Een gedicht van Boudewijn Büch
Casa del poeta tragico
De slaaf ligt in zijn schrik gestold. Uit marmer lees ik keizers en de rijken. De lavapaden langs omhoog gestold, wil ik jouw naam op de hemel vergelijken.
Er zijn slechts dieptes in dit gruis, fragmenten van verbannen muren, contouren van een kaartenhuis: de dood is zichtbaar in kwetsuren.
Je bent er tóch. Bij het forum op de trap, dicht aan een kratertrap waar zwavel suist of in de wanden waar een weemoed huist.
Er is een nacht, een landschap waar geschiedenis werd ongelegen. Zij liet de droefheid achterwege.
--------------------------------------------- uit: In gedichten, 2004
|