| Een gedicht van Albert Verwey 1865-1936 
 KONING ADELBOUD. Daar zat de koning AdelboudOp een armstoel van het duurste goud.
 
 De koning had zo'n dikke kop,
 En een wichtige gouden kroon d'r op.
 
 Zijn mantel was van hermelijn,
 Zoals alle koningsmantels zijn,
 
 En naast zijn armstoel stonden twee
 Pages, die keken weltevree,
 
 En elk hield in zijn rechterhand
 Een wijnglas, vol tot aan de rand,
 
 Toen vroeg de koning rechts: wat 's dat?
 Madera, sprak de knaap gevat.
 
 Die 's lekker, sprak de koning toen :
 En jij daar, links? Port, sprak die koen.
 
 Drink jij die zelf, bromde Adelboud,
 Jij weet, dat ik daar niet van houd.
 
 't Maderaglas bracht hij aan zijn mond,
 En dronk het leeg tot op de grond.
 
 Toen dronk de ene page de portwijn op,
 En de andre gooide de koning zijn lege glas naar
 de kop.
 
 
 Nieuwe Gedichten.
 
 
 
 
 |