Slaapdichten (1784)

    schrijver

    28-04-2017 om 21:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.koning

    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1809

    De koning is gekommen!

    De grote zon, de zomer is
    ten oosten uitgeklommen,
           bezoekende zijn koninkrijk...

    De volkeren, de groten en
    de klenen, alle lieden
           hem koninklijk begroeten gaan
    en blijde inkom bieden.

    De mannen zijn veel sterker nu
    ten arbeide, en de vrouwen,
           ze slaan wel nog zo dapper, met
    de la, de weefgetouwen.

    De jongens en de maagden, als
           of ze nog klene waren,
    gaan lopen in de lanen, in
           de locht, en spelevaren.

    Het kindje, dat geen tonge en heeft,
    nu zingen kan; en ‘t aaien
    van moeders hand- en mondgebaar
           vriendtoevig tegenkraaien.

    De vogels zingen, de aarde zingt,
    de kruiden en de blommen...
    de zomer is, de grote zon,
    de koning is gekommen!

    Rijmsnoer (1896)

    schrijver

    27-04-2017 om 22:10 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.reis

    Een gedicht van Jacob van Lennep 1802-1868

    's Levens reis.

    Met voor-de-wind en gunstig tij,
    - Een wonder schoon begin - 
    Met volle zeilen streven wij
    De wijde wereld in. 
    O! mocht op 's levens oceaan,
    Zoo kalm als thans de waterbaan,
    Van storm en strijd 
    En ramp bevrijd, 
    Ons scheepje voorwaarts gaan. 

    't Zij Oost of West of Zuid of Noord
    Het lot ons henen voer', 
    Wij zeilen onbekommerd voort,
    Zit godsdienst aan het roer. 

    Met zulk een stuurman zijn wij klaar;
    En woel' of spook' het hier en daar,
    Wij volgen blij, 
    Van zorgen vrij, 
    En vrezen geen gevaar. 

    Loei ook de storm bij winterweer,
    Of steek' de zonnegloed, 
    Stroom' klett'rend soms de hagel neer
    En kook' de zilte vloed, 
    Het nieuw geschoren lam verdraagt
    De wind geduldig, die het plaagt:
    Met d' eigen moed 
    De tegenspoed 
    Verduurd en niet geklaagd. 

    Hoor ginds, hoe, in 't ontbladerd bos,
    De roodborst zit en fluit; 
    Toch viel zijn warme vederdos
    Door koude nachtvorst uit. 
    Zo houde ook ons, hoe guur het zij,
    Een goed geweten warm en blij,
    En blijve altijd, 
    Het lot ten spijt, 
    Ons de opgeruimdheid bij.

    Zeemansliedtjens(1852)

    schrijver

    26-04-2017 om 22:08 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.filosofie

    Een gedicht van O.C.F. Hoffham 1744-1799

    Praktikale filosofie

    Parmenides ontkende de beweging:
    Diogenes, om hem te wederleggen,
    Sprak niet één woord, maar rees van zijne zetel,
    En wandelde slechts voor hem heen en weder.
    Doch filosoof Diogenes, op zijn beurt,
    Verviel in dwaling tot het andere uiterst',
    En loochende de rust: wat groter dwaling!
    Zo hij nog leefde, mij de rust ontkende,
    Ook ik zou zwijgend zijn systeem weerleggen:
    Ik zou alleenlijk voor zijne ogen slapen.

    Proeve van slaapdichten (1784)

    Illustratie: Diogenes

    schrijver

    25-04-2017 om 11:56 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lentelied

    Een gedicht van J.P. Heije  1809-1876

    LENTELIED.

    De lucht is blauw, en groen het dal;
    Viooltjes bloeien overal
    En lelietjes van dalen;
    't Is alles geur
    En fleur en kleur,
    En glans en gloed en stralen.

    Wees blijde nu, gij treurend hart!
    Al heeft de Lente lang gemard,
    Ze is dubbel schoon verschenen:
    Geef God, de Heer,
    Nu dank en eer;
    Uw Winter óok vlood henen!

    schrijver

    23-04-2017 om 20:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bede

    Een gedicht van C.S. Adama van Scheltema 1877-1924

    Bede

    Lichte nacht, die lichter zijt
    Dan mijn donker droeve dagen,
    Sterrennacht, die groter zijt
    Dan mijn kleine hart kan dragen -
    Laat mij knielen in het duister,
    Waar geen sterveling mij ziet,
    En mij bidden tot uw luister:
    Doof het licht mijns harten niet!

    Zingende stemmen (1916)

    schrijver

    22-04-2017 om 23:21 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hart

    Een gedicht van Duco Vorster 1880-1953

    Het hart spreekt

    Laat mij door Uw stilten ommedolen,
    waar het schendend woord van hen niet is,
    dat ik – in een donker woud verscholen –
    bij de geur van Uwe bosviolen
    word omvat van Uw geheimenis.

    Laat mij, als wie uit zijn huis getreden,
    ginder in de nevelen verdween -
    - nimmer nimmer hoort men zijn gewende schreden –
    spoorloos in Uw stilten zijn vergleden,
    waar ik eeuwig ben met U alleen.

    Op uwen drempel (1926)

    schrijver

     

    21-04-2017 om 21:35 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mond

    Een gedicht van Jan van Brabant 1253-1294

     

    Ik zag nooit zo'n rode mond

    Lief, mij houdt de liefde voor u
    Zo vriendelijk gevangen,
    Dat ik met hart en ziel
    U onderworpen moet wezen.

    Ik zag nooit zo'n rode mond
    Noch zulke vriendelijke ogen
    Als zij heeft, die mij heimelijk
    In het hart heeft verwond.
    Toch leef ik nog verheugd en hoop
    Voor de smart te worden beloond.
    Al doet ze mij minnepijn lijden:
    Ze kan me spoedig genezen.

    Lief, mij houdt de liefde voor u
    Zo vriendelijk gevangen,
    Dat ik met hart en ziel
    U onderworpen moet wezen.

    Ik ben gelukkig als ik bij
    Mijn schone vrouwe kan zijn
    En haar zuiver gelaat en
    Haar gestalte kan schouwen.
    God vrijware haar van leed!
    Zij is zo fraai gevormd,
    Dat ik haar trouw van hart
    Tot elke dienst bereid moet zijn.

    Lief, mij houdt de liefde voor u
    Zo vriendelijk gevangen,
    Dat ik met hart en ziel
    U onderworpen moet wezen.

    schrijver

    20-04-2017 om 22:06 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mode

    Een gedicht van O.C.F Hoffham 1744-1799

    Aan de Mode

    Machtigste verleidster! wufte mode!
    Godheid, duivelin! of, toveres!
    't Mensdom stort met drift naar uw pagode,
    Boeit zijn oor aan uwe orakelles.
    Gij verwint elks hart, in spijt der reden,
    't Zij ge zulks door macht of list bestrijdt;
    En verdedigt alle uitsporigheden,
    Daar gij zelf 't uitsporigste wezen zijt

    Straks, na de eerste dracht der vijgenblâren,
    Wisselde, op uw wenk, der mensen tooi,
    Keer op keer, als ongestuime baren,
    En in stoffe en vorm, in snede en plooi.
    Sinds volgde eeuwige ebbe en vloed uw stander,
    Dien gij plantte tot in 't uiterst Rijk.
    Schoon zich dwaasheid duizend-werf verander',
    Echter blijft zij steeds zich zelf gelijk.

    Gij bestond tot slaven u te maken,
    Van de huif tot aan den hoepelrok;
    Van de grove pij tot aan 't scharlaken;
    Van de luijr tot aan de oude stok,
    Ja, gij voert ook zelfs nog na ons sterven,
    Over onze lijkbus uw bestier;
    En gewis begraven ons onze erven
    Eenmaal naar de nieuwste mode en zwier.

    Onze plechtighêen, vermaken, spelen,
    Worden naar uw willekeur bepaald,
    Hoge-scholen, kansels en tonelen,
    Walen, zo als uw kompasnaald waalt.
    Kunst en smaak, en denken en gevoelen,
    Wordt van u op zijne prijs gezet;
    En journalen, die uw roem bedoelen,
    Zijn voor 't kies publiek een stalen wet.

    Elk uitheems gebruik, de vreemdste zeden,
    Schenkt gij 't burgerrecht van Nederland!
    Galliër en Brit bespot met reden,
    Onze kinderlijke onverstand!
    Gij bestemt ons zingen, snuiven, vloeken,
    Onze houding, kleding en frisuur,
    Geeft ons honden, paarden, koetsen, boeken,
    Maar - helaas! - ook menig zotte kuur.

    Oefen vrij voortaan uw alvermogen,
    Fop vrij elk, die roem op dwaasheid draagt,
    Laat slechts mij, uw guichelspel onttogen,
    Gaan en handlen zoo als 't mij behaagt.
    Scheiden we onderling in vrede, o Mode!
    Hoor mijn opzet, dat ik plechtig staaf:
    Nimmer worde ik dwaas uw antipode,
    Maar nog min, en dwazer, ooit uw slaaf.

    schrijver

    19-04-2017 om 21:47 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.veugd en vrede

    Een gedicht van Jan van Nijlen 1884-1985 

    Vreugd en vrede.

    De vreugde is 't gevoel van de nakende morgen
    En tooit elke stond met haar innige lach,
    Evenals de vrede, na werken en zorgen
    De weemoed versiert van de kwijnende dag.

    Wie vreugde nooit eenzaam des morgens liet marren,
    Hem zijn alle wondren begrijplijk en klaar;
    De stilte der aarde, de schoonheid der starren
    Maakt vrede des nachts aan ons hart openbaar.

    O vreugde, kom 's morgens al dansend getreden,
    En wek mij met zangen, dat steeds aan mijn zij
    Uw lach moge klinken! Maar gij, zachte vrede,
    O ga, als het schemert, mijn huis niet voorbij!

    Onze eeuw, jrg. 17 (1917)

    schrijver

    18-04-2017 om 21:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de slaap

    Een gedicht van Jan Brester 1805-1862

    De slaap

    Wanneer de nacht
    Hem tegenlacht,
    Die pozing van de arbeid wacht
    En stilstand van de zorgen,
    Dan rust het lichaam, mat gesloofd,
    Dan rust het suf gezonnen hoofd,
    Hij slaapt tot aan de morgen.

    Maar die de tijd,
    Aan 't werk gewijd,
    Steeds doel- en nutteloos verslijt,
    En d' avond ziet genaken,
    Hij, wie verveling plaagt en pijnt,
    Hij beeft zodra de dag verdwijnt,
    En kan geen ruste smaken.

    Wanneer de nacht
    Het leed verzacht
    Van hem, die deugd en plicht betracht,
    Maar worstlen moet met rampen,
    Dan daalt op hem de slaap ter neer,
    En geeft hem nieuwe krachten weer,
    Om met het lot te kampen.

    De boze keer'
    Naar 't rustbed weer,
    Dat hem der wroegings spokenheer
    Des morgens deed ontvlieden;
    Al heeft hij aanzien, schat en macht,
    De slaap, waarnaar hij rustloos smacht,
    Wil hem geen laafnis bieden.

    Ja, troosteres
    En rampvoogdes!
    Gij geeft ene onontwijkbre les
    Aan luiaards en aan bozen;
    Stort ge ook uw giften kwistig uit,
    Zij worden nooit des tragen buit,
    Het deel van de godlozen. 
    Geen ledikant,
    In weidse trant
    Gebeeldhouwd door des kunstnaars hand,
    Of zijden praalgordijnen,
    Geen luchtig dons of zachte sprei,
    Geen kamerwacht in prachtlivrei
    Dwingt u er te verschijnen.

    Geen stromatras,
    Die d'armen pas
    't Vermoeide lijf ten leger was,
    Hebt gij dáárom ontweken;
    De krebbe, waar de deugd in rust,
    Door noeste vlijt in slaap gesust,
    Kan van uw goedheid spreken.

    Ja, Slaap! kunt gij
    (Schoon 't lot ook vrij
    Balsturig op de stervling zij)
    Des levens zuur verzoeten;
    o! Breng mij op uw wieken dan,
    Waar ik de ramp trotseren kan,
    Die wegduikt aan mijn voeten.

    'k Wil, noest en braaf,
    Uw diere gaaf,
    Wie in 't gareel der ondeugd draav',
    In al haar volheid smaken;
    Van schoner morgenstond bewust,
    Zij kalm eenmaal mijn jongste rust
    En zalig 't laatste ontwaken!

    schrijver

    15-04-2017 om 22:06 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een gedicht van Louis Davids 18883-1939

    Rassenhaat

    Bruin is mijn vel, maar blank is mijn ziel,
    Hoe sidder ik onder de klappen
    Die ons de blanke zo rijkelijk geeft,
    De heren die honen en trappen,
    Die onder 't mom van beschaving, cultuur,
    'n Volk van miljoenen verdrukken.
    Bruin is ons vel en dat geeft hun het recht
    Ons 't loon van ons werk te ontrukken.

    Dat is die bruine kleur
    Die ons levensgeluk verjaagt,
    Die de rassenhaat kweekt
    Tot die éénmaal zich wreekt,
    Die de mensen tot dieren verlaagt.

    Bruin is mijn vel, maar blank is mijn ziel,
    Veel blanker dan Hollandse heren
    Die zonder schaamte in 't zonnige land
    De inlandse vrouwen onteren.
    En wij, de zonen van 't schandesysteem,
    Worden bespot en vergeten.
    Of als een hond door het gouvernement
    Ruw in de kampong gesmeten.

    Dat is die bruine kleur
    Die ons levensgeluk verjaagt,
    Die de rassenhaat kweekt
    Tot die éénmaal zich wreekt,
    Die de mensen tot dieren verlaagt.

    Bruin is mijn vel, maar blank is mijn ziel,
    Bruinen en blanken zijn mensen
    Die hebben harten en zielen als gij,
    Mensen die aad'men en wensen.
    Christenen, reik ons de broederhand toe,
    Anders zult gij het beleven
    Het bruine jong eens de misdaden wreekt
    Aan hun moeders bedreven.

    Dat is die bruine kleur
    Die ons levensgeluk verjaagt,
    Die de rassenhaat kweekt
    Tot die éénmaal zich wreekt,
    Die de mensen tot dieren verlaagt.

    1924



    schrijver

    14-04-2017 om 19:29 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.voorrang

    Een gedicht van O.C.F Hoffham 1744-1799

    Voorrang des slaaps.

    De zuigling kent nog niet
    De wijn: de grijsaard kent
    Niet meer 't genot der min.
    De jongling proeft en kwijnt:
    De man slechts drinkt en mint.
    Maar allen kennen ze,
    Genieten ze de slaap.
    Ik sliep gewiegd, als kind;
    Ik sliep, als jongeling:
    Thans slaap ik als een man:
    En zal, zo 'k hoop, eenmaal
    Als grijsaard slapen. En,
    Welk blij vooruitgezicht!
    Ik zal een lange nacht
    Ten laatste slapen in 't
    Gemakkelijke graf.

    schrijver

    13-04-2017 om 22:05 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kraanvogels

    Een gedicht van A.C.W. Staring 1767-1840

    OP HET GEZICHT VAN TREKKENDE KRAANVOGELS

    (De trant van Cats gevolgd.)

    Laatst, als ik, op mijn eenzaam pad,
    Door Wijnmaands bleke lovers trad,
    Zo kwam van ver een vreemd gerucht;
    Zo kwam een lange Kranenvlucht,
    En hield naar 't wijkend avondlicht
    Het spitse van haar schaar gericht.

    Ontging ze 't volgend oog weldra,
    Zij liet me een diep gepeinzen na.
    Ik dacht: wat hier omlaag geschiedt,
    Des kreunt zich ginds de Vogel niet.
    Of bergen siddren op hun voet,
    Door 't worstlen van de sulfergloed;
    Of stromen steigren uit hun boord;
    De Vogel zweeft gelaten voort.

    Hem trekt zijn doel, naar 't eind der baan,
    Door 't vredig zwerk staag westwaart aan.
    Hoe lang zijn tocht ook duren mag,
    Hij roert de vleugels dag aan dag;
    Hij vult de lucht met blij geschal,
    Gedenkend waar hij rusten zal!

    Mijn ziel, raap wijsheid aan dit werk:
    Streef hoger dan dit aardse perk.
    Of, hier beneên, de wereld woel',
    Blijf gij gedachtig aan uw doel!
    Staar, vrolijk juichend, naar de Kust,
    Waar aller Zorgen woeling rust;
    Waar Smarte knaagt, noch Twistvuur brandt,
    Noch Zinbekoring strikken spant!
    Mijn Ziel - daar is uw Vaderland!

    1818.

    schrijver

    12-04-2017 om 22:10 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een gedicht van Anthonie Donker 1902-1965

    Het zieke meisje

    Zij sloot haar ogen voor de wrede zon en
    Ontvoer volkomen de aanwezigheid
    Der anderen. Zij heeft zich diep bezonnen,
    Zij was alleen geweest ten allen tijd.

    Achter haar warme oogleden begonnen
    De fluisteringen van de eeuwigheid.
    Waarom was zij niet eerder overwonnen
    En van haar liefde en haar smart bevrijd?

    - Toen zij haar ogen eind'lijk opende
    Waren er stemmen en zij zocht bevreesd
    De zachte streling van een teed're hand.

    Zij glimlachte, maar sprak niet van het land
    Waarin zij diep verloren was geweest,
    Want zij bevond zich weder hopende.

    Erts, jrg 2 (1927)

    schrijver

    11-04-2017 om 21:56 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.clematis

    Een gedicht van Geerten Gossaert  1884-1958

    Clematis.

    Clematis, 'k heb met eigen hand
    Voor menig jaar, u hier geplant, 
    Clematis, maar nooit heeft mijn jeugd
    Uw violette bloei verheugd, 
    Clematis, zeg, hoe is 't dan, dat
    Ik nu van morgen, op mijn pad, 
    Clematis, stil bleef staan,
    Daar, tussen blanke acerblâen, 
    Clematis, mij uw bloesempracht
    Verraste, op 't onverwacht? - 
    Zeg, had ál deze jaren lang,
    Eer dan vanmorgen vroeg, 
    Uw hart niet, als mijn hart tot zang,
    Tot bloeien Vréugd genoeg? 
    Clematis?

    Onze Eeuw, jrg 9 (1909)

    schrijver

    10-04-2017 om 21:29 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!