Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899
Licht liedeke
Ik vraag de grijze nevel niet, en zing ik vaak een treurig lied, toch vraag ik, dat de zonnegloed bezielend iedereen begroet en alle droefheid henenjaag.
Ik vraag niet aan de duistre nacht, de demping aller vreugde en kracht; ik vraag het licht en altijd 't licht opdat in ieders aangezicht de waarheid in heur schoonheid schijn'.
Zo zwart van hart gelijk de nacht is hij, die 't edel licht veracht, het licht, de bron van alle goed, van alle kracht,van deugd en moed en van de zoete levensvreugd.
Gedichten ( 1861-1862)
|