Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    29-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.voor

    Een gedicht van Frans Bastiaanse 1868-1947

    VOOR U ALLEEN

    't Is zoet te schrijven, als het licht
          Des zomers op mijn handen daalt
          En 't rijm zijn blijde plicht verricht
          En wat mijn hart voelt U verhaalt.

          Mijn handen beven van genot;
          Zij dragen de gewijde schat,
          Die 'k diep in mijne ziele tot
          Nu toe voor elk verborgen had.

          Zij zetten bevend woorden neer
          Tot de avond-late zon verbleekt,
          En woorden glanzen rein en teer
          Als paarlemoer, waar 't licht in breekt.

          En toch, hoe mooi die woorden zijn,
          Die vingen 't licht aan alle kant,
          Zij hebben slechts een zwakke schijn
    Van 't licht dat in mijn binnenst brandt,

          Omdat er altijd in het woord
          Iets is, dat is van iedereen,
          En ik wou geven iets dat hoort
          Aan U, voor wie ik leef, alleen.

          Maar toch is 't zoet, wanneer het licht
          Des zomers op mijn handen daalt
          En 't rijm zijn blijde plicht verricht
          En wat het kan vertaalt.

    29-05-2018 om 19:05 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.heimelijk

    Een gedicht van P.C. Boutens 1870-1943

    Heimelijk verlangen

    Die man lijkt mij godengelijk te wezen,
    Die van tegenover gezeten toehoort
    Hoe gij vlak nabij in uw zoete stemval
    Over en weer praat

    En verlangenstekelend lacht, wat noodschiks
    In mijn borst het hart mij in angsten opjaagt;
    Immers amper zie ik U aan - geen woord meer
    Laat zich verklanken,

    Maar mijn tong blijft star en gebroken; aanstonds
    Onderloopt een sijpelend vuur mijn leden,
    Niet meer kan ik zien uit mijn ogen, gonzend
    Suizen mijn oren;

    't Vocht breekt me alzijds uit, en van top tot tenen
    Vangt mij beving, valer dan gras verbleek ik;
    Nog een ogenblik, en in alverbijstring
    Voel ik mij sterven.

    28-05-2018 om 22:22 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.starting

    Een gedicht van Jan Campert 1902-1943

    Starting all over again

    Niet om de dromen, die ook ik vergeefs heb moeten dromen
    en om de woorden niet door mij daaraan verdaan,
    noch om de herfst, die over deze landen is gekomen
    met slaande regens, nevel, werveling van blaên,
    maar om het overnieuw en allengsaan meeslepend stromen
    des bloeds, waartegen hier geen weerstand kan bestaan,
    ben ik bevreesd om nog eenmaal te worden opgenomen
    in deze staat, die harten in evenmaat laat slaan.

    Maar 't bonzen van het bloed kent hier geen mededogen
    en ook haar handen niet, vervuld van tederheid,
    noch hare mond, begeerlijk, warm, bereid,
    en onweerstaanbaar als de helle brand der ogen,
    die stervelingen noopt tot duurzaam onvermogen
    èn hen schatplichtig maakt in alle eeuwigheid.

     

    26-05-2018 om 21:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lente

    Een gedicht van Nicolaas Beets 1814-1903

    Lente

    Had ik uw adem, Nachtegalen!
    Uw zilvertoon,
    Langs alle heuvlen, alle dalen,
    Zou ik uw smeltend lied herhalen,
    Zo vol, zo schoon!

    Ik prees die God in mijn gezangen,
    Die veld en woud
    Weer 't groene kleed heeft omgehangen
    Na zoveel maanden van verlangen
    Zo blijde aanschouwd.

    Ik zou die grote Schepper loven,
    Die, ongezien,
    Zijn troon gevestigd heeft daar boven,
    En wie de bloempjes onzer hoven
    Hunne offers biên.

    Mijn zangtoon zou des morgens stijgen,
    En 's avonds laat.
    Met u, zoude ik des nachts niet zwijgen,
    Daar 't maantje, glurend door de twijgen
    Ons gadeslaat,

    En ’t oog dat nimmer wordt gesloten
    Dat alles ziet,
    De kleine zanger en de grote,
    Wier lofgezangen samenvloten,
    In gunst bespiedt.

    Mijn lied zou vrome zielen treffen,
    Daar ’t woorden gaf
    Aan wat zij kennen en beseffen,
    En logge geesten opwaart heffen
    Uit stof en draf.

    Ik ware een priester in die tempel,
    Die thans alom
    Van liefde en almacht toont de stempel —
    Nu zink ik zwijgende op de drempel
    Van ’t heiligdom.

    Dichtwerken III (1876)

    25-05-2018 om 22:41 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    24-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wit

    Een gedicht van J.A. dèr Mouw 1863-1919

    Wit hing en stil...

    Wit hing en stil de dauw over de weiden. –
    Onwereldlijk, onwezenlijk, een schim,
    Stond, hoog, in ’t west wit licht boven de kim. –
    Niets werk’lijks was er meer, niets dan wij beiden.

    En op die heuvel, op die bank van ons,
    Boven de dauw, zaten we als op een eiland;
    En ’t wit doorschijnend licht, het witte weiland
    Leek stilte; en de stilte was als dons.

    Boven de wereld zaten we; en we schrokken,
    Als om ons in besliste vaart een tor
    Een kromme draad trok van donker gesnor,
    Wegbuigend in dempende nevelvlokken.

    Jouw haar, rood in de schem’ring, aaide ik glad:
    Mijn ziel was in mijn lippen en mijn handen,
    En deed mijn handen en mijn lippen branden
    Op jou, die ik het diepst heb liefgehad.

    24-05-2018 om 21:28 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.laat me

    Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929

    Laat me, vijver, waar ge ontwaakt

    Laat me, vijver, waar ge ontwaakt,
    - daar, ten dagerade aan 't rozen,
    naar uw nacht de morgen naakt, -
    laat mijn aanzicht, week en naakt,
    eigen bleekheid tegen blozen.

    o, 't En is een scheemlen maar;
    maar, in 't stijgend morgen-scheemlen,
    zie 'k ten vijver, minder klaar
    maar te dieper naar ik staar,
    schoonre hemel dan ten heemle...

    - Nog van nachtlijk aarzlen bleek,
    maar gerézen uit de nachten;
    blozend naar 'k me schóner bleek,
    - vóor de glore om zelf-betrachten:
    laat me staren thans, gedachte,
    waar ten vijver, naakt en week,
    diepre schoonheids-weelden wachten...

    II De gloeiende asch (Boschvoorde 1907 - 1908)

    23-05-2018 om 22:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.huis

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

    Het verlaten huis

    Als in een huis in de onderwereld, waar
    De stille vader en het stomme kind
    Elkander aanzien - zó zit ik gebukt
    Over mijn boeken in dit donk're huis.
    En tegenover me aan de tafel zit
    Dat stomme kind der sombere gedachte,
    Mijn stille weemoed met het bleek gelaat,
    Mijn stomme weemoed met het donker oog,
    Die niemand ziet dan ik, - maar áls ik opzie,
    Dan voel ik dat zij mij heeft aangezien,
    Maar 't niet wil weten om die grote smart; -
    En als verschrikt buig ik dan weer het hoofd
    Achter mijn boeken en ik durf niet spreken
    Tot haar, schoon ik gedenk aan vroeg're vreugd.
    En als gevoelloos, werk ik al de dag
    En zie niet op noch om, omdat ik vrees
    De grote smart, die 'k zien zal in dat oog.
    Want zij was éens zo schoon, mijn jonge weemoed,
    Toen alle bloemen blij ons tegenbloeiden
    En vogels spotten met ons jeugdig leed.
    Maar weggedoken zit de laatste vogel
    Thans in de takken en door de enge spleet
    Der halfgesloten blinden valt het licht
    Op ons, die treuren in 't verlaten huis. –

    Persephone en andere gedichten (1885)

    schrijver

    22-05-2018 om 21:35 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.op

    Een gedicht van Petrus Kasteleijn 1746-1794

    OP TWEE PAAR JONGGETROUWDEN

    Wie zal mij verklaren,
    Wie van dees twee paren
    't Meest is in de nood?
    't Rijke heeft geen liefde,
    't Arme paar geen brood.

    Oorspronkelijke digtwerken (1873)

    21-05-2018 om 21:40 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.meizang

    Een gedicht van Jan van Droogenbroeck 1835-1902

    Meizang

    Daar komt de blijde lente weer,
    Met jong en jeugdig kruid!
    Geen ruwe vorst, geen koude meer
    De nachtegaal reeds fluit.
    De zonne schijnt, het beekje vliet,
    De bloemen komen uit,
    Het windje wiegelt in het riet
    Met aangenaam geluid.

    Een aangenaam en zoet geluid
    Door gans de velde zwiert;
    De leeuwrik spreidt zijn vlerkjes uit
    En stijgt en tiereliert;
    Het bieken zingt in 't rond en bromt
    Dat het de lente viert;
    De zwaluw, die van elders komt,
    Hier weder ommezwiert.

    Nu weer de zwaluw ommezwiert
    Waar onze wonen zijn.
    Nu weer de schepping hoogtijd viert
    In helle zonneschijn.
    Hoe blauwe verft de hemel schoon,
    Zo blauw als blauw satijn!
    Hoe rood de morgenzon haar woon,
    Zo rood als karmozijn.

    Bij dageraad, als karmozijn,
    Druppelt de dauwe neer.
    Daar plooit de grijze mistgordijn;
    Ontwaakt is 't vooglenheer.
    En als daarna het klokje luidt,
    Dan kniel ik biddend neer,
    En 'k juich: daar is met bloemenkruid
    De blijde lente weer.

    Makamen en Ghazelen (1866) onder het pseudoniem Jan Ferguut

     

     

    20-05-2018 om 00:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    19-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrij

    Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876

    SPAARBANK: VRIJ WIJN.

    Waar men Gode een tempel wrocht,
    Sticht, (het is een vond der helle!)
    Sticht de duivel een kapelle,
    Of hij zieltjes vangen mocht:
    Hier een Spaarbank... daar, Vrij Wijn!
    Mannen! zeg: waar moet ge zijn?

    Dáar is 't alles pret vandaag,
    Hier is 't vreugd van daag en morgen; —
    Hier heeft vrouw noch kind zorgen,
    Dáar krijgt vrouw en kinderen slaag!
    Hier een Spaarbank... dáar, Vrij Wijn!
    Vrouwtjes! waar zou 't beste zijn?

    Zeven centen borrelgeld,
    Als gij 't dagelijks wilt sparen,
    Maakt, in vijf en twintig jaren,
    Duizend Gulden: wel geteld!
    Hier een Spaarbank... daar, vrij Wijn!
    Mensen! zeg: waar moet ge zijn?

    Al de volksdichten (1865)

    schrijver

    19-05-2018 om 17:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ontmoeting

    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    Ontmoeting

    Onder lichtend vonkgedierte
    Komen algen tot bezinking.
    Diep is 't stil; langs lange slierten
    Wier trekt walm op van ontbinding.

    Plots doortrekken van de polen
    Alle kringen huiveringen;
    Reeds gezonken drenkelingen
    Drijven uit hun onderholen

    Los en zij bewilligen
    In een doodse farandole,
    Tot het schip moet stilliggen
    Op hun saamgedrongen scholen.

    Daar schokt mij herinnrings schrik!
    Gij, gehate, kunt hier dolen:
    Voor een maand verging uw brik.
    'n Kleine golf grijnslacht verholen

    Waar uw gelaat verrees.
    't Schip kreunt. Ik ril van afschuw.

    De spaak waarmee ik afduw
    Boort in 't vermolmde vlees,
    En 't schip zinkt aan een schaduw
    Naar verrotting onderzees.

    Eldorado (1928)

    schrijver

    18-05-2018 om 22:26 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.schilderen

    Een gedicht van Jacob Winkler Prins 1849-1907

    SCHILDEREN AAN HET STRAND

    Zwart en wit, de tuben uitgeknepen,
    Mengt de schilder op het bruin palet;
    Voor de jeugd wat ongewone pret,
    Nu ze toekijkt, de ogen half genepen!

    Ach, dat schilderen heeft men ras begrepen ....
    Hier een veegje en ginds een pik, een spet,
    Hoedjes, die hij vlug op hoofdjes zet,
    Boven boezelaars: witte kronkelstrepen.

    Toch, de pink heeft, meent men, groene boorden,
    Hij maakt grijze; dan in strik en lis
    Hangen kabeltouwen: — hier zijn 't koorden.

    Ook de kleur der starren vindt men mis...
    Maar het blijven woorden, woorden, woorden
    Voor de schilder, die een vreemdeling is!

    Gedichten (1910)

    schrijver

      

    17-05-2018 om 21:15 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het geld

    Een gedicht van Bernard van Meurs 1835-1915

    Het geld is louter slijk

    De leerspreuk zegt: het geld is louter slijk;
    Maar de praktijk: 't brengt zoden aan de dijk.
    De leerspreuk zegt: de wijze alleen is rijk;
    De rijke alleen is wijs, zegt de praktijk.
    Wie heeft gelijk?

    Pepermuntjes (1888)

    schrijver

    16-05-2018 om 21:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de haan

    Een gedicht van Jan van Droogenbroeck  1835-1902

    DE HAAN

    Ziet gij hem op den mesthoop staan
    De fiere haan? 
    Zijn staart, - hij schittert als een vlam;
    En rood als bloed, - zo is zijn kam.
    De lange sporen 
    Zijn scherper dan een doren;
    Zijne ogen branden in de kop,
    Hij zet een krop, 
    Als wou hij zeggen: "Pas hier op,
    Of: klop!"

    Dit zijn zonnestralen (1873)

    schrijver

    15-05-2018 om 22:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.huis

    Een gedicht van Laurens van der Waals 1885-1968

    Het oude huis

    Nu zou ik willen slapen in een stille,
    Heel donkre kamer diep en dromeloos...
    Hoe kan ik slapen, als de maan zo schijnt,
    En heel mijn kamer vult met toverglans?
    Hoe kan ik slapen in dit felle licht,
    Terwijl mijn ziel, ook met de ogen dicht,
    Het maanlicht voelt, dat buiten staat en wacht?
    Hoe kan ik slapen in zo klaar een nacht,
    Terwijl mijn ziel verlangt naar duisternis?

    Wie heeft dit oude huis zo vreemd gebouwd,
    Dat boven alle woonvertrekken zijn,
    De slaapvertrekken in het onderhuis?
    Laag zijn de vensters en de ramen slaan
    Wijd open in de maanbeglansde nacht.
    Waarom is niets gedaan tot veiligheid
    Van wie dit huis bewonen?  Waarom zijn
    De vensters niet, als 't kelderraam, getralied?

    De dwaze bouwer! Zo hij hier gestaan had
    In zulk een nacht als deze, bij het raam,
    Van waar men, 's nachts niet slapend, onbemerkt
    Het slapend watertje bereiken kan,
    Hij had het hoofd verborgen in de handen,
    Hij had gebeden, vuriglijk gebeden,
    Dat nooit een moede, nooit een slapeloze,
    Die wonderbare vreugde aanschouwen mocht.

    Nieuwe Verzen

     

    14-05-2018 om 21:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.liedje

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

     

    EEN LIEDJE VOOR HANSJE

    Hij is in 't midden van de mei
    Geboren en een dichter zei:
    Dit is een kind dat zingen zal,
    Dat de mensen 't horen óveral;
    0, wat een zeldzaam mei-geval:
    Hij is in 't midden van de mei
    Geboren.

    Hij mag een lelijk mosje zijn
    Wie horen wil naar liedjes fijn,
    Die zoekt de mooiste vogel niet:
    Van de lelijkste vogel is 't mooiste lied;
    De mensen horen maar zien hem niet:
    Hij is in 't midden van de mei
    Geboren.

    De mei, dat is het zingenstij;
    Mei-kindertjes zijn ik en jij;
    En nu zing ik het eerste lied,
    Maar zeker zing ik het mooiste niet:
    Van Hansje komt bet mooiste lied.
    Hij ook is midden in de mei
    Geboren.

    Verzamelde gedichten (1901)

    schrijver

    13-05-2018 om 17:07 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ultra mare

    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    Ultra Mare

    Hier is de wereld niets dan waaiend schuim,
    De laatste rotsen zijn bedolven
    Na de verwekking uit de golven,
    Die breken, stuivend in het ruim.

    Het laatste schip wordt weerloos voortgesmeten,
    Het zwerk is ingezonken en asgrauw.
    Zal ik nu eindelijk, vergaan, vergeten,
    Verlost zijn van verlangen en berouw?

    Een eerlijk zeemansgraf (1936)

    schrijver

    12-05-2018 om 21:53 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wachten

    Een gedicht van Helen Swarth 1859-1941

    WACHTEN

    Héél die morgen stond ik blij te dromen,
    Bij de gele roozlaar, op 't balkon.
    Koele woudgeur woei van verre bomen,
    't Gouden zandveld stuivelde in de zon.

    'k Dronk mij zalig aan de zoele aromen.
    't Blauw omvloeide me als een weeldebron.
    Heden, stralend, zou de liefste komen!
    't Ware leven sprookjesmooi begon.

    Turend meisje met je azuren ogen,
    't Blonde haar doorwoeld van zomerwind,
    'k Zoek je alom — Waar ben je heengetogen?

    'k Dool, vervreemd, door 't stratenlabyrint.
    Wáár bleef 't huis — heeft de aarde 't ingezogen? —
    't Huis van jeugd, waar 'k was dat dromenkind?

    Morgenrood (1929)

    schrijver

    11-05-2018 om 22:47 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    10-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wereld

    Een gedicht van Gentil Antheunis 1840-1907

     

    Wat is de Wereld

    Er liep een dierken op mijn hand,
    Zo kleen, zo bitter kleen!
    Hoe was het daar wel aangeland?
    Waar wilde en mocht het heen!
    't Liep onder, boven, hier en daar,
    En 't stropte dikwijls aan een haar,
    En 't weerde en 't woelde zich half dood;
    Dan riep het eindlijk in zijn nood:
    ‘Och God! och God! wat is de wereld,
    Wat is de wereld toch groot, toch groot!’

    Uit het hart! (1874)

    schrijver

    10-05-2018 om 21:46 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.loverhout

    Een gedicht van A.C.W. Staring 1767-1840

    DE ISRAËLITISCHE LOVERHOUT.

    Wie smalend tot Uw Hutje kwam -
    Niet ik, gij Kind van Abraham!
    Ik schenk, uit een oprecht gemoed,
    De drempel mijne vredegroet!

    Gij viert uw Feest en zit getroost,
    Te midden van uw talrijk kroost,
    In schaduw van uw lovertent,
    Als Mozes u heeft ingeprent.
    Judea's wijnstok groent hier niet;
    Olijf noch vijg teelt ons gebied;
    Gij gaardet hier, in rauwer lucht,
    Min weeldrig blad, min zoete vrucht;
    En toch, gij zit, uw lot getroost,
    Te midden van uw talrijk kroost;
    Uw Feesthut staat bij ons geplant,
    Als eens in 't Palestijnse Land.

    Drieduizend malen kwam de zon
    Terug, waar zij uw jaar begon,
    En nog bouwt gij uw lovertent,
    Als Mozes u heeft ingeprent.

    Jeruzalem ligt diep verneêrd;
    Des Tempels grondslag omgekeerd;
    Verduisterd blijft die gloriedag,
    Toen Isel beider grootheid zag;
    Maar eeuwig jong herrijst uw t e n t,
    Bij aller volken tal gekend;
    Zo vaak de schaal, aan 's hemels boog,
    Der dagen maat weer effen woog.

    W i  j - tasten rond, in 't ongewiss';
    Op o n z e  wieg ligt duisternis;
    De stond, dat ons Gods wil hier bracht,
    Bleef ongevierd; werd niet gedacht!

    Maar U heugt, dertig eeuwen door,
    Dat u Jehova uitverkoor;
    Dat, als 't geweld u vluchten deed,
    Een reddend spoor het diep doorsneed;
    Dat, zonder huisdak, levenslang,
    Uw schaar zwierf, op haar kronkelgang;
    Waar Vuur- en Rookzuil voor haar toog,
    En 't Man haar spijsde van omhoog.
    G i j viert het, tot op deze tijd,
    Dat zo Gods arm u heeft bevrijd.

    Dies breng ik, met oprecht gemoed,
    Uw Hutje mijne vredegroet.
    Wie smalend tot de drempel kwam;
    Niet ik, gij Kind van Abraham!

    schrijver

    09-05-2018 om 21:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!