Een gedicht van Virginie Loveling 1836-1923
Ter nagedachtenis van een kind
Het was een engeltje uit Gods tuin, Dat hier kwam neergevlogen, Met zoet gelaat en kroeselhaar, En hemelglans in de ogen.
En de oudren juichten om dat kind, Het enig hun gegeven ; Zijn lach, zijn kus, zijn schaterend spel, Zijn liefde was hun leven.
Zij drukten 't aan hun kloppend hart, Zij wilden 't hier behouden. Zij zeiden, dat zij 't volst genot Der aard hem schenken zouden.
0 moederliefde, o vadermin, Wat kon het meer behoeven Maar... 't hoorde aan hoger sferen toe : Het mocht hier niet vertoeven.
Het heeft zijn vlerkjes weer ontplooid, Het is u gaan verbeiden, En 't heil, dat gij hem geven woudt, Zal 't ginds u voorbereiden.
Gedichten van Rosalie en Virginie Loveling (1877)
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/virginie_loveling.jpg)
|