Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    09-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.opdracht

    Een gedicht van J.W.F Werumeus-Buning

    Opdracht

    Naar een motief van Christine de Pisan

    Ik heb om u mijn plicht verzaakt,
    Uit liefde heb ik kwaad gedaan,
    Het zoete vleien van uw mond
    Maakte dat alles bitter smaakt.

    Maar in het godsoordeel der smart
    Sprak ik geen woord van smaad om u;
    Toen kende ik, Eva, in dat vuur,
    Het onveranderlijke hart.

    Zo is eens Adam uitgeleid,
    Verwoest de tuin die hij bezat,
    Zo is ook Jobs gelovigheid
    Beproefd tot hij geen ding meer had.

    Niet wij, Gods wil is meer dan al,
    Genade loutert met geweld,
    Zo werd de kleinste ster gesteld
    In het oneindige heelal;

    Zijn onverbiddelijke dwang
    Nam u, en gaf aan mij de stem
    Der jongelingen in het vuur,
    En lenigt alles met gezang.

    Ik breek het brood thans iedere dag alleen
    Ik slaap alleen, alleen ga ik mijn wegen
    Ik praat alleen, die liever had gezwegen
    Ik noem uw naam, ik noem uw naam alleen.

    Ik bid tot God, maar God laat mij alleen,
    Ik ben alleen, ik ben alleen gebleven
    Ik eet alleen, aan 't einde van mijn leven
    Ik leef alleen, en straks sterf ik alleen.

    schrijver

    09-06-2017 om 21:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ambachten

    Een gedicht van Hermanus Asschenbergh 1726-1792

    De drie ambachten.

    Een zekere iemand kwam bij zekre Predikant,
    (Ik meen 't was in Zuid-Beveland.)
    Die hij zeer nedrig bad aan hem een gift te geven,
    Tot ondersteuning van zijn leven.

    Hoe! sprak de Predikant, verwonderd zijnde: gij
    Komt mij ordentlijk voor, en vraagt ge een gift van mij?
    Ja, zei hij, ja, mijnheer! 'k ben tot die stap gekomen,
    Opdat mij 't leven niet door honger word' benomen.

    Kent gij geen ambacht? vroeg hij weer,
    Ja; ik ken er drie, mijnheer:
    Het stratenmaken, 't knopenmaken,
    En 't brillenslijpen; dat zijn alle drie mijn zaken.

    Wel, vroeg hij, waarom bleef ge aan 't stratenmaken niet?
    Och! dat 's een werk, mijnheer, dat niets baart dan verdriet:
    Men heeft thans zo veel ommewegen,
    Dat aan de rechte weg geen sterfling ligt gelegen,

    Waarom die ook niet slijt. Wel, 't knopenmaken dan?
    Dat 's iets, waarbij geen mens de kost ooit winnen kan,
    Was 't antwoord: wie dit waant, vindt zich gewis bedrogen:
    Men hoort thans veel te veel van haken en van ogen.

    Nu, 't brillenslijpen?.... och mijnheer!
    Dat 's nog het ergst van all'; geloof mij, op mijne eer:
    Want op het goede wordt geheel geen acht geslagen;
    Dies is een bril onnut in dees bedroefde dagen;
    En 't kwaad, dat dag aan dag geschiedt,
    Is 't, dat men door geen bril, maar door de vingers, ziet.

    Vaderlandsche letteroefeningen, jrg.1794

    08-06-2017 om 23:08 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God

    Een gedicht van Felix Timmermans 1886-1947

    God rolt de zonnen door zijn handen…

    God rolt de zonnen door zijn handen
    zoals de boer het zaad.
    De ruimte kent geen randen
    en eindloos staat
    de sterrentuin te branden.

    Als dauwdrop aan der aarde bloeme’
    weerspiegel ik het al.
    Ik hoor de sferen zoemen
    Gans 't sterrendal
    probeert Uw naam te noemen.

    't Geheim blijft tot de nacht behoren,
    waarin ik ben ontstaan,
    tot, opgeslorpt, in schijn verloren
    in 't licht vergaan
    in U ik word herboren!

    schrijver

    07-06-2017 om 21:26 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stadje

    Een gedicht van Larens van der Waals 1885-1968

     

    Beschenen stadje.

    Het stadje op het verre veld 
    beneden ons, in mist verscholen,
    heft zijne toren, half verholen,
    in 't licht dat met de mist versmelt
    en door de gouden schemer snelt 
    het vlottend schaduwig geweld 
    der vlugge wieken van de molen. 

    De hemel, wolkeloos, omvat 
    de prille tere zuiverheden
    van licht en lucht te saamgegleden.
    - De stille paarlemoeren stad, 
    die dof de dauw beslagen had, 
    verglanst zacht in het diepe bad 
    van zondoorwaasde vochtigheden. 

    De vreugde, die het hart ontwelt, 
    zoekt samenzang van zachte koren,
    vangt klanken door de wind verloren
    die zij tot zangen samensmelt.
    - Of glazen klok, gebarsten, belt 
    verbeven over 't vochtig veld 
    de broze slagen uit de toren.

    Onze Eeuw, jrg 19 (1919)

    06-06-2017 om 22:07 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verschiet

    Een gedicht van Augusta Peaux 1859-1944

    VERSCHIET

    Grijze torens     
    staan als horens    
    van de neergevleide stad,   
    en ik peize    
    welke wijze   
    ritselt in het popelblad.

    ‘k Wou wel gâren   
    op mijn snaren  
    wat daar doemt uit nevelrag,   
    en te noene  
    boven ’t groen    
    zingzoemt in de zomerdag.

    Gedichten (1918)

    schrijver

    04-06-2017 om 00:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.moed

    Een gedicht van Seerp Anema 1865-1961

    Moed

    O, laat mij gaan, waar gindse duinen rusten,
    waar koele westenwind nauw ademhaalt
    en matte herfstzon zilvertintig straalt
    en vrede murmelt aan de kalme kusten!

    Hoe laaft mijn lijf, o eeuwig onbewuste,
    zich aan de wind, die van uw kruinen daalt,
    en vallend lover lispelt en herhaalt,
    dat eenmaal rusten mag, die nooit mocht rusten.

    Want achter al mijn kwijnen en mijn klagen
    trilt in mijn hart nu hoog, dan somber diep,
    maar steeds, - een toon van nimmermeer versagen!

    Omdat mijn Heiland bij mijn naam mij riep
    en heeft gezegd, dat ook voor mij zal dagen
    het leven, dat Hij in zijn sterven schiep!

    schrijver

    03-06-2017 om 00:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.merellied

    Een gedicht van Gaston Burssens 1896-1965

    Merellied

    Reeds is de zon in purperbrons gezonken
    en sleept na zich een laan van gloed,
    die 't landschap verwt in kleurenpracht en 't haantje
    van de toren fonklen doet....
    Daarna, in 't nakend, fluistrend avondslomen,
    gewiegd door 't ruisen van het riet,
    weerklinkt uit malse, volle merelborste,
    het malse, volle merellied:
    het gallemt in de plecht'ge avondstand;
    met lieflijk stijgend geborrel,
    en 't schalt en 't schalt en 't zijpelt door de lucht,
    met rollend, orgelend gescharrel;
    en 't wijfje galmt hem tegen, guitig-lief,
    als helder tokkelende bronne.
    En samen gorgelen z'een lied, een lied
    van kalme, stille levenszonne....

    schrijver

    02-06-2017 om 22:19 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.overwerk

    Een gedicht van Pim Scheltema 1921-1947

    Overwerk

    In het bleke ochtendgloren
    Stapelt Dora nachtclubstoelen,
    Want dat doet ze van tevoren
    Omdat ze de vloer moet spoelen.

    Zo maar schrobben is zo zonde;
    Even doet ze snel de ronde
    Om vooral de driekwart peuken
    Voor het knechie in de keuken
    En de bandjes van sigaren
    Voor haar nichie te bewaren;

    En vergetene corsasies
    Zet ze thuis in kleine vasies
    En de glazen met de ressies
    Giet ze uit in doktersflessies,
    Want vanavond is het feest:
    Vijfentwintig jaar is Dora
    Werkster op die club geweest.

    's Avonds zit ze stil te dromen
    Of de directeur zal komen
    Met een dichte enveloppe,
    Maar geen mens komt bij haar kloppen.
    Somber zet ze alle flesjes
    Met de restjes op een rijtje,
    Zit te wachten nog een tijdje,
    Maar zo tegen half elf
    Proeft ze alle drankjes zelf
    En na nog een drie kwartier
    Heeft ze stilletjes plezier.
    Sloeg het daar niet half negen?
    Nee, ze kan er niet goed tegen,
    Restjes zijn merakel sterk:
    Zwaaiend gaat ze naar haar werk.

    Toen ze binnenkwam, toen spoog ze
    Eerst een paar keer in haar handen,
    Schoof de mensen van de stoelen,
    Maakte stapels aan de wanden.
    Daarna ging ze op haar ronde:
    Nam de peuken uit de monden,
    Brak de brandende sigaren
    Om de bandjes te bewaren,
    Trok de dure orchideeën
    Uit de halsdecolleteeën;
    Schuimende champagneflessen
    Sjouwde zij bijeen als resten.
    Dora zong haar morgendeunen
    Samen met de lady-kreuner.
    Ze kroop stotend tegen benen
    Om de dansvloer af te nemen
    En ze plaste met de emmer
    Op de divans en de paren
    En ze stak de ruwe bezem
    In gepermanente haren;
    Met een pekinees begon ze
    Toen de tafels af te sponzen;
    Alle poten moest ze boenen,
    Ook al stonden ze in schoenen.

    Eindelijk na veel proberen,
    Wisten obers en wat heren
    Dora in een hoek te trekken,
    Waar ze met een zucht in slaap viel
    Met een dweil om toe te dekken.
    Dora moest wel drie keer vragen
    Waarom Dora werd ontslagen:
    Dora zelf had niets gemerkt,
    Maar haar plicht gedaan: gewerkt.

    schrijver

    01-06-2017 om 22:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    31-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.annabel

    Een gedicht van Jan Engelman 1900-1972

    Annabel

    Mijn kleine, kleine Annabel
    zij zong zo zuiver en zo schel
    als fluiten op een glansrivier,
    zij was geluk en leefde hier

    mijn kleine, kleine Annabel
    ik wist uw prille leden wel,
    de trilling van die bloemenmond
    wanneer een hand uw haren vond

    mijn kleine, kleine Annabel
    de geest is lang, maar wij gaan snel:
    op 't koude laken ligt uw lijf
    en ik vind nergens meer verblijf

    mijn kleine, kleine Annabel
    als ik in hemel of in hel
    moet varen met mijn lichte lied,
    verloochen, maar vergeet mij niet

    Tuin van Eros (1933)

    schrijver

     

    31-05-2017 om 22:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.weeshuis

    Een gedicht van Joost van den Vondel 1587-1679

    Op ons Weeshuis

    Hier treurt het Weeskind met geduld,
    Dat arm, is zonder zijne schuld,
    En in zijn armoe moet vergaan,
    Indien gij 't weigert bij te staan.
    Zo gij gezegend zijt van God,
    Vertroost ons uit uw overschot.

    De werken van Vondel (3) 1627-1640

    schrijver

    28-05-2017 om 21:41 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het licht

    Een gedicht van Jan Prins 1876-1948

    HET LICHT.

    Wij zaten aan het kalme plein,
    voor 't open venster van ons klein
    vertrek, de avond te beschouwen.
    Wij zagen hoe de hemel, bleek
    en ver, over de gevels week
    van de ons omringende gebouwen.

    De gave stammen, vast en rond,
    van olmen stegen uit de grond
    en hoog, om de verspreide kronen,
    zagen wij voorjaarsvogels al
    de uitgebreide schemerhal
    met hunne omzwervingen bewonen.

    Wij konden nog het klaar geluid
    horen voorbij ons gaan, dat uit
    de verte kinderstemmen maken.
    Een late zang bereikte ons, die
    verliep. Toen zei-je aandachtig: „zie
    „o zie het licht over de daken ..."

    Wij liepen in de luide stad,
    waar onze liefde zoveel had
    gevonden en zoveel geleden.

    Getijden (1917)

    schrijver

    27-05-2017 om 21:32 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vlas

    Een gedicht van René de Clercq 1877-1932

    Het vlas staat in de blom.

    Het vlas staat in de blom,
    Al groen en blauwig; 
    En 't windje vliegt er om
    Zo vleiend lauwig. 

    De herels rechten flinks
    Hun tere topkens, 
    En keren, rechts en links,
    Hun kleene kopkens. 

    Hoe zot en preuts ze zijn,
    Elk met zijn vaantje 
    Van hemelblauw satijn
    Op 't groene staantje! 

    Hier beet een bruine bie;
    En ginder, ginder, 
    Vlug weg en weder, zie!
    Een witte vlinder! 

    En voort, tot waar dat blauw
    En groen in 't koren, 
    Vol lokkend grijs en grauw,
    Verloopt, verloren; 

    Zo ver als om-en-dom
    Het oog kan dragen, 
    Het vlas staat in de blom
    Te wiegewagen.

    Gedichten (1910)

    schrijver

    26-05-2017 om 21:59 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hart

    Een gedicht van Guid Gezelle 1830-1899

    Brand los, mijn hert

    Brand los, mijn hert, van al dat uw
    gevlerkte vlucht ombindt;
    brand los van kot en ketens, nu
    de wenende oge ontblind;
    brand los, mijn hert, 't is nu, 't is nu
    dat de hemelvaart begint!

    Kleengedichtjes (1860)

    schrijver

    25-05-2017 om 22:49 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sint Jan

    Een gedicht van Albertine Steenhoff-Smulders  1871-1930

    Sint Jan

    Nu is de nacht alleen een waas van dauw
    Dat strelend op de warme weiden daalt
    En vóór ’t opaal vervloeit in donkerblauw
    Teerrood alrêe de morgenschemer straalt,
    Het zijn de lichte nachten van Sint Jan.
    Zwaar wolkt een geur van rozen door het woud,
    Daar is geen vogel, die nu slapen kan,
    Geen bloem, die niet haar kelke openvouwt.

    Stil-stralend ligt de Plas in zilverlicht;
    Heel zacht bewogen door de morgenwind
    Wuift suizend riet; in ’t wijde vergezicht
    Sluimren de dorpen in matgrijze tint.
    ’t Is hoogfeest van het blije zomertij,
    Reeds juicht de merel als de vreugde ervan,
    De zomerdroomen ruisen ons voorbij …
    Het zijn de lichte nachten van Sint Jan.

    schrijver

    24-05-2017 om 21:51 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mensheid

    Een gedicht van P.L. van de Kasteele 1748-1810

    De voortreffelijkheid der mensheid.

    De Vleizucht moog een lofzang zingen,
    Als Heerszucht mensenbloed vergiet,
    Om volken door haar wenk te dwingen;
    Zij schat, onsterflijk mens! zij kent uw grootheid niet.

    Geen troon verheft, geen stulp vernedert;
    Het goud versmelt, en de eer is schijn;
    Maar 't hart, door eedler smaak vertederd,
    Zingt vrolijk; ‘'t Is voor mij genoeg, een mens te zijn.’

    Voortreflijkst Schepsel! Heer der Aarde!
    Uws Makers liefde! Uws Makers beeld!
    Gevoel, als Gods geslacht, uw waarde,
    En toon, dat in uw geest de Geest der Godheid speelt!

    Zo pronkte ge eens, gelijk een ceder;
    Dan ach! nu ligt ge in 't stof geveld:
    Gij stortte van uw hoogte neder,
    Daar ge, al wat u omringt, hier tot verwoesting stelt.

    En nog wil God de mensheid eren:
    Gods Zoon werd mens, en stierf op aard',
    Leer mensdom, leer uw zelf waarderen;
    Zo veel is uw behoud zelfs aan de Godheid waard.

    Al moog deze Aarde een handvol schijnen
    Bij 't groot Heelal, een stip bij God;
    Al ziet ge u op dit stip verdwijnen;
    De mensheid van Gods Zoon plaatst mensen naast bij God.

    Hij heeft uw schuld op zich genomen,
    En is tot ons met 's Vaders Geest,
    Tot God met ons rantsoen gekomen:
    Hij is een mens bij God, en God bij ons geweest.

    Hij heeft de mensheid hoogst verheven,
    God zag in Hem, schoon 's Mensen Zoon,
    De heiligheid der Godheid leven;
    En wij, wij zien in Hem de mensheid op Gods troon.

    Daar mag Zij 's Wereld lot bestieren,
    Ten nutte van de Broederschaar:
    Wij zullen ook eens zegevieren;
    De kroon is in de hand van onze Middelaar.

    Wat is het groot, een mens te wezen!
    Schoon de Englenrang ons hoger schijn;
    Wij, in 't verheerlijkt vlees verrezen,
    Wij zullen, meer dan zij, gelijk aan Jesus zijn.

    Hij, die met ons als broedren handelt,
    Liet ons zijn Woord en Geest te pand,
    Welaan! zijn voetspoor nagewandeld!
    Daar Jesu's mensheid is, daar is ons Vaderland.

    ô Mens! hoe Godlijk zijn uw schatten!
    Het stof is voor 't gewormt bereid;
    Niets eindigs kan uw heil omvatten.
    Gods rijkdom is uw schat, uw leven de Eeuwigheid.

    Vaderlandsche letteroefeningen, jrg 1792

    schrijver

    22-05-2017 om 21:32 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.rozeneiland

    Een gedicht van J.A. van der Mouw 1863-1919

    't Rozeneiland

    't Rozeneiland Cyprus betrad een zeeman;
    tempelwaarts eerbiedig zijn schreên hij richtte,
    tot hij kwam, waar spieglen in groene golven
    marmeren zuilen:

    'Priesters, op! brand 't geurigst, het kostelijkst wierook,
    stijg' zijn damp naar 't dak van deez' heil'ge tempel,
    pleng op 't altaar purperen wijn en helder
           rijzen uw hymnen:

    Diensters, op! pluk rozen en kronklend eiloof,
    geur'ge bloemkrans vlecht op het heilig altaar
    haar ter eer, die erfde de op 't ruim der wat'ren
           dartlende glimlach.'

    Hem, die Mij eert, schenk Ik Mijn gunst der liefde
    vaste trouw; u, maagd, in het nev'lig noorden
    zend dit pand Ik, heil'ge van 't zonnig Cyprus,
           Ik, Afrodite.

    schrijver

    21-05-2017 om 21:42 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesprek

    Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939

    GESPREK

    Er was geen nood, er was geen zonde,
    Die ik niet aan u zeggen konde.
    En alle zorg en alle wee
    Verzonk in uwer liefde zee.

    Gij had geen woorden en gebaren,
    Het licht, dat fonkelde in uw haren,
    De glans die in uw ogen lag,
    Uw klaarheid wàs: de nieuwe dag,

    De milde zon, de frisse winden,
    't Onwrikbaar aan elkaar verbinden
    Van morgenkalmte en avondvreê,
    Van stervens- en geboortesteê.

    God laat de sferen soms verschuiven,
    Even zijn de heemlen openwuiven,
    Opdat wij weder vreugde en moed
    Veroveren voor ziel en bloed.

    En zo zijt gij ... maar waarom beven
    Uw wimpers en uw lippen even?
    'Omdat ik voor die vrede en pracht,
    Als gij, op Gods genade wacht.'

    Uit: De Kringloop (1912 - 1935) (12-04-1934) .

    schrijver

    20-05-2017 om 21:58 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.avond

    Een gedicht van Alfrad Hegenscheidt 1866-1964

    Avond aan Zee

    De gladde golven glippen naar de rede
    Met klaterend even, weer gesmoord gekoos,
    De hemel schemert over zee, en mede
    Is vrede wijd en zijd en tijdeloos.

    En uit de haven komen zij gegleden
    De boten met hun zeilen roereloos,
    Een kantige schaduw tegen donkerheden,
    In 't spiegelende nat een schaduw broos.

    De nacht is peilloos; waar de verte zwicht,
    Verschijnt, verdwijnt het wezenloze licht
    Van ene baken in de zee verloren.

    De boten, onbeweeglijk, gaan te lore.
    Ginds in de nachtelijke wederschijn,
    Schaduw en schaduwbeeld verschemerd zijn.

    Van Nu en Straks, jrg 4 (1900)

    schrijver

    18-05-2017 om 21:24 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.reizen

    Een gedicht van Hein Boeken 1861-1933

    REIZEN

    Ligt aan de tint des gronds verscheiden verve,
    Hangt aan het licht der zon verscheiden aard
    Der mensen? Dán, o laat mij, laat mij zwerven,
    O laat mij dolen, dolen Oost-, West-waart.

    Hoe zoude ik in dit eenzaam kluisken derven.
    Kennis dier allen, die in weelde-gaard'
    Of woestenij van stad of zand-zee erven
    Des levens vonk, uw gave, o Moeder Aard',

    Uw gave, o Vader Zon. 0 laat mij drinken
    De blik van ogen, zwart, bruin, hemels-blauw,
    O laat mij diep in kelk van stem wegzinken,
    Daar pure ziel als bie puurt honig-dauw...

    Ach, oov'ral beedlaar zijn, slechts gaven gaeren?
    Geen stem doen helder zijn, geen smart-blik klaren?

    15 maart 1919

    schrijver

    17-05-2017 om 21:54 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vonkelt

    Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899

    Vonkelt er een straal der zonne

    Vonkelt er een straal der zonne,
    lachend in het hart der bronne,
    borr’lend zingt ze in heilige wonne:
    liefde, liefde zoet! 

    Kom, terwijl die zielestralen
    van het liefke in mij dalen,
    zal ik moedig haar herhalen:
    liefde, liefde zoet! 

    Hebt ge, kind, de straal der minne,
    ‘k voel in mijne ziel en zinnen,
    d’eeuwige bronne voor u rinnen:
    liefde, liefde zoet!

    Uit de liefde in het leven (1870)

    schrijver

    16-05-2017 om 21:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!