Een gedicht van Jacob Slauerhoff 1898-1936
DE ONTDEKKER
Hij had het land waarvoor hij scheep ging lief, Lief, als een vrouw 't verborgen komende. Er diep aan denkend stond hij dromende Voor op de plecht en als de boeg zich hief
Was 't hem te moede of 't zich reeds bewoog Onder de verten, waarin 't sluimerde, Terwijl 't schip, door de waterscheiding schuimende, Op de aanbrekende geboort' toevloog.
Maar toen het lag ontdekt, leek het verraad. Geen stille onzichtbre streng verbond hen tweeën. Hij wilde 't weer verheimlijken - te laat: Het lag voor allen bloot. Hem bleef geen raad Dan voort te varen, doelloos, desolaat En zonder drift - leeg, over lege zeeën.
Verzamelde gedichten. 's-Gravenhage-Rotterdam.(1961)

|