Een gedicht van Frederik van Eeden 1860-1932
Herleving
Ik voel het, ja! zij is mij weergegeven de zaligheid, die 'k nimmer had verwacht, Ik voel haar heerlijk in mijn borst herleven, haar oude, wonderzoete tovermacht.
Het was zo duister hier, van bange dromen verviel mijn moede geest in doffe rust, Goddank! de fee des lichts is weergekomen en heeft mij uit die droeve slaap gekust.
Haar gloed vervult mijn hart, mijn ganse wezen, en dubbel schoon lacht mij het leven aan. Het is mij of ik uit de dood herrezen een ander, beter leven in mag gaan.
Gelijk de lentezon na wintertijden heel de aard vervult met warmte, licht en gloed, zo wekt de liefde mij uit smart en lijden en met haar keert weer de oude levens-moed.
0 wereld, lang en droef heb ik geweten hoe doods en leeg gij zonder liefde zijt maar de oude beelden zijn verbleekt, vergeten en om mij heen is 't blijde werklijkheid.
1887.
Jeugdverzen (1926)
|