Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    14-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.prinses

    Een gedicht van Jacqueline van der Waals 1868-1922

     

    Prinses van hoge geboorte

    Stond ik voor de poorten,
    Verlangende binnen te gaan;
    Ik droeg een kroon op de haren,
    Ik had een slepend, zware
    Purperen mantel aan.

    Ik wist niet, tot wie mij te wenden,
    Ik was een onbekende
    In het vreemde land;
    Ik smeekte: 'Laat mij binnen!
    Laat mij als dienstmaagd binnen!'
    En klopte met bevende hand.

    'Ik kom met lege handen,
    Ik breng geen offeranden
    Van myrrhe of wierook of goud.
    Ik ben een vermoeide, belaste,
    Dus heb ik op de vaste
    Beloften uws Konings vertrouwd.'

    'Leg af dan uw purperen kleren,
    Hier geldt geen macht, geen ere,
    Geen rijkdom, geen aardse schijn.
    De mensen, die hier wonen,
    Dragen geen gouden kronen,
    Geen purper, geen hermelijn.'

    'Graag wil ik mijn schatten geven,
    Sprak ik en glimlachte even
    En bloosde, toen ik het zei;
    Ik had porphyrogenneta
    Die koningskleding vergeten,
    Ze scheen mij een deel van mij.

    Sinds loop ik arm, verlaten,
    Klein meisje door de straten.
    Wie vraagt, of ik kom, of ik ga?
    Ik ben hier van allen de minste,
    Ik leef niet van eigen verdienste,
    Ik leef van mijns Konings gena.

    Maar deze gena maakt mij rijker
    Dan kronen of koninkrijken,
    Ze maakt mij, onreine, rein,
    Mij, geringe, van hoger geboorte,
    Dan buiten deze poorten
    Vorsten en koningen zijn.


    ------------------------------------------------
    porphyrogenneta - in het purper gekleed

    14-08-2018 om 22:05 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verandering

    Een gedicht van Elisabeth Maria Post 1755-1812

    Treurige verandering

    O! wat is mijn ziel veranderd
    Door der liefde treurigheid!
    Voortijds was ik altijd vrolijk,
    Als Natuur mij open lag;
    Blijde met een dansend mugje,
    En een wemelende worm;
    Gaf een magre bloem der heide,
    Gaf een blaadje mij vermaak;
    In het rijk van plant en dieren
    Was de bron van mijn genot;
    ‘k Dronk daaruit met volle teugen
    ’t Reinste vergenoegen in.
    In het rijk van plant en dieren
    Vloeit voor mij die bron niet meer:
    Al ’t vermogen om te delen
    In der schepselen geluk,
    Is in mij uitgestorven;
    ‘k Voel geen zachte banden meer.
    Hoe het geure en gloeije, plat;
    Vogels, alles zingt rondom mij,
    Ik alleen zing niet en kwijn.
    Weggezonken in gedachten
    Pluk ik dikwijls blaadjes kort;
    Onbedachtzaam slaat mijn stokje,
    Plantjes van hun wortels af;
    ‘k Zie daarna, met spijt, de brokken
    Der vernielde schoonheid aan;
    ‘k Schaam mij even, ‘k zucht en zink weer
    In mijn diepe stille smart.
    Liefde! gij die ’t hart vertedert,
    Maakt gij ’t tevens koel en nors?
    Liefde! - ja zijt ge ongelukkig,
    Dan is uwe kwelling wreed.

    ------------------------------
    gloeije: schitteren
    plat: ronduit gezegd

    Gezangen der liefde (1794)

    13-08-2018 om 22:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de wagen

    Een gedicht van Jan Prins 1876-1948

    De wagen

    Kom, de sluier omgeslagen
    en het al omhullend kleed:
    buiten is de wonderwagen
    met zijn driftig hart gereed,
    om ons ruimten in te dragen,
    wijder dan waar ‘t oog van weet,

    Kom, ons beelden te vergaren,
    later weer in droom begroeten
    morgenweelde te bewaren
    in het sneller-jachtend bloed,
    en het leven in te varen
    en de bergen tegemoet.

    Kom, ons beelden te vergaren,
    later weer in droom begroet,
    morgenweelde te bewaren
    in het sneller-jachtend bloed,
    en het leven in te varen
    en de bergen tegemoet.

    Kom, de toppen te zien blinken -
    en de huizen, ver en klein,
    en het dal te zien verzinken
    in de wijde zonneschijn, -
    en de zaligheid te drinken
    van alleen en vrij te zijn.

    Sneller aldoor gaan de bomen,
    gaaan de woningen voorbij.
    Tot de overweg gekomen
    wijken en verdwijnen zij,
    en de verte ligt voor dromen
    open, en voor liefde vrij.

    Kom, de kameren gaan open
    van de wachtende natuur:
    alles staat van licht bedropen
    in dit zondoorzonken uur,
    en de paden zijn doorslopen
    overal van trillend vuur.

    Langzaam, van de voet gestegen,
    windt de wagen zich omhoog.
    Hellingen terzij bewegen
    voor het ruimtedronken oog.
    Donker staan de wouden tegen
    de verheven hemelboog.

    Donker, in hun kring gesloten,
    staan zij op en houden wacht
    houden veilig zij de grote
    koelte in zich van de nacht,
    staan zij in de lucht gestoten,
    met hun duisternis bevracht.

    Waren wij de vlakte onvloden
    om de toppen, hard en naakt,
    in de zware donkerrode
    avondgloed te zien geblaakt?
    Ach, - ons voeren schaduwpaden
    op in het geluk alleen.

    Kom, de glooiingen geleiden
    in die eindelijke rust,
    waar de stilte voor ons beiden
    stilster wordt van leed en lust -
    en het diep genot te drinken,
    van de wereld vrij te zijn.

    12-08-2018 om 21:58 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stil

    Een gedicht van Herman de Gorter 1864-1924

    Zo stil moet het zijn

    Zo stil moet het zijn
    om de dichter,
    dat, als in de schijn,
    het duizendvoudig gelichter
    der fantasie die in de stilte bloeit,
    - het schoon en rein
    beeld van de wereld richt er
    zich op - hij het hoort in het fijn
    ruisen der stilte. Verdichter
    heet hij, omdat hij bijeenbrengt en boeit
    het gezicht dat hij hoort in zijn oren
    en het leven van de woorden.

    10-08-2018 om 20:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.weg

    Een gedicht van Agusta Peaux 1859-1944

     

    Verlaten weg

    De eenzaamheid op zonbeschenen wegen
    is erger dan die in de schemer sluipt,
    kom haar niet op de volle middag tegen
    als zij met huiverkilte uw hart bekruipt.

    Zij is en is er niet, zij is doorschenen
    gelijk een spooksel van het levend licht,
    maar alle leven is uit haar verdwenen
    en dood staart uit haar wezenloos gezicht.

    Toch houdt zij u in sterke greep gevangen
    en trekt een tovercirkel om u heen
    en bant u buiten menselijk verlangen
    en laat u met verstorvenheid alléén.

    Nieuwe gedichten (1918)

    09-08-2018 om 22:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vriend

    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    ANTWOORDE AAN EEN VRIEND

    Nooit en streelde er mijne wangen
    traan zo dierbaar en zo lief
    als die ik heb opgevangen
    in de plooien van uw brief,
    zoenend hem zo menigwerven
    eer dat ik nog tenden was,
    vrezende eerder hem te derven
    hoe ik snel- en snelder las.
    Ja, een kind dat blijve uw herte,
    schoon al ‘t ander manlijk zij,
    ende, vriend in vreugd en smerte,
    heb ik u, zo hebt ge mij.
    Hebbe God ons boven allen,
    hebbe Jesus ons getween!
    Laat al ‘t andre, moet het vallen,
    ‘t valle! Jesus blijve alleen!

    07-08-2018 om 19:22 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nevelen

    Een gedicht van Piet Paaltjens  1835-1894

    Niet als met nevelen...

    Niet als met nevelen
    De morgenzonne,
    Schoon baan zich brekend,
    Nog felle kamp voert,
    Ook niet, als blindend
    Van hoge hemel
    Des middags glansen
    Op de aarde stralen;
    Maar, als aan d'avond
    De moegestredene,
    Niet strijdendsmoede,
    Ter gulden kim daalt,
    Dan viert de schepping
    Haar schoonste zege,
    En bloemengeuren
    En vogelkoren
    En dankbre blikken
    Uit mensenogen,
    't Brengt alles hulde
    De overwinnaar.

    Dus gij ook, edel,
    Gij, gouden Bruidspaar,
    Aan 't eind van vijftig,
    Niet altoos lichte,
    Niet immer blijde,
    En toch hoe rijke,
    Aan liefde rijke,
    Door heilge trouwe
    Gewijde jaren!

    Uw krachten slonken,
    Uw schedel buigt zich,
    Maar 't allerbeste
    Hebt gij behouden:
    De moed tot leven,
    Moed ook tot sterven,
    De macht daarbinnen,
    Die grijzen jong maakt.
    En uit uw handdruk
    En van uw lippen
    Spreekt de eigen teerheid,
    Hetzelfde hart nog,
    Dat uwe kindren
    Gelukkig maakte,
    En velen met hen,
    Fier op uw vriendschap.

    Gezegende ouden,
    Gezegende ouders!
    U zegenen ze allen,
    Wier zegen gij waart,
    En zijt, en zijn zult.
    Met gouden letters
    Schreeft ge in hun zielen
    Uws naams gedachtnis.
    En waar thans jubelend
    Hun dank u kroont,
    Daar is 't Uw leven,
    Uw schone leven,
    Dat aan zijn avond
    Met de allerschoonste
    Der mensenkronen
    Zichzelf beloont.

     

    28-07-2018 om 19:20 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jeugd

    Een gedicht van Hendrik Muller 1855-1927

    Jeugd

    Een handvol verwelkende bloemen,
    Geplukt met een bevende hand,
    En gesnoerd met een rozenband -
    Is dat wel een ruiker te noemen?

    Een handvol bedrieglijke vreugd,
    Met een ijdel hart genoten,
    In de kring der uren besloten -
    Is dat wel een zalige jeugd?

    Gedichten (1878)

    26-07-2018 om 22:35 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.terugkeer

    Een gedicht van Jacob Israël de Haan  1882-1924

    Terugkeer.

    Weet Gij nog, moeder, hoe ik jong
    Schatten-verlangend u verliet?
    Wereld en weelde lokten, mij bedwong
    Uw smeken niet.

    Ik ging en wierf mij menig schat
    Van goed metaal en gave steen,
    Rijker dan ik in wereldstad
    Was er niet een.

    Maar schat verwervende verloor
    Ik morgenvrede en avondrust
    En wist dat niet. Leefde fel door
    Op schat belust.

    Zó leed ik pijn, doofde pijn fel
    Met wijn en wierook. Nimmer vond
    Ik van het leed de gulle wel:
    Mijn hartewond.

    Dan: ene avond, dat de lucht
    Zoetmild was met een matte schijn
    En mist van maan, de stad ontvlucht
    Zag ik mijn pijn

    Het was mijn hart open, het bloedde,
    Want niemand heeft mijn hart getroost.
    Toen voelde ik rijke, schattenmoede,
    Leed eindeloost.

    Lang bleef ik stil... die milde lucht
    Verfijnd van geur... het maanlicht diep,
    Hoorde ik een stem en zachte zucht?
    Uw stem, die riep?

    En ik bezon mij, moeder, en ik liet
    Mijn schatten liggen, voor wie weelde wil.
    Wereld en weelde wil ik niet
    Maar vrede stil.

    Die schatten zocht en schatten vond
    In 't rustloos werven buiten huis,
    Keert bedel-arm en hartgewond
    Moeder, weer thuis.

    En vraagt, dat in het oud gezin,
    Hem weder worde een plaats bereid.
    Ik wil uw vrede en stille min
    Thans en altijd.

    Liederen

    24-07-2018 om 22:10 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vergeet-mij-niet

    Een gedicht van Johan Michiel Dautzenberg 1808-1869

    De vergeet-mij-niet

    Wie kent het beekje van de weiden,
    Waar bloemen wenken teer en bont?
    Mijn liefje en ik, we plukten beiden
    Der bloemen puik in d’avondstond.

    Doch geen der bloempjes in de weiden,
    Hoe rijk van kleur, hoe zoet van geur,
    Hoe lieflijk wenkend zij ons vleiden,
    Kreeg boven de andere onze keur.

    Maar dicht bij ‘t beekje van de weiden,
    Belommerd door het wanklend riet,
    Daar loech om dra ons te verleiden
    De helderblauw vergeet-mij-niet.

    En naar het beekje van de weiden
    Boog zich mijns liefjes engelhoofd;
    Daar zal de plant geen straal meer spreiden,
    Zij werd van hare kroon beroofd.

    Liefje in de weelge weiden
    Stak ‘t blauwe takje aan mijn hart,
    Zij dacht aan ‘t uur van gaan en scheiden
    En al haar lust verging in smart.

    En waar het beekje door de weiden
    Bij els en wilgen henenvliet,
    Omhelsden wij elkaar en schreiden
    Vergeet mij niet! Vergeet mij niet!

    Gedichten (1850)

    23-07-2018 om 21:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vakantie

    Een gedicht van G.W. Lovendaal 1847-1939

      

    Vakantie

    Vakantie dat 's een pretje, he?
    Mamaatje zegt: o jongens, nee!
    En achter 't dagblad duikt papa
    En doet zo leuk en zegt: wel ja!

    Mijn grote zus die kijkt mij aan
    Of 'k heel wat lelijks heb gedaan,
    En Mie de meid doet ook al dom
    En bromt: mijn hoofd loopt nou al om.

    Dat zal wel komen daarvandaan
    Dat zij niet meer naar school toe gaan,
    Want Meester, zag ik aan zijn blik,
    Die had al net zo'n pret als ik.

    22-07-2018 om 17:05 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ballade

    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    Ballade

    Villon, Rimbaud, Verlaine, Du Plessys,
    Verstooten, rein van roem, alleen behorend
    In 't heilloos gilde der Poètes Maudits,
    Sinds uitgeroeid, verstrooid, welhaast verloren -
    Vergeef dat een, door rampspoed achterhaald,
    Om hulp roept, radeloos uw naam doet horen,
    Terwijl zijn leven zinkt, zijn zingen faalt,
    Tot troost uw groter lijden heeft bezworen.

    Villon, clerc, vagebond, in stage vete
    Met 't burgerdom, benard door zijn gebod,
    Met boeven, lichtekooien saamgerot,
    Alleen op 't punt van rijmen vol geweten,
    Hij stierf van dorst bij klaatrende fonteinen,
    Vond voor liefde ontucht, voor paleis een krot.
    Zijn leven kende uitdagende refreinen:
    Hij keerde de aard de rug toe van 't schavot.

    Verlaine sleepte voort zijn lijdensketen
    Van zonde aan straf geschakeld zonder slot,
    Heeft den hem toegewezen tijd gesleten
    In beurtgezang van lust en zucht naar God.
    In de gevangenis, bij 't stomp verkwijnen
    In 't dranklokaal, of op een kil terras,
    Voelde hij als wroeging vol verwondring schrijnen
    Waarom voor hem geen plaats op aarde was.

    Rimbaud, op allen, ook zichzelf gebeten
    Als op de aartsvijand, strijdend tegen 't lot
    Van de met spot gekroonden, smaad gesmeten,
    Tussen de mensen wild verdwaalde God,
    Liep storm door steppen, steden en woestijnen,
    Gevloekt, geschuwd door 't rechtgeaarde ras,
    Leerde in verlatenheid en helse pijnen
    Dat er voor hem geen plaats op aarde was.

    Du Plessys, door zijn oud verbond vergeten,
    Verzwegen, onderdrukt door 't plomp complot
    Van intriganten, door de hunkring tot
    Luidruchtge en lucratieve roem bezeten,
    Ontbeerde stoïsch en verteerde in 't reine
    Heimwee naar 't onbereikbare Hellas.
    Hij wist op hoge ritmen weg te deinen
    Vanwaar geen plaats voor hem op aarde was.

    Weet, gij die in hun geest nog moet verschijnen,
    Voor ramp te zijn geboren. Neem dit lot
    Niet op u! Breek de lier! Weet te verdwijnen.
    Maak uw bestaan dat nergens hoort, weer vlot,
    Stroomafwaarts drijvend met de goede Lethe.
    Geen lied meer. Geef gehoor aan haar refrein.
    Over uw leven spoelt de vloed. Vergeten
    Zult ge eer dan echo's van nachtregens zijn.

    20-07-2018 om 22:53 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het verdriet

    Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939

    Het verdriet

    Ik heb gewerkt, ik heb geleden,
    Ik heb geworsteld met 't  verdriet,
    Ik heb gebogen als het riet,
    en soms heb ik 't met laffe vlucht gemeden.

    Nu stelt 't  zich ondoordringbaar voor mijn staren
    Als van de nacht het nevelig begin.
    Maar als een lichtende lantaren
    Hef ik U op en volg U 't  duister in.

    19-07-2018 om 16:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.roodborstje

    Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876

    Roodborstje

    Roodborstje, roodborstje, geestige dief!
    Heb je wel ooit te pronken gezeten?
    't Kooitje van koper en 't bakje vol eten:
    Aardige springer! wat heb ik je lief!
    Toch kweelt uw keeltje geen lustige zangen,
    Vogeltje! zeg me, wat is er gebeurd,
    Dat ge de veertjes zo slapjes laat hangen,
    Roodborstje! zeg me waarom dat ge treurt?

    - Knaapje lief, knaapje lief! was er mijn kooi,
    Was er mijn eten ook lekker en keurig,
    Buiten in 't bos is het eens nog zo fleurig:
    Vrij te zijn, lieverd! is beter dan mooi!
    Och! laat mij los, laat in vrijheid mij springen,
    Ginds op die boom, waar geen tralie mij stoort;
    Vriendje! dan zal ik een lied voor u zingen
    Zoals ge nimmer of nooit hebt gehoord! -

    Kinderliederen (1870)

    18-07-2018 om 22:37 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dieven

    Een gedicht van Constantijn Huygens 1596-1687

     Zag dieven uit mijn huis...

    'k Zag dieven uit mijn huis met zak en pakken gaan.
    Ik volgde ze wat ras en sprak ze zoetjes aan.
    'k Zei, mannen, met verlof, wilt gij mij wel eens tonen,
    dewijl ge mij verhuist, waar ik omtrent ga wonen?

    17-07-2018 om 21:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.boerendochter

    Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939

     

    DE BOERENDOCHTER

    Zie, hoe zij met haar rokken zwaait,
    De brede handen staan naar grijpen.
    Reeds voor zij duidelijk gaat rijpen,
    Weet zij waarom de wereld draait.

    En daarom is zij zo onhandig
    Met haar gebaren; en haar woord,
    Ofschoon haar frisse mond bekoort,
    Maakt knapen roekeloos losbandig.

    Maar voor haar blik wordt ieder stil.
    Plotseling is ze, uit steen gehouwen,
    Een veldgodin met groot gezag.

    Ze weet best wie ze hebben wil,
    Maar neemt, als alle boerenvrouwen,
    De jongen die ze hebben mag.

    Kaleidoscoop (1927/1931-1936)

    15-07-2018 om 12:25 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alarmisten

    Een gedicht van P.A. de Génestet 1829-1861

    Alarmisten

    Och bevende alarmisten,
    Och pruiken, podagristen,
      Och ouwe–wijven–kliek,
    Och nare leuterkousen,
    Och bankroetiers en smousen,
      Je malen maakt me ziek.

    Je duffe konversatie
    Is ééne lamentatie,
      En nergens zie je licht;
    Je snatert en je stottert,
    Je steunt en stikt en snottert....
    ’t Is wat een vies gezicht!

    Gedaalde metallieken,
    Failliete republieken,
      D’ effektenhoek vol vrees;
    De kooplui in perikel,
    Heel de aard op een karikel,
      De wereld op de sjees!

    Het mensdom op zijn endje,
    Veel kinderen en – geen centje
      Verdiensten op ’t kantoor:
    De hele boel in ’t honderd,
    En half Euroop geplonderd –
    Dat ’s alles wat ik hoor!

    Wie naar je praat wil luisteren,
    Die ziet de zon verduisteren,
      Die weet niet, wat hij ziet,
    En zou zijn mooiste zaken
    Terstond aan kant gaan maken,
      Of stuurt ze recht – in ’t riet!

    Die zou zich dood gaan kniezen,
    En al zijn geld verliezen
      Uit zuinigheid alleen;
    Die laat zijn kroost verhongeren,
    En foetert op de jongeren,
      Die spotten op hem heen!

    Die ziet, owaai! de Fransen
    Al in zijn keuken dansen,
      De meid tot déjeuné;
    Die ’s nergens op zijn aise,
    Die hoort een Marseillaise
      In ’t lied van Isabé!

    Die ziet in al zijn zonen
    Al tijger–aardjes wonen
      En kleine Louis Blanc’s:
    Die ’s bang voor Balinezen,
    Die durft geen krant meer lezen,
      Maar kijkt er rillend langs!

    Met al die bange wezels,
    Die kwezels en die ezels,
      Wie drommel, weet er raad?
    Al trekken zich die Joppen
    De haren uit hun koppen,
      Ik weet niet of het baat!

    Maar handen uit de mouwen,
    Couragie en vertrouwen
      En wat gezond verstand!
    De mens leeft om te hopen....
    En ’t zal zo’n vaart niet lopen:
    ’t Leit immers op zijn kant?

    Ook ik beken het garen:
    Wat onze tijden baren
      Is ver van amuzant,
    ’t Is vreeslijk en ’t is ijselijk,
    ’t Is schriklijk en afgrijselijk....
      En ik heb ook het land!

    Maar ’t ergst van alle plagen,
    Zijn toch in onze dagen
      Die kennissen van Job!
    Het zijn je die meneeren,
    Die steeds jeremiëeren,
    Die altijd lamenteren,
    Die ’t weinigs goeds negeeren
    En eeuwig redeneren
      Als kippen zonder kop!

    1884

    ----------------------------------------------------

    - alarmist: iemand die opschudding, onrust teweegbrengt
    - podagrist: iemand die lijdt aan podagra (gewrichtsaandoening van voet- en teengewrichten)
    - bankroetier: iemand die bankroet gaat m.n. wanneer daarbij bedrog gepleegd wordt
    - smousen: bedriegers, sjacheraars
    - metalliek: Oostenrijkse effecten waarvan de rente in muntgoud werd uitbetaald
    - karikel: licht tweewielig rijtuig
    - Louis Blanc: Frans politieker ten tijde van de Franse revolutie
    - joppe: goed gekleed

     

    11-07-2018 om 21:41 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vodderij

    Een gedicht van Constantijn Huygens 1596-1687

    Is mij een vodderij

    Is mij een vodderij gevallen uit de pen
    (weet, lezer, dat ik al mijn vodden daarvoor ken):
    ik sluit ze van mij af en laat ze liggen rotten.
    Lang, lang na haar geboorte onthaal ik ze de motten
    en val er met de keur van een vers oog op aan.
    Bevalt mij 't kind dan nog als 't eertijds heeft gedaan
    dan houd ik 't voor zo schoon als ik er een kan baren,
    en breng het in de wereld. Er hoort een tijd van jaren
    om de eerste blinde min die de geboorte gaf
    haar ogen te openen met alle vliezen af.
    Wij moeten elk onszelf als vreemdelingen lezen:
    dan kan elk, en niet eer, zijn eigen rechter wezen.

    10-07-2018 om 21:59 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    09-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ik

    Een gedicht van Pol de Mont 1857-1931

    Ik ben van u zo verre

    Ik ben van u zo verre,
    Ik waar bij u zo graag,
    En zeide u alle de liefde
    Die ‘k in de ziele draag!

    Ik fluisterde u in de oren
    Zo geren een enkel woord!
    -ik zong het reeds duizend keren!
    nog hebt gij het  nooit gehoord!

    Ik zong het aan de rozen
    Wel honderd, honderd maal –
    Licht heeft het afgeluisterd
    De wilde nachtegaal.

    Ik zei het aan de oostwind
    Die ’t aan de wolken bracht –
    Ik zei het aan de sterre
    In stille, diepe nacht.

    O vogels, winden, bloemen,
    Zegt heur dat woord toch niet –
    Wie weet of zij niet spotte,
    Niet lachtte om mijn verdriet?…

    09-07-2018 om 19:42 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.moritura

    Een gedicht van Jacqueline van der Waals 1868-1922

    Moritura te salutat

    Dit zijn Uwe wegen,
    Ook de  mijne?  'k weet het niet, mijn God,
    Al mijn wensen en begeerten zwegen.
    Toen Gij tot mij spraakt, ik sprak niet tegen,
    Ik aanvaardde Uw gebod.

    Of mijn hart dit wilde?
    'k Heb niet naar het schreien van mijn hart gevraagd.
    Toen Uw glimlach mijne ziel doortrilde
    En mijn glimlach gloren deed, verstilde
    't Al in mij, dat schreit of klaagt.

    Dit zijn Uw gedachten,
    Ave, Heer, U groet die sterven gaat.
    Dat het ja van hare stille nachten
    En het amen harer dagen door geen klachte
    Worde ontheiligd en geschaad.

    -------------------------------------------------------
    Moritura te salutat - Zij die gaat sterven groet U

    08-07-2018 om 19:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!