Een gedicht van Isaac da Costa 1798-1860
GEDACHTEN BIJ HET GRAF
VAN
DEN TWAALFJARIGE
HENDRIK CHRISTIAAN CAPADOSE,
28 MAART 1845.
De kleinen gaan ons voor in 't koninkrijk des Heeren: door kindren wil ons God Zijn diepe wegen leren! Hier rust het stof eens kinds, in 't midden van de pijn gegrepen om eerlang voor eeuwig vrij te zijn. o Hendrik Christiaan! vrij is uw geest daar boven, daar 's Hemels Englen 't Lam, dat voor u bloedde, loven Terwijl in 's aardrijks schoot u lichaampje uitgestrekt! de Engel sluimrend wacht, die eens Gods doden wekt! o Kind van rouw en vreugd, van tranen en gebeden! hoe zijt gij dus de rust al lijdend ingetreden! Hoe dus van 's levens lust en zoetheên losgesnoerd, en als op vleuglen aan 't oudrenhart ontvoerd? U maakte Christus vrij door eigen lijdensbanden. Zijn liefde deed uw hart in heilbegeerte ontbranden. Zijn Geest was dáár, - gij leedt, beleedt en overwont, ggij - thans van zonde en pijn voor eeuwig zielsgezond.
|