Een gedicht van J.P.Heije 1809-1876
Winterdag
De lucht is blauw , de vloed is ijs, 't Blinkt al in de avondzonneschijn, En langs de takken, bruin en grijs, Hangt de ijzel, als een blank gordijn ; Daar vliegt, met korte vleugelslag, Een kraaienzwerm door 't pijnboomhout... 't Is toch een heerlijk ding in 't woud, Zo'n winterdag, zo'n winterdag!
Het mosbed kraakt, de rappe voet Drukt sporen in 't besneeuwde groen; Ginds kronkelt, als een welkomsgroet, Een blauwe rookwolk door 't plantsoen; Van verre klinkt, met slag op slag, De scherpe bijl op 't harsig hout... 't Is toch een heerlijk ding in 't woud , Zo'n winterdag, zo'n winterdag!
Maar ginds wacht mij een lieve vrouw, En kinders o! als melk en bloed; Een krachtig maal, een warme schouw, En duizend kussen , trouw en zoet; Hoe mooi 't dan ook hier wezen mag, Ik zeg, bij 't kruipen in mijn kluis: 't Is toch een heerlijk ding in... huis, Zo'n winterdag, zo'n winterdag!
Al de volksliederen (1865)
|