Een gedicht van Frans de Cort 1834-1878
Zo gij mijn lief wil zijn!
Ik min u, och bemin me weer, En seffens leg ik al de schatten, Die aarde, zee en lucht bevatten, Aan uwe voeten neer! Wat uwe dromen u voorspelden, Wat u der Hope zangen meldden: Dat alles ja is uw en mijn, Zo gij mijn lief wilt zijn!
Langs bloemenwegen zult gij treĂȘn, En zoetere geuren zullen walmen, En zoetere zangen zullen galmen In 't veld, dan ooit voorheen; De zon zal eens zo helder glanzen Aan immer blauwe hemeltransen, En eeuwige lente is uw en mijn, Zo gij mijn lief wilt zijn!
Liederen (1868)
|