In het stergedoofde Zuiden, In het vroeg ondiepe licht Bleekt een grote wassen maan, Als een droom niet meer te duiden, Een verduisterd zielsgezicht Door de dagen met ons gaan.
Naar het Oosten reikt mijn reizen, Waar de diepe horizon Achter donkre heuvlen brandt: Van hun toppen zie ik rijzen Straks de stille gouden zon Over 't onbegrensde land.
Weinig lange weken straalden Zon en maan voor oog en voet Vreemde paden schoon en licht - Nimmer week wat rees of daalde, Aan de kimmen van 't gemoed Weerglans van uw aangezicht.
Eer een tweede zon zal stijgen, Nacht de komst der maan vermoedt, De eerste ster door 't donker bloedt, Zien mijn ogen weer ziels eigen Vaste zon, uw oog doorgloed Van het licht dat ebt noch vloedt!
Eerst een luchthart maakt de wijn, dan een ekster, dan een zwijn; maar verheert hij eens ’t gemoed, ieder drup kost mensenbloed. Weg die beker! Weg van mij! Liever dood dan razernij.
De meester zegt: "Geef aan de schaal De bocht van 't brood; waartoe een fraai bokaal, Als toch de drinknap in haar holle hand Lessing genoeg voor elke dorst omspant?
Vergun tot enig sieraad uwe kruik De gulle welving van een gladde buik. Zwaar is het leven, ernstig; bloed en zweet Proeft ge aan haar gaven als ge drinkt en eet;
Zorgt gij dat, in een soobre vorm geprangd, Het simpelst vat die bittre vrucht ontvangt." Maar, zo ik voor mijn venster zit en werk, En, in de lijst van 't raam mij veld en zwerk
Verrukken door hun machtig schilderij, - De madelieven flikkren in de wei, Zwaluwen slieren arabesken snel Van wolk naar wolk, uiteen vouwt de kapel
't Mystiek wonder van zijn tekenschrift, Met diamant, op saffier gegrift, - Dan beeft mijn vinger, wijl de draaischijf snort, Het blinkend nat over de leemklomp stort,
En onbewust druk ik de weke klei Tot kelken, lijk de bloemen in de wei, En rank en pooprend zwelt omhoog de tuit, Of daar een vogel opwaarts wiekt en fluit;
In 't zwierig lijnspel dat ik mijmrend trek Fladdren de vlinders met hun stom gesprek, Terwijl ik eindlijk op mijn fijn penceel De blauwe schemer van de hemel steel;
En eerst als gaaf het kunstwerk voor mij staat, Ach, denk ik aan de meester en zijn raad.
Op het plaatje staat een groot weekend...ze bedoelen dan zeker een heel fijn of gezellig weekend....in ieder geval moetje het toch zelf doen of maken...Dan doen we dat zover het in ons vermogen ligt...
De blaadjes waaiden Langs alle wegen, De blaadjes draaiden In kringen rond - Ik liep te drentelen En kwam ze tegen, Ik zag ze wentelen Over de grond.
Het was oktober, Wanneer de blaren, Rood als rood koper, Of geel van kleur, In dichte scharen Neer komen strijken - Ik liep te kijken En snoof de geur.
Kent gij het land, waar hoog de ceder wies? een adem Gods door ’t moerbeiboomdal blies? van ’t eêlste bloed de bruine druifrots zwol? de olijftak glom, van malse koornen vol? Kent gij dat land? daarheen, daarheen, o leidsman mijner vaadren! voer mijn schreên!
Kent gij de stad? Haar hoog en heerlijk huis maalde, eeuwen door, bij palm- en lofgeruis, met offerbloed, in ’t heiligdom gebracht, de Redder af, door eigen volk geslacht. Verstrooide schaar, daarheen, daarheen! de Rijkstad ligt niet voor altoos vertreên.
Kent gij het volk? Zijn doden leven weer, Zijn stammen gaan weer opwaart, God ter eer. Zijn oog aanschouwt wiens hart zijn misdrijf brak. Vergeving stroomt uit d’ ader, die ’t doorstak. Daarheen, o aard, de blik! daarheen Uw heil vangt aan bij ’t einde zijner weên!
Wilt gij bemind en eerlijk leven? Dan wil ik u een regel geven. Vier dingen dient gij wel te weten: Geleden onrecht snel vergeten Ontvangen weldaad lang gedenken Geen mens door achterklap krenken En hebt gij lust uw leed te wreken Zo gaat en betert uw gebreken Want een die betert zijnen staat Doet leed degene die hem haat.
Een wens voor mensen die van de herfst houden...soms wordt een mens wel eens verkouden...maar met dit mooie herfstweer zou je geloven dat de verkoudheden zijn gevloden...
Het is nu avond en het is al flink aan het schemeren, dus tijd voor wat geplukte vruchten te verorberen...na een werkzame dag...vitaminen zijn goed voor lijf en leden...fijne avond verder...
De maand september is al bijna voor de helft voorbij. Nog even dan komt de herfst er echt aan...maar voorlopig hebben we nog wat mooie dagen...zodat we nog wat kunnen genieten...hier en daar nog een bloem...en dan moeten we weer een hele tijd zonder doen! Alvast een fijne nieuwe week toegewenst!