Een gedicht van Gentil Antheunis 1840-1907
Verlaten
De wind zucht droevig in de schouw. 'k Zit hier alleen, het hart vol rouw, Te denken. Ik zocht naar liefde en vond bedrog. Wat heil kan mij het leven nog Wel schenken?
Het leed versmoren in de wijn, 't Gedacht verstompen, dronken zijn, Kan 't baten? De drank bereidt ons niets dan gal, En morgen vond ik mij weeral Verlaten.
Geen liefde meer, geen hope meer. Hebt gij mij ook, o Heer, o Heer! Verstoten? De wolke zwart daarboven drijft; Het licht verdwijnt, de hemel blijft Gesloten.
Alleen, alleen, zo gans alleen! Hier helpt geen klagen noch geween Noch smeken!... Welnu! het nijdig lot getard! Al moest, in mijne boezem, 't hart Nog breken.
Uit het hart! (1874)
|